Het ongeloof van de kerk

Het ongeloof van de kerk

Marc Van Laere

01 oktober 1997

De paus bezoekt over enkele dagen Rio de Janeiro. President Cardoso is daar niet zo gelukkig mee sedert de Braziliaanse bisschoppen zijn neoliberaal beleid onder vuur nemen.

In oktober 1994 werd Fernando Henrique Cardoso overtuigend tot president van Brazilië gekozen. Als minister was Cardoso er enkele maanden daarvoor in geslaagd om de munt –de real- te stabiliseren en de inflatie onder controle te krijgen. Daardoor klonken de verkiezingsbeloften om de economie verder te stabiliseren, belangrijke fiscale en administratieve hervormingen door te voeren en om het sociale vangnet te verstevigen geloofwaardig. Cardoso was één van de boegbeelden van de oppositie onder de militaire dictatuur die Brazilië van 1964 tot 1985 kende. Maar toen Cardoso na zijn aanstelling aan het volk vroeg om ‘te vergeten wat hij geschreven had’, groeide het wantrouwen. Brazilië zou ten allen prijze aansluiten bij de mondialisering van de economie. Dat gebeurde sedertdien met succes.

Het sprookje van Duizend en één Markt

Vandaag is Brazilië de achtste economische wereldmacht, even sterk als Canada. Frans Gistelinck werkte lange tijd in de noordelijke stad São Luís do Maranhão en vertelt na een recent bezoek aan Brazilië: ‘Het leven werd duur, maar de mensen verbeteren zich. Brazilië gelijkt meer en meer op de Verenigde Staten: wie hard werkt, komt er. Vroeger devalueerde het geld dag na dag. Nu de real aan de dollar gekoppeld is, weten zelfs de straatkinderen dat het geld op het einde van de maand evenveel waard is als bij het begin. Het is opmerkelijk dat meer en meer Nederlandse banken naar Brazilië trekken.’ Toch beseft zelfs de president dat zijn neoliberaal beleid voor grote sociale spanningen zorgt. De economische groei van de jongste drie jaar zorgde niet voor nieuwe banen. De eigen Braziliaanse industrie werd sterk in het defensief gedrongen door de liberalisering. Volgens de overheid moet het land op korte termijn zwaar in moderne, buitenlandse technologie investeren om internationaal competitief te worden. Ondanks enkele succesvolle hervormingen -zoals in het onderwijs- struikelen Cardoso en zijn regeringsploeg over het verleden van het land. De immense schuldenlast blijft alle ontwikkeling hypothekeren, door de macht van de grootgrondbezitters laten landbouwhervormingen tergend lang op zich wachten en inheemse volkeren krijgen wel aandacht maar nauwelijks leefruimte.

President Cardoso verklaarde vorig jaar: ‘Brazilië is geen arm maar een onrechtvaardig land’. Die woorden nam hij nog niet terug. Dat is hem ook geraden, nu na enkele recente privatiseringen het straatprotest toeneemt. Meest in de kijker liepen vanaf juni de stakende politieagenten en de beweging van landloze boeren, de MST. Maar de jongste maanden wordt de toon vooral gezet door de katholieke kerk. In hun jongste bijeenkomst schreven de bisschoppen: ‘De verarming van het volk is onaanvaardbaar als de noodzakelijke prijs voor de economische ontwikkeling. Zonder het belang te ontkennen van een economie die niet langer wordt bepaald door de inflatie, wachten wij op beslissingen van de regering die de uitsluiting van miljoenen armen tegengaan.’

Klagen bij de paus

Concrete aanleidingen voor deze veroordeling van de gang van zaken waren het privatiseren van de mijngigant Companhia Vale do Rio Doce en de toenemende repressie tegenover landloze boeren. De Vlaamse bisschop André De Witte van het arme bisdom Ruy Barbosa in de deelstaat Bahía, even op doorreis in België, laat zijn vroegere voorzichtigheid varen: ‘De eerste maanden na mijn aanstelling meende ik van politici als Cardoso en van de economische politiek het beste te kunnen denken tot het bewijs van het tegendeel. Nu wil ik eerst zién om te geloven. Cardoso moet Brazilië niet meer vertellen dat dankzij een groter wordende taart er ook meer verdeeld kan worden. De feiten zijn er. De armoede neemt alleen maar toe.’ Wie de bisschop erop attent maakt dat hij de tongval van een bevrijdingstheoloog heeft, krijgt daarvoor in ruil een glimlach. Een document van het katholiek studiecentrum Ibrades in Rio de Janeiro vreest dat Cardoso ‘een tweede Fujimori’ wordt: ‘De regering en de elites stellen zichzelf voor als de enigen die denken, die weten wat ze moeten zeggen en wat er moet worden gedaan om de problemen van het land op te lossen.’

De bisschoppen tackelden de president persoonlijk toen deze zich in het Congres de weg vrijbokste om eind volgend jaar herkozen te kunnen worden. Zij beweerden dat daarvoor parlementariërs waren omgekocht. Waarop de president zich bij een bezoek aan Rome bij de paus beklaagde over het wantrouwen van de Braziliaanse bisschoppen en over de ‘overdreven steun’ die de clerus verleent aan de verdedigers van landbouwhervormingen. Een demarche die de bisschoppen als hoogst ‘onelegant’ veroordeelden. In de voorbije zomer was er ook een grote bijeenkomst van de Braziliaanse basisgemeenschappen in São Luís do Maranhão. Er was veel aandacht voor ‘kerkelijke’ problemen, niet in het minst de concurrentie met de pinksterkerken, maar in de slotverklaring werden uitdrukkelijk ook de werkloosheid, het geweld en de uitsluiting aangeklaagd.

De stem in de straten

Het is niet zeker of de impact van de katholieke kerk groot genoeg is om het neoliberale tij te doen keren, ook al is de kerk veruit het meest gerespecteerde instituut van het land. Cardoso weet hoe de 300 bisschoppen van het land onderling verschillen van mening, hoe de kerk terrein verliest tegenover pinksterkerken als de Igreja Universal de Deus en hoe de invloed van de kerk bij de jeugd wegebt. Hij herhaalt dan ook met genoegen dat de kerk zich beter met haar eigen problemen zou bemoeien dan met zijn staatszaken. Frans Gistelinck die aanwezig was op de basisbijeenkomst in São Luis waarschuwt bovendien voor overdreven enthousiasme over het nieuwe dynamische imago van de kerk: ‘Ik zag in São Luís bisschoppen, theologen, ex-priesters, religieuzen en vertegenwoordigers van basisbewegingen. De indianen, de landloze boeren, eenvoudige christenen, werklozen heb ik er tevergeefs gezocht. Ik vrees dat de kerk niet wezenlijk veranderd is.’ Toch is het onmiskenbaar dat de katholieke kerk rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken is bij elke vorm van oppositie in Brazilië.

Terwijl de regering de indruk geeft aan de toekomst te willen werken zonder de steun van de volksbewegingen, groeit de onrust in de straten. In die straten beweegt zich ook de kerk. Niet alleen wanneer de paus straks door de straten van Rio gevoerd wordt in zijn pausmobiel… een Renault, made in Argentina.