Het rijk van de stilte

Blog

Waarom geeft niemand nog een moer om het geweld in Congo?

Het rijk van de stilte

Het rijk van de stilte
Het rijk van de stilte

Niets of niemand geeft nog een moer om al die nutteloze doden in Oost-Congo, ziet MO*Wereldblogger Ivan Godfroid. Het verklaart de teleurstelling van een aantal Congolese toeschouwers bij de voorvertoning van een nieuwe Belgische docu over Congo. ‘Het moorden gaat maar door, gaat maar door.’

© Ivan Godfroid

De nieuwe film van de Belgische cineast Thierry Michel werd voorvertoond in het Palais du Peuple in Kinshasa. Na de film vraagt een aantal aanwezige Congolezen zich af of er niets meer te vertellen viel over de gebeurtenissen sinds 2017.

© Ivan Godfroid

De Belgische cineast Thierry Michel heeft een nieuwe film uit, “L’ Empire du silence”, een documentaire over 25 jaar geweld in Congo. Maar de voorvertoning in Kinshasa krijgt opvallend weinig belangstelling, stelt MO*Wereldblogger Ivan Godfroid vast. Ook al zijn de onveiligheid en de onvrede groot in Congo. ‘Het moorden gaat maar door, zonder enige reactie uit Kinshasa, Kigali, Oeganda, Brussel, Parijs of Washington.’

Thierry Michel klonk ontgoocheld. ‘Waarom komen de Kinois (inwoners van Kinshasa, red.) niet kijken? Met deze film wil ik hen wakker schudden. De meesten weten niet eens wat er in hun land is gebeurd. Waarom werd de grote voorvechter van gerechtigheid, dokter Denis Mukwege, nog nergens in eigen land gelauwerd, terwijl hij wel de Nobelprijs voor de Vrede kreeg?’

De Belgische cineast had het zich helemaal anders voorgesteld. Maandenlang moest hij lobbyen om een visum te pakken te krijgen om zijn nieuwe film zelf in Congo in avant-première te mogen voorstellen. En toen dat, tegen alle verwachtingen in, toch lukte, bleek er erg weinig volk op af te komen.

Hij deelde zelf uitnodigingen uit en verspreidde ze ook via het cultureel centrum Wallonie-Bruxelles. Toen ik hem een paar dagen eerder ontmoette op de receptie in de residentie van Belgisch ambassadeur Jo Indekeu, had hij net de laatste weggegeven. Ik kreeg dan maar zijn visitekaartje, dat zou me ook wel toegang geven tot de zaal. Maar ik kon best wat vroeger komen, raadde hij me aan, want niet iedereen zou binnen kunnen.

Dekmantel

Thierry Michel werd al verschillende keren als ongewenst beschouwd in Congo omwille van zijn twaalf eerdere films over het land. Merkwaardig, hoe diezelfde man dit keer keer de filmprojectie kon laten doorgaan in de filmzaal van het Palais du Peuple, het gigantische gebouw dat door de Chinezen werd neergepoot en dat een centrale werkplek biedt aan het nationale parlement. De minister van Communicatie en de woordvoerder van de regering werd zelfs bereid gevonden om de film in te leiden, in de indrukwekkende filmzaal met 800 zetels.

De titel van de film, L’ Empire du silence of Het rijk van de stilte, doelt op een kwarteeuw schuldig verzuim van al diegenen die iets hadden kunnen veranderen aan de diepe menselijke ellende waaraan de bevolking van Oost-Congo al die tijd werd blootgesteld.

rr

rr

Om dat te onderlijnen is de hele film een lange opsomming van alle funeste strategieën die doorheen de decennia ontrold werden om het immense land te beroven van zijn natuurlijke rijkdommen. Onveiligheid is de best denkbare dekmantel voor het plunderen van de buren, dus hebben de plunderaars er zelf alle belang bij zoveel mogelijk onveiligheid te scheppen. Daar zijn ze bijzonder goed in gebleken.

Hier kan u de trailer van de film bekijken.

Startschot in Lemera

De genocide in buurland Rwanda en de angst voor represailles door toenmalig rebellenleider (en huidig president) Kagame joegen anderhalf miljoen Rwandese vluchtelingen over de grens in 1994. De film situeert het begin van de moordpartijen op Congolees grondgebied in Lemera, een twintigtal kilometer van de grens met Rwanda.

