“‘Het langverwachte eindspel in het Israëlisch-Palestijnse ‘vredesproces’? ’
Het ‘vredesproces’ in het Midden-Oosten zit weer maar eens in een impasse. Nadat Israël eind maart weigerde Palestijnse gevangen vrij te laten maakte de Palestijnse President Abbas bekend verschillende internationale verdragen te willen ondertekenen, een actie die door Israël gretig werd aangegrepen om de zwartepiet voor het vastlopen van de onderhandelingen naar de Palestijnen door te schuiven. Maar wat is hier nu juist van aan?
Het vredesproces tussen Israëli’s en Palestijnen zit weer maar eens in het slop. Nadat de Israëlische regering op 29 maart terugkwam op haar belofte om Palestijnse gevangenen vrij te laten en op 1 april aanbestedingen voor 700 nieuwe kolonies her-publiceerde, maakte de Palestijnse President Abbas enkele uren later zijn intentie bekend om vijftien internationale verdragen en conventies te willen ondertekenen.
Israël reageerde furieus: het geschut van economische sancties tegen de Palestijnse Autoriteit (PA) werd onmiddellijk in stelling gebracht, en de Israëlische Eerste Minister ‘Bibi’ Netanyahu schortte alle ministeriële contacten met de PA op. “Unilaterale stappen zullen beantwoord worden met unilaterale stappen”, aldus Netanyahu. De Israëlische Minister van Toerisme Landau stelde dat de Palestijnen een “zware prijs” zullen betalen als ze “dreigen naar VN-organisaties te gaan”, en Minister van Economie Bennett dreigde delen van de reeds bezette Westoever te annexeren.
Netanyahu stelde het als volgt: “Wij waren bereid moeilijke stappen te nemen in de komende maanden om zo een kader te kunnen creëren dat zou moeten leiden tot een einde van het conflict. Echter, net nu we op de rand van (het bereiken van) dergelijk kader stonden schonden de Palestijnen de overeenkomsten die reeds bereikt waren”. Een wel heel erg merkwaardige voorstelling van de feiten.
“De Palestijnen schonden de overeenkomsten die reeds bereikt waren”?
De Israëlische verklaringen gaan voorbij aan het feit dat het Israël was dat zich niet hield aan haar deel van de afspraak, niet omgekeerd. De Palestijnen besloten eind juli 2013, onder zware Amerikaanse druk, zich opnieuw naar de onderhandelingstafel te begeven. Ze slikten hun eerdere eisen (een bevriezing van de bouw van nieuwe kolonies in bezet gebied en een erkenning van de grenzen van 1967 als uitgangspunt voor onderhandelingen) als voorwaarden voor het hervatten van onderhandelingen in.
In ruil voor de vrijlating, in vier fases, van 104 Palestijnse gevangenen toonde de PA zich bereid nieuwe onderhandelingen aan te vatten en zich tot en met 29 april te onthouden van unilaterale acties gericht op het aanvragen van lidmaatschap van VN-instellingen.
De huidige crisis begon toen Israël op 29 maart weigerde, tegen alle eerder gemaakte afspraken in, de vierde groep van gevangenen vrij te laten. Een compromis (inclusief een bevriezing van de bouw van nieuwe kolonies) leek in de maak na intensieve Amerikaanse bemiddeling, waarop Israël op 1 april echter doodleuk aankondigde 700 nieuwe kolonies te willen bouwen. Enkele uren later besloot Abbas een aanvraag tot ondertekening van 15 internationale verdragen en conventies in te dienen. Zelfs de Amerikaanse buitenlandminister Kerry plaatste ondertussen de verantwoordelijkheid voor het vastlopen van de gesprekken bij Israël.
De Palestijnen gingen bovendien niet “terug naar de VN”, maar verzochten enkel aansluiting bij de belangrijkste bestaande internationale verdragen op het vlak van humanitair recht en mensenrechten.
Het blijft een raadsel hoe dergelijke stappen “schadelijk zijn voor de vrede”. Wat is er immers zo vreselijk aan het feit dat de PA de vier Conventies van Genève wil ondertekenen? Of op welke manier is het nadelig voor vrede dat Palestijnen de Conventie ter Eliminatie van Alle Vormen van Discriminatie tegen Vrouwen, de Conventie ter Eliminatie van Alle Vormen van Raciale Discriminatie, de Conventie over de Rechten van het Kind, of de Conventie tegen Marteling willen ondertekenen? Welke Israëlische belangen schaadt de PA door het Internationale Covenant voor Politieke en Civiele rechten, of de Conventie tegen Corruptie, te willen ondertekenen? Of voelt Israël zich misschien ongemakkelijk als Palestijnen zich willen aansluiten bij de Internationale Conventie ter Preventie en Bestraffing van Genocide, of de Conventie ter Onderdrukking en Bestraffing van Apartheid?
