Genoeg is genoeg

Blog

Genoeg is genoeg

Genoeg is genoeg
Genoeg is genoeg

Terwijl de wereld de andere kant opkijkt, zet de Bahreinse overheid zijn dagelijkse campagne voort om elke opposant van het regime op gewelddadige en wetteloze manier te onderdrukken. De Bahreini’s zijn het eens: genoeg is genoeg. En ze zijn bereid om daarvoor offers te brengen.

Negen maanden nadat de 14-februari-beweging in Bahrein voor het eerst opstond om te protesteren op Pearl Roundabout, en acht maanden na de bloedige inval van het Saoedische leger op 17 maart, is duidelijk dat de Bahreini’s zich niet gewonnen geven. Meer dan ooit lijken de Bahreinse opposanten bereid om door te gaan en hun rechten op te eisen, ondanks de enorm gewelddadige pogingen van het regime om het protest neer te drukken.

‘Negen maanden later zijn onze eisen veranderd: op 14 februari eisten we niet dat het regime zou opstappen. Dat willen de meesten van ons nu wel’, klinkt het.

Anders ook dan die protestdag op 14 februari is nu de ganse sjiitische gemeenschap in Bahrein betrokken. De overheid viseerde na 17 maart mensen uit alle lagen van de sjiitische gemeenschap (goed voor 70 procent van de Bahreinse bevolking). Iedereen die aanwezig was op een protest, op 17 maart niet op het werk was, iemand die zich verdacht –lees: niet loyaal genoeg- gedroeg, kreeg zijn deel: werklozen, leerkrachten, ingenieurs, bedrijfsmanagers, dokters, studenten, kinderen, ouderen, mannen èn vrouwen…

Mensen zijn massaal ontslagen, studenten uit de universiteiten gezet. Op grond van ‘illegaal samenkomen’ (wettelijk verboden in Bahrein) werden Bahreini’s gearresteerd en opgesloten voor maanden. Over het precieze aantal arrestaties bestaan geen gegevens. Maar het volstaat om gelijk welk huis in de vele dorpen binnen te stappen, op zoek naar een getuigenis, om te beseffen dat de overheid hier een systematische terreurcampagne voert tegen al wie de stem verheft.

Wie sjiitisch is, is verdacht, maar ook soennieten die de revolutie verdedigen zijn doelwit. De getuigenissen die ik verzamel, zijn slechts een handvol, maar sommige tarten de verbeelding. Vandaag sprak ik met een man die samen met een activistisch familielid werd opgepakt. Zijn haarscherpe verhaal over de folteringen die hij en anderen ondergingen, is onthutsend.

Waar is de internationale druk?

Ook onthutsend is het uitblijven van een krachtdadige kritische reactie van de internationale gemeenschap.

‘De internationale media waren echt wel massaal aanwezig tijdens die eerste maanden’, vertelt een activiste. ‘Maar daarna, ook na het opheffen van de noodwet, werd hen de toegang ontzegd. Niemand komt het land nu nog in met een camera. We zagen in maanden geen journalisten.’ Ook mensenrechtenorganisaties zoals Human Rights Watch en Amnesty International mogen sinds een aantal maanden het land niet meer in, vertelt een bekende Bahreinse mensenrechtenadvocaat.

De VS blijven opvallend op de achtergrond als het op de Arabische Lente in Bahrein aankomt. Op 21 september, tijdens zijn speech bij de VN in New York was president Obama opvallend mild voor Bahrein, ‘een goede vriend’. Obama riep wel op tot een echte dialoog en vond dat de overheid –‘die al stappen nam tot hervormingen’- nog meer inspanningen moet leveren. Maar hij sprak met geen woord over het gewelddadig neerdrukken van de protesten, zowel door de Bahreinse overheid als door de Saoedische troepen.

Het gebrek aan steun is een grote teleurstelling voor de Bahreini’s, ze voelen zich door de wereld in de steek gelaten. Noch in de –overwegend soennitische- Arabische regio, noch in de VS of Europa ging tot nu veel aandacht naar hun zaak. ‘Het zou helpen, moesten de Europese landen hun economische banden met Bahrein doorknippen’, klinkt het. ‘We boycotten zelf onze eigen economie, gaan demonstreren aan de grote nieuwe shoppingmalls, kopen bepaalde producten niet. Een economische boycot raakt niet ons, wel het Khalifaregime.’

Onderzoek

Een internationaal onderzoek of een internationale waarnemer door de VN staat de Bahreinse overheid niet toe. Koning Hamed Khalifa bestelde echter zelf een “onafhankelijke” onderzoekscommissie, die wordt geleid door de Egyptische expert in oorlogsmisdaden, Cherif Bassiouni. ‘Wat begon als een hoopvol verhaal, eindigt met een zoveelste slag in ons gezicht’, zegt een activiste. ‘Bassiouni verkondigt juist dat wat de regering hem opdraagt. Hij ziet geen systematische folteringen, nochtans opgetekend door mensenrechtenverdedigers zoals Nabeel Rajab, hij verdedigt de doodstraf van een man die zogenaamd een politieman doodreed, een aanklacht zonder enig bewijs. Hij noemt de dokters, mensen die hun medische plicht vervulden toen ze gewonde demonstranten verzorgden, ‘geen engeltjes’.’

De Bahreini’s zijn het eens: genoeg is genoeg. En ze zijn bereid om daarvoor offers te brengen, uit de schaduw te blijven komen. Hun dagelijkse protesten zijn geweldloos, maar eindigen steevast in een levensbedreigend kat-en-muis-spel met de politie, die telkens massaal aanrukt.

Of dit dan allemaal zin heeft? ‘Ja’, aldus de activiste, ‘Een van ons zal opgeven: de overheid of wij. En dit is echt het enige instrument dat we hebben. Een vissersdorp dat twee jaar protesteerde –wat ook gepaard ging met gewelddadig optreden door de overheid- tegen een sheikh van de Khalifa-clan die gewoonweg land en zee inpalmde, won al een deel van hun visgebied terug. En ook zij gaan door.’