Dokter Mukwege was er in die tijd hoofdarts in het hospitaal. Het werd op 6 oktober aangevallen door Congolese Tutsi-rebellen, gesteund door het Rwandese leger RPA. In de maanden die er aan voorafgingen waren die zelf verjaagd door Interahamwe (Hutu-militie tijdens de Rwandese genocide, red.), die vanuit Rwanda in Oost-Zaïre waren ondergedoken.

Meer dan dertig bedlegerige patiënten werden genadeloos afgeslacht, en ook hun verzorgers. Dokter Mukwege ontsnapte aan de dood omdat hij net die dag een patiënt overbracht naar Bukavu.

De opdracht was duidelijk: zoveel mogelijk Rwandese vluchtelingen in Zaïre uitmoorden.

Het bleek al snel te gaan om meer dan een wraakactie. Het was een testaanval. Tien dagen later kwamen de aanvallers in grotere getallen terug en ze begonnen aan een lange veldslag. Daarbij viel eerst Uvira en dan Bukavu; de veldslag duuurde uiteindelijk tot de inname van de hoofdstad Kinshasa, in mei 2017.

Deze Alliantie van Democratische Krachten voor de Bevrijding van Congo (AFDL) liet een spoor van bloed en vernieling achter. De Rwandese troepen die deel uitmaakten van de alliantie moesten president Mobutu van de macht verdrijven, maar hadden ook een andere duidelijke opdracht: zoveel mogelijk Rwandese vluchtelingen in Zaïre uitmoorden.

De getuigen die Thierry Michel hierover nog wist te interviewen, laten daar niet de minste twijfel over bestaan. Zorgvuldig verzamelde archiefbeelden illustreren in detail de wreedheden. Het dieptepunt daarvan is ongetwijfeld ongetwijfeld de trein die Rwandese vluchtelingen vanuit Tingi Tingi naar Kisangani bracht, zogezegd om ze over te brengen naar Rwanda. Velen bezweken nog voor ze aankwamen, totaal uitgeput door ontbering en ziekten. De gelijkenis met beelden uit de concentratiekampen is treffend.

Ook de getuigenissen over hoe de Rwandese troepen meer dan 8000 weerloze vluchtelingen doorzeefden in de haven van Mbandaka zijn bloedstollend.

Moordende overheden

Zo is de film een lange aaneenschakeling van doffe ellende. Ook de eerste grote Afrikaanse oorlog passeert de revue, waarbij voormalige bondgenoten Rwanda en Oeganda zich eerst tegen Mzee Kabila (oud-president Laurent Kabila, 1997-2001, red.) en dan tegen elkaar keerden, met de zesdaagse slachtpartijen van Kisangani in 2000 tot gevolg.

Michel bengt ook de misdaden tegen de mensheid van Jean-Pierre Bemba in Ituri in herinnering, misdaden waar het Internationaal Gerechtshof van Den Haag Bemba niet voor kon veroordelen. Nadien gaat de film over op de gruwel in de Kasaï in 2017, die naast duizenden burgers ook het leven kostte aan twee VN-experten, Zaida Catalán en Michael Sharp.

Al die ontelbare doden hebben twee dingen gemeen: hun levens werden genomen door moordenaars die overheidsopdrachten uitvoerden, en daders noch opdrachtgevers werden ooit ter verantwoording geroepen of veroordeeld. VN-onderzoekers brachten de grootste misdaden tussen 1994 en 2003 in kaart, maar de gedetailleerde lijst van misdadigers die samen met het “mapping” rapport kon worden samengesteld, werd nooit vrijgegeven en velen onder hen zijn nog steeds in dienst van hun regering.

De stilte, oorverdovender dan ooit

Na de projectie van de film is er een vraaggesprek met de aanwezigen in de zaal. De Congolese kijkers, ook al zijn ze weinig talrijk, gaan zeer actief in op de mogelijkheid om met de cineast in debat te gaan. Ik deel de ontgoocheling: het lijkt wel of er sinds 2017 niets meer is gebeurd dat het vermelden waard is in de film.

Niets of niemand geeft een moer meer om al die nutteloze doden.

