Het mondmasker in de onthaalklas voor nieuwkomers

Blog

OKAN-leerkracht: 'Met een mondmasker gaat de verbinding van taal verloren'

Het mondmasker in de onthaalklas voor nieuwkomers

Het mondmasker in de onthaalklas voor nieuwkomers
Het mondmasker in de onthaalklas voor nieuwkomers

Lies Gallez, leerkracht in een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers, heeft er net de eerste week schoolweek op zitten - mét mondmasker. ‘Door het mondmasker in de klas gaat er iets belangrijk verloren. Want taal is een menselijk gegeven en de sleutel tot verbinding.’

Marco Verch  (CC BY 2.0)

‘Elke minimale gezichtstuitdrukking en -wijziging, mondbeweging, glimlach, gefronste wenkbrauw is essentieel voor het overbrengen van het Nederlands (als tweede taal).’

Marco Verch (CC BY 2.0)

Lies Gallez, leerkracht in een OKAN-klas voor anderstalige nieuwkomers, maakt zich zorgen nu een mondmasker in de klas verplicht is. Ze vreest dat belangrijke nuances verloren gaan, die essentieel zijn om een nieuwe taal te leren en de weg in een nieuw thuisland te vinden. ‘Ook een veilige basis is noodzakelijke zuurstof voor het leerproces.’

Ja, ik ben blij dat ik als OKAN-leerkracht weer fysiek voor de klas kan staan na al die maanden. Dat ik mijn leerlingen opnieuw in het echt kan zien en begroeten. Of tenminste van wat van hun gezichten zichtbaar is. Want dat mondmasker daar heb ik verdomd moeilijk mee.

Ik begon ondertussen aan mijn vijfde schooljaar. Deze keer was het een start die ik door alle coronamaatregelen niet snel zal vergeten. Over dat mondmasker is al veel geschreven, geklaagd en gezaagd. Maar waarover ik het graag wil hebben, is hoe het een mogelijke leerbelemmering kan vormen voor de anderstaligen die het Nederlands als tweede taal leren.

Een miniwereld in de klas

Bij leren van een taal volstaat het volgens mij niet om slechts klanken, woorden en zinnen te produceren en die zo tot bij de leerlingen te brengen. Voor het leren van een nieuwe taal heb ik mijn volledige lichaam nodig en dat mag je vrij letterlijk nemen: armen, benen, handen, vingers, voeten, wangen, lippen, oren, hoofd.

Voor het leren van een nieuwe taal heb ik mijn volledige lichaam nodig en dat mag je vrij letterlijk nemen: armen, benen, handen, vingers, voeten, wangen, lippen, oren, hoofd.

In mijn klas zitten negen nationaliteiten en dat op zich is een prachtig gegeven. Wij zijn een miniwereld. Maar mijn leerlingen begrijpen geen woord Nederlands. Alles is nieuw voor hen: de taal, het land, de school, de klas. Elke minimale gezichtstuitdrukking en -wijziging, mondbeweging, glimlach, gefronste wenkbrauw is essentieel voor het overbrengen van het Nederlands (als tweede taal).

Het mondmasker belemmert mij in het correct overbrengen van de uitspraak van specifieke klanken, zoals de tongpunt-r of de g- of sch-klank. Maar dat niet alleen, want dit is vrij technisch en met tijd komt dat nog goed, denk ik.

Wat ik vooral mis, is de nuancering die ik kan leggen in een taal, de warmte van woorden, de verwondering die ik kan oproepen als ik een nieuw woord voor het eerst aan hen introduceer, de glimlach die daarbij steevast mee samenhangt, het tuiten van mijn lippen om articulatie bij hen aan te moedigen, iets wat hopen inspanning en geduld vergt en wat voor sommigen heel moeilijk is. Ik mis het om hun monden te zien wanneer ze nieuwe woorden voor het eerst uitspreken. Soms moet ik gissen of ze het überhaupt juist zeggen. Het verarmt het leren van een nieuwe taal enorm.

Over de langetermijneffecten kan ik geen sluitende uitspraken doen. Maar ik vermoed dat het voor sommige leerlingen zal betekenen dat zij er langer over zullen doen vooraleer zij het Nederlands onder de knie hebben. Meer tijd die ik hen met plezier zal geven.

Weg spontaniteit

Nog vaker vraag ik me af hoe het voor anderstaligen voelt om een leerkracht voor zich te hebben waarvan ze de glimlach en gezichtsuitdrukkingen nog niet gezien hebben, en misschien nooit zullen zien. Er gaat zoveel non-verbale communicatie, emotie en nuance verloren. Er gaat zoveel spontaniteit verloren.

Dat wij ons volledige gezicht nodig hebben voor het begrijpen en interpreteren van emoties en dus ook mensen, bewijzen baby’s en kinderen. Zij leren ons kennen door ons gezicht te observeren. Dat wij nu anderstaligen zonder dat alles een nieuwe taal aanleren voelt heel onnatuurlijk en geforceerd. Bovendien is het ook erg vermoeiend. Want ja, zeven uur per dag een mondmasker dragen en praten en vragen stellen, is alles behalve een pretje. Daar is iedereen het ondertussen over eens. Over het gebrek aan verse lucht zal ik het hier niet eens hebben.

Ik heb mijn volledige gezicht nodig om hen gerust te stellen, om hen het gevoel te geven dat ze welkom zijn.

Ik heb mijn volledige gezicht nodig om hen gerust te stellen, om hen het gevoel te geven dat ze welkom zijn, om hen het vertrouwen te schenken dat ik er ben voor hen. Ik heb hun volledige gezicht nodig om de angsten te kunnen zien en dat aan te kaarten als dat nodig zou zijn, om hun glimlachen te ontvangen, om hun zorgen op te pikken, om hun verdriet te zien en het daar over te hebben als ze dat wensen. Ook dit is onderdeel van het leren van een nieuwe taal, misschien zelfs de eerste stap om het daarna over grammatica, zinsbouw, hoofdletters, leestekens en dt-regels te hebben.

Wat een ongelofelijk gemis was het voor mij tijdens die eerste week. Wat een ongelofelijk triest vooruitzicht dat dit zo nog een tijdje verder zal gaan. Ik wil heel solidair met de coronamaatregelen, en zorgen voor elkaar, en neen, ik lach dit virus niet weg, integendeel. Daar gaat het ook niet om. Als leerkracht én als mens draag ik mijn volle verantwoordelijkheid.

Ik draag mijn mondmasker, maar ik neem geen blad voor de mond: de impact op de klasrealiteit is gigantisch. Als leerkracht maak ik me zorgen om wat ondertussen verloren gaat: taal is een heel menselijk gegeven en de sleutel tot verbinding. Iets waar anderstaligen, die om welke reden dan ook hun thuisland hebben (moeten) verlaten, een enorme behoefte aanhebben. Voor het leren van een nieuwe taal moet een leerling zich goed voelen, die basis hebben zij en wij nodig, om efficiënt leren mogelijk te maken. Wat gebeurt er zonder die veilige basis die de noodzakelijke zuurstof geeft aan het leerproces?