“‘Europese zetel 14: Jong dynamiet in de tuin van Tito’
De gewelddadige afscheiding van Slovenië in 1991 was de eerste vonk in een reeks oorlogen die het Joegoslavië van Tito ontbond. Donderdag 1 mei precies tien jaar geleden werd het land lid van de EU. In Ljublijana getuigt Tomaž (28) hoe paashazen en subversieve subculturen deze feestdag in de schaduw zetten. Een visuele en textuele reis door de ogen van een punker zonder hanenkam die in intellectueel dynamiet een nieuwe interpretatie zoekt voor kunst, religie en politiek in een eigenwijze Europese hoofdstad.
Op enkele kerkgangers onder de roze toren op het marktplein lijken zowat alle locals de stad verlaten te hebben om Pasen te vieren met familie of vrienden. Ook de eigenaar van de zetel die me twee avonden moest warmhouden, heeft afgebeld. Duizend kilometer hiervandaan houdt een lege stoel mijn eigen afwezigheid rond een Vlaamse paastafel levendig.
© Tess Vonck
Gedoemd de nacht door te brengen in een kale hotelkamer plof ik een beetje wanhopig neer op het matras. Nog geen dag geleden nam ik afscheid van Gabriel in Wenen, maar nu al lijkt zijn gezicht in steeds kleinere fragmenten uiteen te vallen. Ik staar in de eindeloze pixels op mijn scherm, in mezelf kankerend over de eerste kansloze bestemming op mijn tocht.
Op mijn Facebookfeed popt plots een tip op. Metelkova Mesto, twaalfduizend vierkante meter cult in voormalige legerbarakken van het Joegoslavische leger dat twee jaar na de onafhankelijkheid door kunstenaars werd gekraakt, daar moet en zal ik dwarse jongeren vinden.
© Tess Vonck
Culturele enclave
Waar de hoofden van Tito’s soldaten rustten, regeert nu een culturele enclave bewoond door diverse subculturen die weerbarstigheid en rauwe esthetiek tot kunst verheft. Tussen 2,5 meter hoge muren staan verschillende barakken in een huid vol graffiti. Hier en daar staren junkies in een donkere hoek voor zich uit, anderen panden huizen ngo’s, een arthouse cinema, de enige holebiclub in Ljublijana, en zeven ondergrondse clubs met goedkoop bier en een zee van meningen.
‘Metelkova is de enige plek in Slovenië waar jeugdig initiatief nog relatief wordt met rust gelaten’, vertelt Martin, de zeventwingtigjarige barman met liggende hanenkam en spikes van punkclub Channel Zero.
‘Het was lang een grijze zone,’ legt Martin uit. ‘Sinds de plek ook door mainstream publiek wordt gehyped en de clubs winst draaien, krijgen we almaar meer last van overheidsinspecties. Gisteren nog werd een concert van een Amerikaanse punkband stil gelegd. Deuren gingen op slot. De band gaf een protestconcert voor de deur. Een menigte van honderd man joelde de politie naar buiten.’
De lichten in Channel Zero worden gedimd tot waakvlammen. Op de achtergrond begint een documentaire over een suïcidale cultband uit Noorwegen. We zijn gedoemd het gesprek uit te stellen. Hoopjes dubbelgangers van Martin vervoegen zich bij de gevallen engelen. In het schemerdonker herinnert enkel het geschraap van ijzeren ornamenten aan combats tegen de houten vloer aan menselijke aanwezigheid. Er hangt mistroost in de lucht. Gitarenspel snijdt diep in de stilte. Mijn weerbaarheid knapt.
© Tess Vonck
Bijna was ik mee met de protagonist in de film van een klif gesprongen in een diepe dagdroom. Op het laatste moment grijpt een hand me midden in de lucht, tikt op mijn schouder, krachtig genoeg om de zwaartekracht van mijn verbeelding tegen te werken. ‘Ben jij een spion?’, vraagt de stem in het donker. ‘Waarom?’, vraag ik, niet goed wetend in welke richting ik moet kijken. ‘Je kijkt door de mensen heen, verzamelt hun gedachten en haalt eruit wat je kan gebruiken’, antwoordt de stem.
Point taken. Hij is niet ver af, ik ben een journalist, of toch zoiets.