Het tegendeel is waar. Er is de eindeloze reeks slachtpartijen sinds oktober 2014 tot de dag van vandaag, die worden toegeschreven aan de Oegandese moslimrebellen van het ADF in Noord-Kivu; daarover in de film geen woord. Ook de recente FRPI en CODECO-waanzin in Ituri blijft onbesproken. Terwijl het die terreurzaaiers zijn die haast geen dag meer laten voorbijgaan zonder nieuwe slachtoffers te maken, en waar haast niemand in de hele wereld nog een woord over rept.

Ook ik ben gestopt met erover te schrijven, omdat er op geen enkele manier gehoor wordt aan gegeven. Uiteindelijk luistert toch niemand meer. Het moorden gaat maar door, gaat maar door, gaat maar door zonder enige reactie uit Kinshasa, Kigali, Oeganda, Brussel, Parijs of Washington. Met elke bijkomende dode en elke zoveelste foto van een uiteengereten lichaam die in onze mailbox valt, worden we vormelozer en stommer, want niets of niemand geeft een moer om al die nutteloze doden.

Hoe naïef kon president Tshisekedi zijn om te denken dat militairen de onveiligheid zouden oplossen?

Jarenlang roepen we op om een internationale onderzoekscommissie te laten graven naar wie de ware opdrachtgevers zijn van die massamoorden, om de straffeloosheid te stoppen. Het is onbegrijpelijk dat dit na 7 jaar van bloedvergieten nog altijd niet bekend is. Met niet-bewezen verwijzingen naar moslimterrorisme worden rookgordijnen opgetrokken aan alle kanten. Als dat zowel Tshisekedi, Kagame, Museveni als Washington goed uitkomt, weet je wel dat ook de waarheid opnieuw geweld wordt aangedaan.

Er worden duidelijk geen lessen getrokken uit het verleden. Hoe naïef kon president Tshisekedi zijn om te denken dat militairen de onveiligheid zouden oplossen? De staat van beleg geeft hen alle macht in handen, en ze gebruiken die niet om vrede te brengen maar om zich te verrijken, dankzij de onveiligheid. Straffeloosheid is de norm in Oost-Congo, en ethiek en leger rijmen duidelijk niet op elkaar.

“Ich-habe-das-nicht-gewusst”-gehalte

Dan komt de klap op de vuurpijl. De dag van de filmprojectie valt het bericht binnen dat Tshisekedi en zijn Oegandese evenknie Museveni het erover eens zijn geworden dat ze Oegandese troepen gaan inzetten in de provincies in staat van beleg. Dat kan tellen, als officiële bekentenis van het falen van zowel de staat van beleg als van de Monusco-blauwhelmen.

Tegen Kerstmis 2019 zou het hele land in vrede leven. Twee jaar later is de onvrede over de onveiligheid groter dan ooit tevoren.

Maar erger nog: Tshisekedi schijnt niets af te weten van hoe het Oegandese leger in het verleden heeft huisgehouden in Congo. Zijn _ich-habe-das-niet-gewusst-_gehalte is verbijsterend hoog. En ook met het Rwandese leger lijkt hij zoete broodjes te bakken. Die twee legers zijn elkaar al eens in de haren gevlogen in Kisangani. Maar dat was in de tijd dat Fatshi (bijnaam voor president Tshisekedi, red.) nog rondhing in Brusselse nachtclubs en pizza’s leverde.

Wie zich dat nog wel duidelijk herinnert, is dokter Mukwege. In een tweet zegt hij neen tegen de pyromanen-pompiers: ‘Na 25 jaar van massamisdaden en plundering van onze grondstoffen door onze buren zijn de machtiging van de president voor de UPDF en de militaire samenwerkingsovereenkomsten met RDF onaanvaardbaar. Nee aan de brandstichters/brandstichters!’ Dezelfde fouten zullen dezelfde tragische gevolgen hebben, waarschuwt hij.

Maar de Fatshi-aanbidders gaan meteen hard tegen hem tekeer. Nochtans heeft hun president-held nog helemaal niets bewezen op het vlak van veiligheid. Iedereen herinnert zich nog goed hoe hij na zijn onderhandelde verkiezingsoverwinning met stelligheid beloofde dat tegen Kerstmis 2019 het hele land in vrede zou leven. Twee jaar later is de onvrede over de onveiligheid groter dan ooit tevoren.