Groeten van de waterlanders

Blog

Groeten van de waterlanders

Groeten van de waterlanders
Groeten van de waterlanders

Er is geen helder onderscheid tussen land en water als je het hebt over het grondgebied van Bangladesh. Op maandagochtend is het ook moeilijk om het onderscheid te maken tussen lucht, land en water, al zorgt een occasionele bliksemschicht wel voor een beetje licht in de vochtige duisternis.

In de vroegste ochtend van Pasen land ik in Dhaka, zonder chocolade eieren. Ik had me nochtans voorgenomen om een zakje mee te nemen voor Jef.

‘Hoe ziet uw vriend eruit?’, vraagt de verantwoordelijke van Buitenlandse Zaken, die me meer dan een uur in de VIP-ruimte van de luchthaven van Dhaka liet wachten tot hij de koffers van drie Griekse, een Amerikaanse, drie Keniaanse, een Japanse en een Belgische journalist van de band geplukt had. ‘Hij heeft een baard, maar een stuk langer dan de mijne’, antwoord ik. ‘Aha, een filosoof?’ Ik bedenk dat de man er nog niet zo ver naast zit.

Jef zit nog steeds te wachten bij de uitgang van Terminal 2. Hij neemt me meteen mee om buiten de uit haar voegen en wegen barstende hoofdstad kennis te maken met GK, Gonoshtasthaya Kendra, een grote organisatie die zich inzet voor het recht op gezondheid van iedereen, op de eerste plaats van vrouwen en armen.

Jef Van Hecken was tien jaar geleden nog mede-oprichter van Wereldmediahuis/MO* en is sinds iets meer dan een week residerend verantwoordelijke voor de werking van de ngo Wereldsolidariteit in Zuid-Azië. Hij lijkt zich al helemaal thuis te voelen en kent niet alleen de directeur en de jonge kaders van GK, hij maakt grapjes met de kokkin en spreekt onderweg een kind met de voornaam aan. Sommige mensen zijn geboren om in vergaderingen te zitten, anderen lijken voorbestemd om luisterend te leven, tussen kwetsbare mensen, om hun eigen kracht te vermenigvuldigen.

***

De rit van de luchthaven naar Savar, een voorstad van Dhaka, is een levendige introductie in de verkeerschaos en kleurenopstoppingen van grootstedelijk Bangladesh. Langs de oevers –en heel Bangladesh is eigenlijk een aaneenschakeling van oevers tussen de alomtegenwoordige rivieren, kanalen en stilstaande waters- wordt grond gestort die uit het noorden aangevoerd wordt.

Die opgehoogde gronden worden daardoor bewoonbaar of bruikbaar voor het bouwen van nieuwe fabrieken, maar ze perken de natuurlijke bewegingsruimte in van de drie grote riviersystemen die Bangladesh tot een echt waterland maken: de Ganges, de Brahmaputra en de Megnath. Als de rivieren aanzwellen omdat sneeuw en ijs in de Himalaya smelten in het voorjaar of als in de zomermaanden de moessoen zijn regengordijnen over het land dichttrekt, wordt het steeds moeilijker om het tijdelijk overtollige water een plaats te geven, wat de kans op watergeweld stroomafwaarts alleen maar doet toenemen.

Tussen Dhaka en Savar zijn de velden bezaaid met steenbakkerijen. De hoge schouwen spuwen hun klassieke zwarte rookpluimen uit in de loden lucht. ‘Ze draaien nu op volle toeren’, legt Jef Van Hecken uit, ‘omdat ze straks weer onder water lopen tijdens de moessonmaanden.’

***

Het kantoor van GK is in feite een enorme campus, met een congresgebouw, een ziekenhuis, een fabriekje waar generische medicijnen geproduceerd worden, een lagere school, een hogere opleiding tandheelkunde, een atelier waar houten meubelen en een atelier waar metalen benodigheden gefabriceerd worden, een cafetaria, een volksbank en een commerciële bank, woongelegenheden voor de paramedici, de dokters en ander personeel…

De omgeving doet ruraal aan. Schoolkinderen kuieren langs lange wandelwegen langs vijvers, omzoomd door stevige bomen. Het is het soort omgeving dat je elk Bengalees zou toewensen, maar met een bevolkingdsdichtheid van meer dan 1000 inwoners per vierkante kilometer, en een bevolking van 160 miljoen mensen die blijft groeien aan 1,3 procent per jaar (twintig jaar geleden was dat nog 2,6 procent) is ruimte een van de schaarste goederen in dit land. Pakweg 70 procent van de mensen leeft van de landbouw, maar de hoeveelheid cultiveerbare grond daalt jaarlijks met ongeveer 1,3 procent als gevolg van de behoeften voor bewoning, industrie en infrastructuur.

GK is, na de overheid, de grootste gezondheidszorgverstrekker in Bangladesh, met naar eigen zeggen een aanwezigheid in 608 dorpen en een bereik van 1,2 miljoen mensen via 39 primaire gezondheidscentra, 5 verwijsziekenhuizen en twee grotere ziekenhuizen. Minstens zo belangrijk is het feit dat de organisatie blijft ijveren voor een overheid die haar verantwoordelijkheid tenvolle opneemt. Niet toevallig schrijft Poppy, de jonge medwerkster van de directeur die ons rondleidt, een thesis over gezondheidsrechtvaardigheid, een benadering die het recht op gezondheid probeert te vertalen in een praktisch programma binnen de context van de uiterst ongelijke samenleving die Bangladesh is.