Visueel verslag van een puzzel
Als je lang genoeg naar iets kijkt, neemt het soms andere vormen aan. Misschien zijn je ogen gewend geraakt aan het licht. Je stelt je irissen op scherp en bestudeert de details in de hoop een betekenis te geven die je ergens kan plaatsen. Maar als je dicht bij de vezels komt, zie je ook waar de haakjes loskomen en de draad niet zo strak geweven is als je had gehoopt. De realiteit wordt minder vast hoe langer je er naar kijkt. Je verlangt naar de eerste keer dat je keek, het onbekende van een lap stof waarop je zelf de motieven kan dromen.
© Tess Vonck
De uren die volgen op mijn ontmoeting met Tomaž en de figuren in en rond Metelkova, de nacht in zijn huis waar ik als toeschouwer binnendring in het museum zijn denkwereld, de indrukken en impressies van een plek waar ik me thuisvoel en tegelijk een indringer, zijn niet te vatten in een samenhangend verhaal. De onwerkelijkheid van iemands leven komt dichtbij als je het onder een vergrootglas legt, maar het resultaat is een fragmentarische puzzel van lapjes leven die niet altijd passen zoals de tekening op de doos aangeeft. Wat volgt is een visuele reis door de leefwereld van een zoekende groep jongeren in Metelkova die hun eigen betekenis geven aan kunst, politiek en de samenleving. Fragmenten uit gesprekken zoals ik ze heb geïnterpreteerd, vanuit mijn eigen bril, vormen een soundtrack als gids bij de beelden.
© Tess Vonck
Vorige week vierde Slovenië samen met een reeks buurlanden in Oost-Europa en de Baltische Staten haar tiende verjaardag als lid van de EU familie. ‘We zijn uit het communisme, maar niet in deze tijd beland’, vat Tomaž de motieven samen waarom die gebeurtenis weinig jongeren hier wakker houdt.
‘Het zit in ons bloed om niet tegen de stroom in te gaan, we zijn makkelijk beïnvloedbaar. Dat zie je aan onze hele geschiedenis. We houden niet van vernieuwing, zijn heel trouw. Ookal vinden we weinig goed aan de regering, het blijft je thuis. Als ons volk geleid wordt door een verlicht geest maken we de mooiste dingen, maar in verkeerde handen doen we elkaar de duvel aan. Het wordt tijd dat we daar iets aan doen.’
© Tess Vonck
Metelkova herinnert hem aan een periode in de Sloveense cultuur tijdens de jaren tachtig toen de kunst, politiek en samenleving een keerpunt doormaakten. ‘Niet vooruit maar zeker ook niet achteruit,’ vindt Tomaž.
Het land is nog in transitie, zoekend, net als Tomaž zelf, naar een moment waarop iconen van een gedroomde toekomst en gebroken verleden in perspectief kunnen geplaatst worden. ‘Het is zo gemakkelijk om als een hamster te leven, elke dag op automatische piloot in je hamsterwiel. Opnieuw en opnieuw. Sommigen doen dat dan ook nog eens letterlijk, je hoofd leegmaken door te gaan joggen of fietsen. Of ze komen naar jou, zoals de Mormonen en zeggen: hey, moet je mijn wiel eens uitproberen.’
© Tess Vonck
Martin: ‘De politiek in dit land is verzuurd, geconcentreerd in een elite waar iedereen iedereen kent. Verandering is bijna onmogelijk. Maar er is veel positiefs aan de hand. We pikken dit niet meer. In de hoofdstad valt het allemaal nog wel mee, maar in de noordelijke provincies is de economische toestand voor jonge Slovenen zo precair dat zelfs pessimisme geen uitweg meer biedt. Metelkova was en is nog steeds een plek waar jongeren een bepaalde vorm van vrijheid vinden. Het is belangrijk dat het zo blijft, maar je ziet de onzichtbare handen al overal doordringen.’
© Tess Vonck
Twee jaar geleden eindigde een op het eerste zicht vredevol protest in Maribor, Sloveniës tweede grootste stad, in de grootste rellen tussen politie en burgers sinds de onafhankelijkheid. Jongeren eisten het ontslag van hun burgemeester wegens corruptie. Een ‘oorlogszone tussen jongeren en politie’, zo maalden krantenkoppen wekenlang door de persrollen. De politie gooide vanuit de lucht traangas in de menigte, gasmaskers op de markt waren niet zo talrijk als in Istanboel.
