Het stille geweld van de onverschilligheid

Blog

Hoe een veertienjarige jongen verdween zonder dat iemand naar hem zocht

Het stille geweld van de onverschilligheid

In oktober 2024 verdween de 14-jarige Afghaanse vluchteling Haseebullah Omarkhil terwijl hij met een groep mensen in een opblaasbaar bootje Bosnië probeerde te bereiken. Hannah Pycke vertelt het verhaal.

‘De ouders bellen ons non-stop. Ze wenen, ze zijn wanhopig, ze willen weten of ze nog steeds twee zonen hebben of slechts één’, zegt Rahim, neef van Haseebullah Omarkhil. De 14-jarige Afghaanse jongen verdween in de Sava rivier op 5 oktober 2024 nadat hij deze grens tussen Servië en Bosnië probeerde over te steken met een rubberen bootje.

Rahim vloog van het Verenigd Koninkrijk naar Servië op zoek naar antwoorden. ‘De moeder kan niet begrijpen waarom nog niemand gemobiliseerd is, ze zegt dat iedereen al lang op zoek zou zijn naar haar zoon moest hetzelfde gebeurd zijn in Afghanistan, iedereen zou hen al aan het helpen zijn’, vertelde Rahim ons.

Maar niets is minder waar, het verhaal langs de Balkan route, aan de toegangspoorten van de EU – een regio waar Brussel sinds lang financieel investeert in straffeloos geweld – is totaal verschillend. Niemand komt in beweging, behalve het lichaam van de jonge ‘Musafir’ (een term gebruikt door Afghaanse mensen op de vlucht om “reizigers” te definiëren) dat wordt meegetrokken door de golven van één van de langste rivieren in de Balkan, een rivier met bron in de Sloveense bergen en met de Drina rivier als haar zijtak, een andere waterweg die niet enkel bekend staat omwille van Andric’s grote klassieker maar evenzeer omwille van de dood van mensen op de vlucht in hun poging om Bosnië te bereiken.

De jongen heeft een gezicht, een naam, een verhaal dat verteld en herinnerd moet worden: Haseebullah is geboren in 2010 in de Afghaanse provincie Kunduz, aan de grens met Tajikistan in het Noorden van het land. Twee jaar geleden begon hij zijn reis naar Europa: eerst Iran, dan Turkije, daarna Bulgarije en uiteindelijk Servië.

In Anatolië werd hij gearresteerd en gedetineerd gedurende ongeveer 5 maanden in één van de bijna 30 deportatiecentra voor volwassenen in het land, vooraleer hij werd getransfereerd naar een centrum voor minderjarigen, waar hij terug “de vrijheid” kreeg om het centrum te verlaten.

Haseebullah Omarkhil

Hij werkte enkele maanden in een fabriek, geld opzij zettend om de ‘game’ verder te zetten langs de steeds complexere, steeds duurdere Balkanroute. Hij kwam aan in Servië in september 2024, op 14-jarige leeftijd.

Wanneer zijn Servische leeftijdsgenoten de middelbare school starten, wordt Haseebullah gearresteerd en naar het Principovac centrum gebracht, een centrum voor niet-begeleide minderjarige vluchtelingen aan de Servisch/Kroatische grens, waar diegene die dromen van de EU, vanuit hun raam, uitkijken op de Europese graanvelden en de grenscontrole post.

In diezelfde regio heeft het geld van de EU ervoor gezorgd dat “de game” praktisch onmogelijk wordt. Gesofisticeerde surveillance sensoren, niet detecteerbaar voor diegene die erlangs passeren, maken het mogelijk voor de Kroatische politie om een groot deel van het territorium te monitoren vanuit hun stoel, dit met een onvermijdelijk impact op de routes van mensen op de vlucht.

Begin oktober 2024, verlaat Haseebullah het centrum met de intentie om Bosnië te bereiken.
Op 5 Oktober 2024, arriveert hij in de omgeving van Sremska Rača, een klein grensdorp aan de noordoever van de Sava rivier, omgeven door bos dat altijd instond voor het leveren van hout en voedsel aan diegene die er leven, en dat sinds een tijdje ook dienst doet als verstopplaats voor mensen die met legitimiteit dromen van een beter leven.

De Sava rivier, die een natuurlijke grens werd na de Balkanoorlogen, geeft hier een rustige indruk. Je kan perfect zien wat er zich aan de andere kant van de rivier afspeelt, je kan zelf de geluiden uit de Bosnische huizen horen opwellen, aangezien de breedte slechts 100 meter bedraagt.

Tussen 18u en 20u zetten Haseebullah en vijf andere Afghaanse Musafir zeil in de richting van Bosnië. Volgens een ooggetuige die zich ook in de opblaasbare boot bevond, schoot de grenspolitie twee keer in de lucht vanop een boot in Servische wateren, ongeveer 50 meter van de oever. Dit veroorzaakte paniek onder de Musafir die, beangstigd door de situatie, in het koude water van de rivier sprongen.

Haseebullah, slechts 14 jaar oud, kon in tegenstelling tot zijn medereizigers niet zwemmen. Daar bovenop kunnen de kou, de vermoeidheid en de angst omtrent de situatie er mogelijks tot geleid hebben dat hij verdronk en, als dit het geval is, kan hij door de golven mogelijk zijn meegesleept richting het oosten, waar de Sava en de Drina rivier versmelten. De agenten van de Servische grenspolitie, die zich volgens sommige ooggetuigen volledig bewust waren van de situatie, deden niets, staken geen vinger uit om de jongen uit het water te halen.

