“‘Geld, doe het maar eens zonder’
We zijn in volle opstart, en hebben daarmee een lijst investeringen liggen die elke bank doet duizelen. Het hoeft niet te verbazen dat het huidige budget nog niet in staat is om een tiende van die lijst te laten realiseren. Nooit eerder werden we zo geconfronteerd met de waarde van een centje.
We hebben nog steeds geen inkomsten (we tellen de dagen af tot juli), maar wel dagelijke uitgaven. Ondertussen maken we dagelijkse keuzes wat we wél en wat we niet kunnen betalen, wat prioritairder is dan al die andere dringende zaken, en vooral: waar we alweer tijdelijke (lees geen duurzame, maar goedkopere) oplossingen kiezen. Soms voelt het aan als prutsen, niet de Beste Keuzes kunnen maken, maar ‘t heeft vooral iets weg van overleven, en niet verdrinken voor je nog maar net te water bent gegaan.
Niet dat we onvoorbereid aan het avontuur begonnen zijn. We weten immers goed dat alles geld kost, en vooral de veeteelt zware investeringen vraagt. We spaarden een klein sommetje bijeen, en we timmerden een ijzersterk (zo leek het toch) financieel plan ineen. We werkten met “renteloze leningen” en giften bij vrienden om het ontbrekende deel van het startkapitaal bij een te krijgen. Leningen die we daarna in natura terugbetalen. Eigenlijk zijn het dus investeringen op lange termijn die zij deden.
Ons financieel plan was gelinkt aan ons uitvoerend plan, waarbij we mikten op inkomsten in de zomer van 2012. Helaas, een half jaar later zitten we nog niet in de productie. Onverwachte situaties zijn er altijd, en in een opstartend collectief nog veel meer. We hadden immers pas beesten in de zomer van 2012! Ook houdt boeren in dat je niet alles onder controle hebt. Het weer bijvoorbeeld, is een zeer bepalende factor. We hebben zware kleigrond, een beetje regen en, door het tekort aan organisch materiaal, wordt dat een plakkerige, waterige bedoedining. Daar kan je niet in zaaien. Zo konden we onze triticale niet zaaien in de winter, en wordt het nu erg krap voor onze gerst. Maar het zaaizaad is wel aangekocht, en kan je niet gaan teruggeven. Of een zeug die niet “vol” geraakt, maar wel elke dag voeder eet.
Elke maand opnieuw worden plannen herbekeken en bijgeschaafd, we houden ons slinkend budget nauwlettend in de gaten en laten geen enkel rekeningetje zomaar in de vuilbak verdwijnen. Dries volgde een extra boekhoudingscursus, om ook in het Frans de juiste zaken in de juiste posten af te schrijven. Maar ik blijf er van overtuigd dat geld smelt. We moeten rekening houden met verzekeringen, afbetalingen, TVA, sociale zekerheid, allemaal facturen die op ‘t eind van het jaar komen en je soms doen duizelen. Net wanneer je denkt dat je een beetje centjes hebt komen die facturen binnen.
We hebben geen recht op subsidies, of degene waar we recht op hebben, hebben we nog niet ontdekt. Een lening bij een bank hebben we niet aangegaan, omwille van niet ongecontroleerd die verbintenis aan te gaan. Niet dat we niet willen, maar dan eerder voor iets concreets, en niet “zomaar” een dikke som gaan hengelen. Een stal, of een schuur, of landbouwmateriaal. En zolang we geen inkomsten hebben zal geen bank ons graag zien komen. Dus wachten we nog even af.
Het is niet dat we hier ‘savonds huilend boven een bordje soep hangen, we leven nog steeds in een zekere weelde. En we hebben nog de positieve moed. Er worden creatieve oplossingen gezocht voor alles, en “entraide” tussen boeren is meer waard dan goud. Soms hebben we zelfs het idee dat we écht goed bezig zijn. Zo leerden we eerst de buurt en zijn boeren kennen, en kochten we zo een tractor voor een prikje bij een collega. En kregen we daar mangeoires voor de schapen, en hier een silo en bij die daar een oude remorque. En met Yves kunnen we zaaien, met Bernie, Alain, Jean-Luc en Eric kunnen we oogsten en met Fred kunnen we trieren… Soms moet je ook gewoon alles een beetje zijn tijd geven, zeker als je in de vrèmden bent. We leren ook razendsnel de waarde van zaken en hoeveel geld iets kosten mag. En dat zwaar onderhandelen dan nodig is.
Maa het constante besef dat we niet veel centjes hebben, is er wel altijd. En omdat we met twee zijn, niet al te dom zijn en durven wachten en terugkijken, hebben we nog geen onoverkomenlijke dingen gedaan. Maar het gevaar loert en we begrijpen erg goed dat vele boeren in de val trappen en zich in de financiële nesten werken en er nooit meer uitgeraken. We leren relativeren, ook over mislukkingen en geldproblemen. Een oogst die mislukt is een ramp, maar soms kan je er niks aan doen. Het feit dat je nu met iets lelijks maar goedkoops werkt, is jammer, maar onvermijdelijk. Je moet eerst een beetje prutsen alvorens je écht bezig bent.
Maar het blijft schrikken. We mispakten ons zwaar aan dit aspect van de opstart. Een deel konden we niet voorzien. Maar in een ander deel waren we bijzonder naief. Omdat het op een papierken klopt, zal het in techt ook wel kloppen. hèhèhè.
We leren en onderwijl bouwen we langzaam aan onze boerderij op. Of is het eerder dat we onze boerderij opbouwen en langzaamaan bijleren?