CC
De broeihaard inspireerde jongeren over het hele land, ook in Ljublijana kwam tienduizend man op straat. De sfeer was er gezelliger, met hier en daar spontane concerten en eetstandjes. Volgens Tomaž en Martin voelden jongeren zich nooit eerder zo verbonden in machteloosheid tegen een obekwame politieke elite.
Begin vorig jaar kwamen drie prominente politici waaronder de burgemeester van Maribor en de partijleider van de populairste conservatieve partij voor de rechtbank. Oorzaak: corruptie; schuldeising: zero; temperatuur op het terrein: onder nul. Europa? Niet relevant, first things first.
© Tess Vonck
‘Ik loop weg van problemen’, vertel ik. Tomaž draait in een pan een stuk steak om. Zijn ontbijt, middag- en avondmaal, met een beetje boter en peper. ‘Als je te veel ingrediënten mengt, proef je niet meer dat je leeft.’
Tomaž is een pitbul. ‘In de Balkan spenderen we hele zomervakantie aan de zee. Heb je ooit een kreeft proberen vangen? Een krab verstopt zich in een holte. Piece of cake. Je moet gewoon met je hand wroeten en afwachten tot ze uitgeput is en naar een andere schuilplaats vlucht. Een kreeft ondergaat haar lot maar niet zonder strijd. Die verstopt zich achter een steen, zit te wachten met haar scharen en kapt erop los als je dichterbij komt. Het leven is voor de durvers.’
© Tess Vonck
‘Om jezelf te bewijzen dat je kan stoppen met roken moet je eerst verslaafd zijn,’ zegt Tomaž. Hij rookt sinds een maand, heeft een motor gekocht, om te zichzelf te testen. ‘Hier in Europa zijn we allemaal net als ik verslaafd aan adrenaline. We genieten niet van de kick, als er crisis toeslaat drijft je gelukswolk weg. Maar dan is het al te laat. We zijn allemaal verslaafd aan dit systeem.’ Europa de methadon, kapitalisme de heroïne. Het effect blijft hetzelfde.
© Tess Vonck
‘Onze missie is om het kwaad op zijn zenuwen te werken’, fluistert een ietwat gekreukt figuur van middelbare leeftijd in het Duits aan de toog van Channel Zero in mijn oor. Tussen zijn lippen hangt permanent een zelf gerolde sigaret. Het is Dejan Knez, zal Tomaž me later vertellen. Dejan is op zoek naar draken, heeft al een paar draken getrotseerd, vooral dan het regime van Tito toen in de tijd.
© Laibach
Met zijn band Laibach (Duitse naam Ljublijana), ondergrondse punkrock met een sociaal-politieke achtergrond, startte hij in de jaren tachtig een controversiëel Joegoslavisch kunstenaarscollectief met een groep schilders en theatermakers onder de naam Neue Slowenische Kunst (NSK). Als een parodie op het toenmalige socialistische totalitaire regime van Tito vormde het trio een microstaat die flirtte met iconen van het communisme en nazisme, een orkaan van ironie en kitsch die niet alleen de Balkan maar ook de rest van de wereld shockeerde.
© Tess Vonck
Dejan wordt plots door de barman naar buiten gesleurd. ‘Hij is een fascistische pedofiel’, luidt zijn motief. Hij wordt hardhandig aangepakt, ladderzat, zijn vacht is vermoeid maar nog genoeg bij de pinken om zijn wang vrijwillig aan te bieden, uit protest.
Tomaž: ‘Laibach stelde de absurditeit van een utopische droom achter ideologiën in vraag. Het is bittere ernst, geen grap. Ze hebben ergens de oorlog in Joegoslavië voorspeld.’
Europa is voor hem ook geen grap, de bekrompen reactie van de barman en zijn verontschuldiging tegenover ons achteraf ziet hij als bewijs voor het onbegrip in zijn ‘verstarde’ samenleving.