De dehumanisering van mensen op de vlucht triomfeerde nogmaals, en verantwoordelijken kunnen nogmaals onterecht ongestraft blijven.

Haseebullah is niet de eerste en zeker niet de laatste persoon die verdwijnt langs de EU migratie routes. Het gebrek aan veilige en legale routes naar de EU heeft volgens data van het missing migrant project van IOM geleid tot de dood van meer dan 29.000 mensen tussen 2013 en 2023.

‘Wat nog erger was voor ons, was de confrontatie met de onverschilligheid van de autoriteiten wanneer we de verdwijning van onze neef melden.’
Rahim Omerkheil, neef van Haseebullah

Langs de balkan route stierven ongeveer 2100 mensen in de afgelopen negen jaar, volgens het Europese netwerk van NGOs, United for Intercultural Action. En de kans is groot dat deze data een onderschatting zijn van het werkelijke aantal. De meerderheid van de vermiste mensen op de vlucht worden nooit gevonden.

Tussen 2013 en 2023 blijven op zijn minst 1015 mannen, vrouwen en kinderen die stierven langs de EU migratie route ongeïdentificeerd begraven, volgens de Border Graves Investigation. In Servië, Bosnië en Bulgarije zijn tussen 2022 en 2023 ongeveer 155 gevonden lichamen van mensen op de vlucht ongeïdentificeerd gebleven.

Zoals omschreven in de ICRC’s Guidelines for the search for Missing Migrants zijn staten onder internationaal mensenrecht en humanitair recht verplicht om mensen op de vlucht te zoeken en identificeren wanneer ze vermist raken, en evenzeer om hun rechten te beschermen.

Daar bovenop verplichten nationale wetten onderzoek naar onrechtmatige of verdachte sterfgevallen, maar dit legale kader wordt amper gebruikt om de specifieke situatie van vermiste migranten te onderzoeken. Als gevolg hiervan stappen ngo’s en middenveldorganisaties vaak in dit vacuüm als een brug tussen families en autoriteiten.

Dit is niet zonder uitdaging, aangezien er vaak geen duidelijke protocollen of procedures bestaan om vermiste personen te melden. In de meeste gevallen zijn aanverwanten niet in staat om hun eigen land te verlaten om direct in gesprek te gaan met Europese autoriteiten ter identificatie van de lichamen. En zelfs wanneer aanverwanten er wel in slagen om de plaats te bereiken waar de persoon verdween – zoals het geval was voor Haseebullahs neef- is de kans groot dat de politie geen diepgaand onderzoek start, maar gewoon wacht tot het lichaam naar de oppervlakte drijft.

‘Wat nog erger was voor ons, was de confrontatie met de onverschilligheid van de autoriteiten wanneer we de verdwijning van onze neef melden’, vertelde Rahim Omerkheil. ‘We gingen naar verschillende politiestations in Servië, maar de agenten rookten gewoon hun sigaretten wanneer we hen het volledige verhaal vertelden, zonder enige interesse of bezorgdheid te tonen. Onze ontmoeting met de Bosnische politie duurde langer, en ze waren vriendelijker, maar op het einde stuurden ze ons gewoon terug naar de Servische politie, door te zeggen dat de zaak niet binnen hun jurisdictie viel. Ze verzekerden ons dat ze Interpol zouden inlichten over de situatie. Haseebullah’s wettelijke voogd van het Principovac centrum ging ook naar de politie, maar we ontvingen geen officieel document ter verklaring van een officiële zoektocht naar hem.’

Haseebullah’s vader nam contact op met de ICRC in Afghanistan, maar hij ontving evenmin een update van hen. Uiteindelijk weet zijn familie niet eens of iemand effectief op zoek is naar het lichaam van hun 14-jarige zoon, die ondertussen meer dan 1 maand vermist is.

Het geval van Haseebullah is slechts één voorbeeld van hoe steeds strengere grenscontroles en gewelddadige pushbacks leiden tot de dood en verdwijningen van mensen op de vlucht. In de afgelopen jaren groeide het aantal muren en hekken die gebouwd werden langs de Balkan route, hoofdzakelijk gesponsord door EU geld.

In 2017 stierf het achtjarige Afghaanse meisje Madina na een pusback door de Kroatische autoriteiten. Madina en haar familie werden gedwongen om langs de treinsporen terug te wandelen richting Servië en werd tijdens haar terugtocht geraakt door een trein.

De grafsteen van de achtjarige meisje Madina Hussainkil, gegrepen door een trein na een pushback door de Koatische autoriteiten.

De toegenomen grensbewaking verplicht mensen om de Sava en Drina rivier te gebruiken om Bosnië of Kroatië te bereiken. De Servische ngo Klikaktiv toont in haar rapporten hoe pushbacks op de Drina rivier door de Bosnische en Kroatische politie, het afgelopen jaar, lijden tot de dood van meerdere mensen op de vlucht. Volgens het Border Violence Monitoring Network in 2019, waren 80% van de pushbacks door de Kroatische politie gewelddadig.

Langs de Balkan route, worden geweld en de dood vaak beschouwd als een mogelijke resultaat van de “game”. Mensen op de vlucht beschouwen het vaak als normaal om op een gewelddadige of agressieve manier behandeld te worden door politie, of zelfs om terug geduwd te worden naar de grens. Nochtans is de normalisering van dit soort omstandigheden en illegale acties door autoriteiten onaanvaardbaar. Zoals Gino Strada het zei, ‘Mensenrechten moeten voor alle mensen gelden, voor iedereen. Zo niet, dan moeten we ze privileges noemen’.

Raffaele Piemonte en Angela Perego schreven mee aan deze blog

Word proMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in