“‘Heen en weer tussen vertrouwen en wanhoop op de COP in Parijs’
Terwijl ik dit post, ben ik onderweg naar Parijs voor de VN-klimaatonderhandelingen. Voor de derde keer mag ik die met een groep studenten bijwonen. Sinds 2012 ondersteun ik met mijn organisatie, het Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking, deze studenten die als officiële observatoren de onderhandelingen van nabij zullen gadeslaan. Dit jaar hebben ze zich The Insiders genoemd: van achter de, zwaar bewaakte, schermen zullen zij verslag uitbrengen over deze conferentie.
Als je dit leest, dan weet je waarschijnlijk wel dat de inzet van ‘Parijs’ – waar de onderhandelingsronde dit jaar doorgaat – het bereiken van een nieuw klimaatakkoord is. Het is dan ook voor het eerst dat we een conferentie volgen met zo’n grote inzet. Dat nieuwe akkoord zal een opvolger zijn van het welbekende Kyoto-akkoord dat (een aantal) industrielanden verplichtingen oplegt op het vlak van vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.
Die verplichtingen lopen af in 2020. Het nieuwe Parijs Akkoord moet ervoor zorgen dat zowat alle landen van de wereld – en dus niet alleen meer de industrielanden - na 2020 hun inspanningen intensifiëren om uitstoot te verminderen.
Dat is de theorie. De vraag die al weken door mijn hoofd speelt is echter of dit ook gaat lukken. Het vertrouwen lijkt nochtans groot. De ontwerpagenda voor de onderhandelingen in Parijs vermeldt zelfzeker dat op vrijdagnamiddag 11 december het Paris Agreement zal worden aangenomen. Lang voor de terreuraanslagen van 13 november François Hollande een nieuwe kans gaven om zich een daadkrachtige president te tonen, had hij van de klimaatconferentie ei zo na de inzet van zijn presidentschap gemaakt. Een mislukking behoort voor hem niet tot de mogelijkheden. Ook game theorists – experts in geven en nemen, vertrouwen veinzen en weigeren eigen aan het diplomatieke spel – besluiten dat we binnen twee weken wakker zullen worden in een wereld met een klimaatakkoord. Ze hebben alle beschikbare informatie over de voorbereiding van het akkoord in hun modellen ingebracht en een débacle als in Kopenhagen lijkt vermijdbaar. En noem me naïef, maar ik ga er toch maar vanuit dat leiders wereldwijd geleerd hebben van het gekelderde akkoord van 2009.
Alles wijst er dan wel op dat er akkoord wordt goedgekeurd. De vraag die overblijft, is of het een goed akkoord zal zijn. Spoiler alert: dat zal het niet zijn. Ook dat staat nu al in de sterren geschreven. Alle goed 195 landen die deelnemen aan de VN-klimaatonderhandelingen waren uitgenodigd zelf hun plannen voor de vermindering van broeikasgasuitstoot in te sturen ruim vóór deze onderhandelingsronde. De 166 die dat gedaan hebben, samen goed voor meer dan 90% van de wereldwijde uitstoot, zullen er op basis van hun plannen niet in slagen de opwarming beneden de 2° te houden. Die 2° werden tijdens een vorige onderhandelingsfase in Durban afgesproken als de officiële bovengrens. Niet omdat het beneden 2° opwarming nog wel meevalt, want dat doet het niet.
Eerder dit jaar maakten wetenschappers bekend dat de gemiddelde temperatuur dit jaar voor het eerst de grens van 1° opwarming t.o.v. het pre-industrieel tijdperk heeft doorbroken. En nu al zien we elk jaar meer overstromingen, stormen en ander natuurgeweld; droogtes die tot voedseltekorten leiden en soms – zoals het geval was in Syrië – bijdroegen tot de uitbraak van geweld; stijgingen van het waterpeil. Niemand die precies weet wat we kunnen verwachten in een wereld die 2° warmer is, maar de algemene consensus is dat het nog net controleerbaar is. Voorbij 2° riskeren we kantelpunten te overschrijden in de draagkracht van de planeet: de smelting van de Groenlandse ijskap, ontdooien van de permafrost in Siberië, etc. Fenomenen die eens in gang gezet, wel nog moeilijk te controleren zijn. De inspanningen die landen op de tafel hebben gelegd in aanloop naar Parijs zullen leiden tot een opwarming van ca 3,5°.
Op zichzelf zal het akkoord nooit genoeg zijn.
Op zichzelf zal het akkoord dus nooit genoeg zijn. Wat absoluut nog uit de brand zou moeten worden geslepen, is een mechanisme dat landen aanmoedigt (of verplicht) om die nationale klimaatplannen op relatief korte termijn en op regelmatige basis aan te scherpen. Naarmate de noodzaak sterker voelbaar wordt en technologische evolutie en sociale innovatie nieuwe kansen creëren, zullen landen hun inspanningen verhogen.
Als dat snel genoeg gebeurt, hebben we alsnog een kans om de opwarming te beperken. Maar of een dergelijk mechanisme onderdeel zal zijn van dat Parijs Akkoord dat op vrijdagnamiddag 11 december wordt goedgekeurd is nog verre van zeker.
Tijdens een recente stakeholder ontmoeting georganiseerd door de federale cel Klimaat toonde Peter Wittoeck, hoofd van de Belgische onderhandelingsdelegatie, een slide die alle asks oplijstte van de EU. België onderhandelt immers niet onafhankelijk, maar als onderdeel van de Europese Unie. Tegenover die asks stonden de posities van de belangrijkste andere onderhandelingsgroepen tegenover die Europese wensen én de eigen wensen van de betreffende groepen. Het bood een ontnuchterend overzicht. Waar de EU voor haar meer ambitieuze eisen vaak het gezelschap verwachtte van de kleine-eilandstaten en de minst ontwikkelde landen, kan het stevige tegenwind verwachten van machtige spelers zoals de VS, India, China, Rusland, etc.
Eigenlijk is er dus nog niks gewonnen. Het beloven spannende weken te worden voor onze Insiders!