Het ondertekenen van al deze conventies schaadt niemand. Integendeel, het beschermt enkel Palestijnse burgers tegen de brutaliteit van de Israëlische bezetting én mensenrechtenschendingen begaan door de PA. Benieuwd wie daar iets tegen op kan hebben. Dat is alvast de mening van Amnesty International , daarin bijgetreden door Human Rights Watch en de Amerikaanse oud-President Jimmy Carter: “Amnesty gelooft dat deze actie de PA moet aanzetten tot versterkte inspanningen inzake de handhaving van de rechten van alle personen in gebieden onder haar controle. Dit betekent onder meer het uitvoeren van onafhankelijke en effectieve onderzoeken naar alle vermeende (mensenrechten)schendingen door Palestijnse veiligheidsdiensten, en de vervolging van de verantwoordelijken in eerlijke processen”.
Abbas benadrukte daarnaast dat wat hem betreft de onderhandelingen nog niet over zijn, maar een doorbraak wel bereikt moet worden voor 29 april. Tot dan, aldus Abbas, zullen de Palestijnen geen aanvragen tot lidmaatschap van VN-instellingen nastreven.
“Israël was bereid moeilijke stappen te nemen”?
Het blijft daarnaast onduidelijk welke “moeilijke stappen” Netanyahu bereid zou zijn te nemen de komende maanden. Als hij de afgelopen maanden al enige toegeving gedaan zou hebben aan Kerry, blijft die vooralsnog een goed bewaard geheim. Het recente verleden als indicator nemen voor de mate van toegevingen die Israël bereid zou zijn te doen in de nabije toekomst belooft alvast weinig goeds.
Netanyahu en co weigerden zelfs maar te praten over een Palestijnse hoofdstad in (delen van) Oost-Jeruzalem, hoewel de Israëlische unilaterale annexatie van het oosten van de stad in 1967 nooit erkend werd door de internationale gemeenschap, en het feit dat Palestijnen überhaupt bereid zijn te onderhandelen over Oost-Jeruzalem een toegeving op zich is. Israël bleef ondertussen wel vrolijk verder de bouw van nieuwe kolonies in haar “eeuwige en ondeelbare hoofdstad” aankondigen.
Netanyahu en co weigerden daarnaast elke vorm van compromis inzake een militaire terugtrekking uit de Jordaanvallei, de 28 percent van de Westoever die de economische ruggengraat van een toekomstige Palestijnse staat moet vormen. Het voorwendsel van ‘veiligheidsredenen’ werd zelfs doorprikt door Meir Dagan (het voormalige hoofd van de Shin Bet, de Israëlische binnenlandse inlichtingendienst, nvdr), die het had over het “manipulatieve gebruik van veiligheidsissues voor politieke doeleinden”.
De Palestijnen, daarentegen, gingen akkoord met een aanwezigheid van onbepaalde duur van Amerikaanse troepen of een NAVO-troepenmacht in de Jordaanvallei om de Israëlische veiligheidsbelangen te garanderen, een suggestie die onmiddellijk van de hand gewezen werd door Israël. “De derde partij kan blijven. Ze kunnen voor een lange tijd blijven, waar ze ook willen. Ze kunnen blijven om de Israëli’s gerust te stellen, en ons te beschermen”, aldus Abbas in februari.
De Palestijnse President ging daarnaast akkoord met een gedemilitariseerde Palestijnse staat. De Israëli’s, echter, namen enkel genoegen met een blijvende aanwezigheid van Israëlische troepen in de Jordaanvallei, waarvan het moment van terugtrekking bepaald zou worden door de Israëlische inschatting van de veiligheidssituatie. Het behoeft weinig verbeelding dat de Palestijnen zo’n ‘test’ nooit zouden doorstaan in de ogen van Israël, wat de deur wijd openzet voor een blijvende aanwezigheid van Israëlische troepen in een ‘onafhankelijk’ Palestina. Een blijvende bezetting van bezet gebied zonder het nog langer ‘bezetting’ te noemen, kortom.
Netanyahu en co weigerden bovendien om zelfs maar een tijdelijke bevriezing van de bouw van nieuwe illegale kolonies in bezet gebied te overwegen. Integendeel: sinds de start van de ‘onderhandelingen’ was er sprake van een zelden geziene versnelling in de aankondiging van nieuwe kolonies. Sinds augustus 2013 werden vergunningen voor 5591 huizeneenheden voor kolonies goedgekeurd en plannen voor nog eens 12126 huizeneenheden versneld door de Israëlische autoriteiten.
Uit cijfers van het Israëlische Centrale Bureau van Statistiek blijkt bovendien dat de effectieve start van de bouw van nieuwe kolonies in 2013 met 123 percent toenam in vergelijking met het jaar ervoor. En hoewel Abbas begin februari stelde dat Israëlische nederzettingen gradueel verwijderd kunnen worden in een periode van vijf jaar (in plaats van de eerder gestelde drie jaar), verklaarde Netanyahu eind januari dat hij “niet de intentie heeft om eender welke nederzetting te evacueren of ook maar één Israëli te ontwortelen”.
