“‘GGO's: dagelijkse kost in Zuid-Afrika’
Terwijl er in Europa druk wordt gespeculeerd over het openstellen van de markt voor genetisch gemodificeerde organismen (GGO's), viert de invoering van deze producten in Zuid-Afrika bijna zijn twintigste verjaardag. Het produceren en consumeren van GGO's is hier dan ook, meer dan ooit, noodzakelijk, zo klinkt het.
Maïs, soja en katoen zijn de voornaamste gewassen die genetisch gemodificeerd worden. 80% van alle witte maïs, 85% soja en 98% van alle katoen die worden verbouwd en geproduceerd in Zuid-Afrika zijn GGO’s. Bedrijven zoals Pannar en Monsanto hebben er dan ook big business van gemaakt zaden en gewassen zo te modificeren zodat ze perfect geschikt zijn voor het droge klimaat en de versteende Afrikaanse bodem.
TTIP en GGO’s
De discussie over het toelaten van GGO’s op de Europese markten is weer opgelaaid door de onderhandelingen tussen de EU en de USA over het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP), een handelsverdrag dat de uitwisseling van goederen en diensten tussen de twee partners een sterke duw in de rug moet geven. De regelgeving over de toelating van GGO’s is voor beide partners echter erg verschillend. Terwijl de EU het verbouwen en consumeren van GGO’s uitdrukkelijk aan banden heeft gelegd, is de GGO-productie in de USA uitgegroeid tot een volwaardige economische tak binnen de agricultuur.
Het land dat men kan verbouwen in Zuid-Afrika is snel uitgeput, als ware het een laagje stof om een hele grote stenen plaat.
De EU laat zich in zijn verbod op GGO’s voornamelijk leiden door het consumentengedrag. Europese burgers hebben laten verstaan weinig vertrouwen te hebben in GGO’s. Vooral de onduidelijkheid over de effecten van de gewassen op de volksgezondheid is een breekpunt.
De USA heeft echter een meer economische ingesteldheid en gaat in zijn agricultuur voor bigger, better, faster, fatter. De publieke opinie in de USA is daarenboven ook veel milder voor het produceren en consumeren van GGO’s.
Hoewel de EU uitdrukkelijk heeft gezegd niet aan zijn regelgeving te willen raken, voeren de Amerikaanse onderhandelaars de druk op om de regels te versoepelen en zo de Europese markt open te stellen voor Amerikaanse GGO’s. Er gaan hierdoor meer en meer stemmen op om het TTIP te herzien en de EU te dwingen in te zetten op een betere controle van de voedselveiligheid en het onderzoeken van de implicaties van GGO’s, net als de praktijken van de betrokken bio-tech bedrijven. De verdere onderhandelingen over het TTIP worden deze maand voortgezet.
Zijn GGO’s een must voor Zuid-Afrika?
Zuid-Afrika keurde in 1997 de GMO Act goed. Deze wetgeving moest het onderzoek naar GGO’s coördineren en de productie, distributie en consumptie van GGO’s in het land controleren. De regering keurde in de tussentijd al verscheidene producten goed voor de Afrikaanse markt. Het verkopen van genetisch gemodificeerde groenten en fruit zijn echter nog steeds verboden. De druk van milieuverenigingen en boerenorganisaties heeft dit kunnen voorkomen, al zijn er reeds verschillende toelatingen gegeven aan bedrijven om experimenten met een groot aantal gewassen uit te voeren.
Protest voor de labeling van GGO producten
© CT Senate Democrats (CC BY-NC-ND 2.0)
Er is echter een probleem wanneer men kijkt naar de publieke opinie in Zuid-Afrika over de aanwezigheid van GGO’s in de winkelrekken. Een onderzoek uit 2007 bracht aan het licht dat slechts een kleine minderheid van de bevolking wist wat GGO’s waren, en dat ze ook daadwerkelijk dagelijks in hun winkelmandjes belandden. Twee derde van de ondervraagden had zelfs nog nooit van GGO’s gehoord. Deze cijfers tonen aan hoe erg het gesteld is met het publieke bewustzijn, en met de informatie die de regering en de bedrijven prijsgeven aan de bevolking.
Waar de consumenten het wel over eens zijn is dat ze graag de prijzen van levensmiddelen zien dalen, een tendens die gesmaakt kan worden door alle lagen van de bevolking. Consumenten die zich hebben geïnformeerd, halen daarenboven aan dat GGO’s noodzakelijk zijn voor een succesvolle agricultuur in Zuid-Afrika. Het land kampt met een enorm watertekort, een probleem dat jaar per jaar groeit. De bodem is bovendien ongeschikt voor het intensief verbouwen van gewassen. Wanneer je in Zuid-Afrika een put wil graven, stoot je na een meter op hard gesteente. Het land dat men kan verbouwen is daardoor snel uitgeput, als ware het een laagje stof om een hele grote stenen plaat.
De toekomst van GGO’s in Zuid-Afrika
Met groeiende voedsel- en watertekorten in het land, lijkt het erop dat de regering ervoor kiest het produceren en invoeren van GGO’s te versoepelen. Zuid-Afrika is momenteel ‘s werelds achtste grootste producent van GGO’s, al zullen ze naar alle waarschijnlijkheid in te toekomst verder stijgen in die tabel. Het land voert daarenboven grote hoeveelheden GGO’s in uit de USA en Argentinië voor het gebruik in o.a. veevoeder en andere landbouwtoepassingen.
Of de bevolking het nu wil of niet, zij eten op de één of andere manier toch GGO’s.
De bewuste of onbewuste consumptie van GGO’s zit bijgevolg in een stijgende lijn. Er is geen duidelijk onderscheid tussen gemodificeerde en niet-gemodificeerde organismen in de winkelrekken. Enkel wanneer een product meer dan 5% bestaat uit GGO’s, wordt dit vermeld op de verpakking. Dit is echter een grote minderheid van alle producten waarin GGO’s gebruikt worden.
Zo bevat 60% tot 70% van alle behandelde voedselproducten genetisch gemodificeerde soja, waaronder ook babyvoeding. Katoenolie wordt op grote schaal gebruikt in de fastfoodindustrie en wordt verwerkt in veevoeder. Zo komen sporen van GGO’s de huiskamer binnen via melk- en vleesproducten. Ook producten die maïs bevatten zoals brood, ontbijtgranen en items die bewerkt zijn met maïssiroop, bevatten sporen van GGO’s. Of de bevolking het dus nu wil of niet, zij eten op de één of andere manier toch genetisch gemanipuleerde organismen, een tendens die de komende jaren naar alle waarschijnlijkheid enkel aan kracht zal winnen.