Haute Cuisine in Benin

Blog

Haute Cuisine in Benin

Haute Cuisine in Benin
Haute Cuisine in Benin

'Jij durft', kreeg ik vaak te horen als ik zei dat ik naar Benin ging en had uitgelegd waar dat land lag. Soms gevolgd door de vraag 'Krijg je daar wel goed te eten?' of de opmerking 'Je zult daar wel afvallen'.

Het eten in Benin is uitstekend (vind ik) en wordt vaak geserveerd in enorme hoeveelheden. Of het nu bij mensen thuis is, bij een simpel stalletje langsde weg, of in een luxe restaurant. Wie voor de lijn naar Benin gaat, komt bedrogen uit.

Drie keer per dag warm eten, is heel gewoon. En dan kan het ontbijt best een groot bord spaghetti met een omelet zijn, vergezeld door een kop oploskoffie met een flinke klots Belle Hollandaise, super zoete, vette, geconcentreerde melk. Als lunch amiwo (ook wel pate rouge genoemd) met kip. En ‘s avonds ablo met vis.

Mijn driejarige nichtje vroeg bij elke warme maaltijd om friet en dat was zelden een probleem. Het zijn meestal wat bleke, slappe frieten, maar dat wordt ruimschoots goedgemaakt door de krokant gebakken vis of het knapperig kipkluifje dat ernaast ligt.

Fietskip, dure kip en gespiesde kippenmaagjes

Kip bestaat hier in twee soorten: poulet bicyclette, vergelijkbaar met onze scharrelkip, maar dan mager als een wielrenner, en poulet de chair/poulet cher, een vetgemest exemplaar, vaak ingevoerd en ingevroren en verkrijgbaar in de duurdere restaurants. De fietskip is veruit het lekkerst. Over kip gesproken, voor de derde keer in Benin proefde ik pas voor het eerst brochettes de gesier, gespiesde kippenmaagjes van de barbecue. Heerlijk!

Kip, mager als een wielrenner, maar super lekker

Ik schreef al eerder dat ik nogal avontuurlijk ben aangelegd en ik ben bereid om alles te proberen wat me wordt voorgeschoteld. Ook ben ik niet vies van onooglijke stalletjes langs de kant van de weg waar mensen aan plakkerige plastic tafeltjes met hun handen ignam pilée eten, puree van yam of cassavewortel. Ik schuif er juist graag aan. Al zitten er soms naar mijn smaak iets te veel botten en vette stukken in de pindasaus. Ook daar zet ik mijn tanden in, maar niet van harte. Van deze varkensstaart (of was het een geitenstaart?) nam ik een dappere hap. Het bleef bij één hap.

God en voetbal

Net als voetbal is god overal. Deze zes woorden, zo mooi gezongen door Luc de Vos, zijn vaak letterlijk zichtbaar in Beninese bars en eetstalletjes. Andere vaste ingrediënten van zo’n plek zijn, behalve het eten en de drank: schetterende televisies, plastic stoeltjes, gammele barkrukken, borden en bekers in verschillende maten en vormen, hagedissen en veel mensen die gezellig hun dag met elkaar doornemen. Ik kan er geen genoeg van krijgen.