Netanyahu en co weigerden bovendien de grenzen van 1967, de enige internationaal erkende grens tussen Israël en bezet Palestijns gebied, als uitgangspunt voor onderhandelingen over finale grenzen te aanvaarden. Hoewel zowel de voormalige Palestijnse President Arafat als Abbas in het verleden reeds de idee van de ruil van bepaalde stukken evenwaardig land (de zogenaamde ‘land swaps’, afwijkingen van de grenzen van 1967) aanvaardden, maakte Israël er steeds minder een geheim van aanzienlijke delen van de Westoever hoe dan ook als toekomstig onderdeel van Israël te zien.
Netanyahu en co weigerden eveneens nog maar te praten over een beperkte vorm of symbolische erkenning van het recht op terugkeer, of financiële compensatie voor Palestijnen (of hun nakomelingen) die in 1948 door Israël van hun land verdreven worden (zoals uiteengezet in het werk van Israëlische historici als Ilan Pappé of Benny Morris). Dit terwijl talloze VN-resoluties dit recht erkennen, en Abbas verschillende keren aangaf Israël niet te willen ‘overspoelen’ met Palestijnse vluchtelingen.
De veiligheidssituatie in de Westoever en Gaza ging sinds eind juli bovendien zienderogen achteruit. De Palestijnse veiligheidssituatie, welteverstaan. Een korte blik op cijfers verzameld door UNOCHA volstaat. Sinds de aanvang van nieuwe ‘vredesgesprekken’ kwamen 43 Palestijnen om het leven en raakten 1756 Palestijnen gewond door Israëlisch legergeweld. 429 Palestijnse gebouwen werden gesloopt door het Israëlische leger, waardoor 725 Palestijnse burgers op straat kwamen te staan. 3025 Palestijnen werden bovendien gearresteerd sinds augustus. De afgrendeling en belegering van Gaza ging onverminderd voort, en werd zelfs nog opgevoerd.
De ‘veiligheid’ van de bezetter, Israël, komt immers boven alles. De veiligheid van het bezette volk, de Palestijnen, lijkt minder aan de orde in een Israëlisch narratief.
Een Israëlische partner voor vrede?
Verschillende Israëlische ministers lieten de afgelopen maanden bovendien weinig twijfel bestaan over hun intenties. Defensieminister Ya’alon (die de Palestijnen begin jaren 2000 als een “vorm van kanker” omschreef) noemde Kerry in januari “messianistisch” en “obsessief”, en hoopte dat “Kerry zijn nobelprijs krijgt en ons verder met rust laat”.
Minister van Huisvestiging Ariel organiseerde eind januari een massarally in Jeruzalem tegen de onderhandelingen, en suggereerde de al-Aqsa moskee in Jeruzalem (de derde heiligste plek in de Islam) te slopen om plaats te maken voor de ‘Derde Joodse Tempel’. “Er zullen geen twee staten zijn ten westen van de Jordaanrivier. Zelfs als er onderhandelingen plaatsvinden. Dit staat niet op de agenda”, aldus Ariel eind augustus 2013.
Minister van Economie Bennett verklaarde midden februari dat er geen noodzaak tot onderhandelingen of terugtrekking uit de Westoever is aangezien de “Arabische wereld toch aan het instorten is”. Hij stelde eerder dat een Palestijnse staat “verkeerd” en “gevaarlijk” is. Viceminister in het bureau van de Eerste Minister Ofer Akunis verklaarde midden januari tevens “niet te geloven dat er plaats is voor een Palestijnse staat tussen de Jordaanrivier en de Middellandse Zee”.
‘Vrede’ volgens Bibi
De furieuze Israëlische reactie op de Palestijnse intentieverklaring om 15 internationale verdragen te willen ondertekenen hoeft niet te verbazen. Israël heeft er alle belang om ‘vredesgesprekken’ eindeloos te rekken zonder echt toegevingen te moeten doen, en ondertussen meer ‘feiten op de grond’ te creëren. ‘Negotiations for the sake of negotiations’, kortom.
Zolang er ‘onderhandeld’ wordt kan de status-quo behouden worden, wordt de groeiende internationale druk op Israël afgewend, en de dreiging van economische sancties en een internationale boycot afgehouden. Israël mag dan wel niet bijster geïnteresseerd zijn in een overeenkomst met de Palestijnen, het hoopt tenminste een overeenkomst met de wereld te bereiken.
Abbas heeft de kaarten echter grondig herschud door de weg naar de Verenigde Naties langzaamaan open te beuken. Wordt 2014 dan toch het jaar waarin de 47-jarige status-quo in Palestina doorbroken wordt?