© Tess Vonck
‘Hoe kan je een stabiele realiteit opbouw als je de absurditeit van je eigen idealen niet in vraag kan stellen? ’, vraagt hij zich af. ‘We zijn lid van de EU, dat is een utopie op zich en kan pas van betekenis zijn als we inzien dat het geen eindpunt is, dat we allemaal nog zoekend zijn. Het maakt weinig verschil of je nu je linker of rechterwang aanbiedt. Het punt is dat je jezelf en je idealen in een context kan plaatsen. Waar zijn we anders mee bezig?’
© Tess Vonck
Een toerist uit de Verenigde Arabische Emiraten die in 2 maand elke Europese hoofdstad aandoet, probeert een jonge vrouw te versieren. Hij in slobbertrui, dure merkkledij, skateschoenen. Zij heeft de merknamen uit haar kleren getrokken, afgeschoren haar, punkornamenten op haar jas.
‘Je bent te echt, te doorzichtig positief voor een punker’, geeft Tomaž hem advies. ‘Zoek alle ellende die in je zit. Je moet je zelfzeker voordoen in je falen, haar het gevoel geven dat je weet dat de wereld naar de kloten is maar je er samen misschien nog iets moois van kan maken.’
© Tess Vonck
De passievogel gaat naar binnen, wij blijven buiten staan, geloven er niet in tot we hen even later samen naar huis zien gaan. ‘Dit soort meisjes, ze komt uit een dorp waar de tijd is blijven stilstaan. Hier valt het nog mee, maar daar leeft de meerderheid nog in Joegoslavië. Corruptie en onderdanigheid, egoisme, wat kan je daartegen beginnen?’
‘Jullie hebben misschien punkers die uit nostalgie luisteren naar de Sex Pistols, combats dragen, ruitjesbroeken en een hanenkam, maar de samenleving is veranderd. Het is verleidelijk om je te verzetten, maar hier is die tegencultuur echt nodig, omdat de iconen waar de eerste punkers zich tegen verzetten hier niet dood zijn. Ze worden op sterk water gehouden door een politieke elite die er haar voordeel uit haalt.’
© Tess Vonck
Tomaž: ‘Slovenië was een baken voor de eerste punkbewegingen ooit in socialistische landen. De eerste punkers in het Westen verzetten zich tegen het fascisme, de eerste Sloveense punkers tegen het socialisme, vandaag vechten we opnieuw tegen fascisme in Europa en Slovenië. De tijd is teruggedraaid.’
Ze hebben smartphones, maar moeten met rooksignalen hun frustraties aan de beleidsmakers overmaken.
© Tess Vonck
Het Amerikaanse tijdschrift Foreign Policy noemde poltiek filosoof Slavoj Žižek, Ljublijana’s beroemdste exportproduct en fervente criticus van het neoliberalisme, tot één van ‘s werelds grootste denkers omdat hij ‘een stem gaf aan een tijdperk van absurditeit.’ Misschien is het dat wat Tomaž en de zijnen bedoelen met een verstarde samenleving. Misschien geldt dat niet alleen in Slovenië, maar ook elders, en zoeken jongeren hun eigen uitweg.
© Tess Vonck
Žižek was oorspronkelijk lid van de communistische partij, maar raakte begin jaren negentig actief betrokken bij verscheiden ondergrondse bewegingen die voor de democratisering van Slovenië vochten. Toch geldt hij als één van de grootste critici van de politiek.
Poltieke beslissingen zijn volgens Žižek gedepolitiseerd. ‘Er is een illusie van democratie en debat, maar eigenlijk worden de belangrijkste beslissingen in Europa en het Westen in functie van kapitaal gemaakt, ondanks dat verhoogde burgerparticipatie een buzzwoord is bij de politieke elite’, legt Tomaž uit. Geïnspireerd door Žižek ziet hij zichzelf als een postmodern object dat cynisch is tegenover officiële instituties, maar tegelijk gelooft in complottheorieën.
‘Sinds we ons collectieve geloof in een alomtegenwoordige macht verloren zijn, zoeken we naar andere interpretaties en zingeving om de ondraaglijke vrijheid te ontvluchten,’ Misschien is dat ook wat er aan de hand is met jongeren in heel Europa, vindt hij. ‘We zijn eigenlijk allemaal spionnen. Alleen weten we het nog niet.’