“‘Help, het zijn pubers! ... gelukkig maar.’
Met acht zijn ze. Acht “Niet Begeleide Minderjarige Jongeren” die hun uiterste best doen om hier, zo goed en zo kwaad mogelijk, aan te pikken en de dingen te doen die wij hier van hen verwachten. Denise De Bondt is voogd van de acht jongens die, op de vlucht zonder ouders, hier zijn beland. Zij vertelt hier hun en haar verhaal, the good and the bad, het wel en het wee.
Een van mijn jongens is recent verhuisd van het opvangcentrum (OC) naar een lokaal opvang initiatief (LOI). Dat is een opvangformule waarbij er een aantal jongeren samen in een huis wonen en waar er geen inwonende begeleider aanwezig is. Al komt die laatste op geregelde tijdstippen wel langs. Voor de rest van de tijd zijn de jongens op zichzelf aangewezen.
Twee weken geleden hebben we samen zijn schamele bezittingen overgebracht naar zijn nieuwe woonplaats. We hebben hem de regels uitgelegd, afspraken gemaakt en hem duidelijk gemaakt dat hij vanaf nu heel veel zelf zal moeten doen: winkelen, koken, op tijd opstaan, boterhammen smeren, naar de bushalte fietsen en noem het maar op. Toch niet min voor een alleenstaande jongen die nog maar net 16 is geworden.
Maar kom, ik weet dat hij heel zelfstandig is en bezoek hem voorlopig ook vaker. Zijn begeleider is super, dus dat komt wel goed. Op school doet hij het goed, zijn kennis van het Nederlands wordt met de dag beter en hij is een voorbeeldige leerling die echt actief deelneemt aan het gebeuren in de klas. Alles snor dus.
Schoolslag
Tot ik het telefoontje van de leerlingenbegeleidster kreeg. Dat de klas voor het eerst is gaan zwemmen dit schooljaar en dat hij niet is mee gegaan. We overleggen even en komen tot de gezamenlijke conclusie dat hij vermoedelijk geen zwemgerief heeft en hij dat waarschijnlijk niet heeft durven melden. OK, niet getreurd. Ik schiet in actie en zorg voor zwemgerief.
Toen ik hem het “zwempakketje” kwam brengen, verneem ik dat-ie toch al over een zwembroek beschikt. Onze conclusie was dus voorbarig en vooral verkeerd. Hij wil helemaal niet gaan zwemmen.
Voorzichtig pols ik naar de reden en voel weerstand. Daar had ik me wel aan verwacht. Ik gooi al mijn diplomatie in de ring en ga voor een tweede ronde.
Na sinds een jaar verschillende vluchtverhalen te hebben aanhoord — typisch doordrenkt van gruwel, terrorisme, oorlog en verderf — gaan op zulke momenten al mijn alarmbelletjes rinkelen. Heeft het te maken met doodsangst voor water na een overtocht op zee? Littekens die hij niet wil tonen? Moet ik de oorzaak in zijn geloof zoeken? Is hij misschien zo ongelukkig dat hij zichzelf heeft verwond zonder dat ik het heb opgemerkt en is hij nu beschaamd? Het behoort allemaal tot de mogelijkheden.
Voorzichtig pols ik naar de reden en voel weerstand. Daar had ik me wel aan verwacht. Ik gooi al mijn diplomatie in de ring en ga voor een tweede ronde. Deze keer met succes. Eindelijk krijg de echte reden te horen: “Dan ligt mijn haar niet goed meer”.
Tegen de zwaartekracht
Met uiterste wilskracht en tot een bloedende lip toe — ik zette er stevig mijn tanden in — voorkom ik dat ik in een daverende lach schiet. Het probleem is immers écht en groot voor hem. Ik herinner me glashelder de ontelbare werelden die vergingen toen ik zelf als puber in de badkamer stond om vergeefs te trachten iets van mijn kapsel te maken. Het verdriet van mijn eigen kinderen tijdens hun gevechten met hun puberkrampjes. Dit is wel degelijk belangrijk voor hem.
Met uiterste wilskracht en tot een bloedende lip toe — ik zette er stevig mijn tanden in — voorkom ik dat ik in een daverende lach schiet.
Dus nemen we even de tijd om dit probleem grondig op te lossen. We bespreken dan ook ernstig de manier waarop hij ‘s morgens zijn kapsel in die ongelofelijke vorm krijgt tegen alle wetten van de zwaartekracht in. Mijn man is ervan overtuigd dat hij wel Velpon moet gebruiken, maar volgens de jongen zelf is het ‘gewoon wax’. Uiteindelijk spreken we af dat hij het potje wax ook meeneemt in zijn zwemzak en na de zwembeurt zijn haar terug bewerkt. OK hier kan hij, zij het niet van harte, mee leven. Probleem opgelost.
Eigenlijk ben ik vertederd door mijn stoere “Prima Donna”, een echte puber. Het stemt me wel blij. Het wil zeggen dat hij het verleden toch ook stilaan een plaatsje begint te geven en leeft in het “hier en nu”. Het betekent dat hij zich stilaan aanpast aan zijn nieuwe leefwereld en zijn ruimte zoekt.
Hij komt er wel, hij is een verstandige jongeman die hard werkt, ontzettend veel moed en wilskracht heeft …. en gelukkig ook af en toe een normale puber is. Laat hem maar, het levert mooie anekdotes op waar we later, veel later, samen smakelijk om zullen kunnen lachen. Tot die dag, blijft dit uiteraard een ernstige kwestie!