“‘Het tempo van de fietser. Leve traag reizen!’
Je gezichtsveld verkleint tot een tunnel, je ziet nauwelijks nog passanten, laat staan die prachtige loop die zich een weg baant in de vallei op weg naar de zee. We staan er soms niet bij stil wat voor prachtige beelden we aan ons laten voorbij gaan. Ons leven is soms één grote rush.
Het leven in België, Europa, … . Je kent het gevoel wel. Je stapt je wagen in en verlaat je oprit en de adrenaline stroomt al door onze aderen. Van zodra je de baan op komt, lijkt het wel dat plots iedereen zich tegen jou keert. Denk maar aan de talloze keren dat je je ergert aan de bestuurder voor je omdat zijn snelheidsmeter amper aan de maximumsnelheid raakt.
In België leven we soms zo gejaagd, dat we nog nauwelijks tijd voor onszelf maken, laat staan om letterlijk eens stil te staan bij alles; bij onszelf, bij onze omgeving, degenen die we lief hebben.
Waar zijn we toch mee bezig? Is dit het leven dat we willen leiden of… lijden? Voor wie leven we? Uiteraard antwoorden we strijdvaardig: ‘Voor onszelf natuurlijk!’ ‘Voor ons gezin!’. Is dat werkelijk zo? Maken we wel voldoende tijd vrij voor elkaar, voor onszelf? Zijn we soms stiekem ’s avonds niet nog bezig met het werk? Of met hoe we de onverwachte rekening gaan moeten betalen? Geef toe, we laten ons allemaal leiden door onze financiën. We hebben werk nodig om geld te verdienen.
In België leven we zo gejaagd, dat we nog nauwelijks tijd maken om stil te staan bij alles.
Genoeg! Wij hebben besloten om het over een andere boeg te gooien en aan een ander tempo te gaan leven voor minstens één jaar. Een jaar om eens goed te bezinnen. Het blijft een moedige beslissing, maar toch is het al zo’n leerrijke ervaring geweest, afstand nemen van dit alles – in al zijn facetten.
Laat ons eerlijk zijn, dit is geen gemakkelijke oefening, alles even overboord gooien. En al helemaal als je wil reizen met de fiets. Het is prachtig, maar vooral was het ook afkicken aan de rush waarin we leefden. Je moet je volledig overgeven. Je bent aangewezen op de krachten en beperkingen van je lichaam. Je fietst geen 60 km per uur op een gewestweg. Een berg klim je niet even zo maar op, het kost kracht en energie. Maar dat is net het mooie. Je wordt bewuster van alles.
Reizen is geen race
Met koning auto rij je gemakkelijk zo’n 100 kilometer op een dag, soms in een paar uur tijd. Met de fiets mag je hier zo’n 5 à 7 uur over rekenen. Je hele huishouden sleur je een heel jaar lang met je mee. Zo’n 30 à 35 kilo sleur je mee in een klim, sleurt jou mee in de afdaling. Je ziet de huisjes naast je langzaam maar zeker kleiner worden en je doet dat met 0% uitstoot, zonder benzine of diesel. Je spreekt je eigen brandstof aan.
Goed eten is dan ook onze belangrijkste activiteit. Het dubbel aan porties eten we hier. Toch krijgen we vaak de vraag of we hier wel eten. Ja hoor, maar we doen hier ook een beetje aan fitness, Tour d’Asie. We zijn op reis, het is geen race.
Grenzen worden overgestoken
© Kevin Verborgt & Frederik Carens
Rivieren oversteken via gammele bruggetjes
© Kevin Verborgt & Frederik Carens
Medefietsreizigers uit België
© Kevin Verborgt & Frederik Carens
Fruit als tussendoortje
© Kevin Verborgt & Frederik Carens
Nog meer soep
© Kevin Verborgt & Frederik Carens
Zonsondergang bij de Mekong om de dag af te sluiten
© Kevin Verborgt & Frederik Carens
Fietsen doen we in een gemiddelde temperatuur van 30 à 35 graden Celsius. Eén jaar in een hittegolf. Weermannen en -vrouwen zouden ons adviseren om binnen te blijven en geen grote inspanningen te doen. We kunnen beamen dat zulke temperaturen soms een aanslag vormen op het lichaam. Je moet hydrateren of je haalt het einde van de etappe niet. Hoe fit je er ook aan startte. In de auto zet je gewoon de airco op en weg is de warmte. Natuurlijk heeft je wagen ook de juiste hoeveelheid koelvloeistof nodig, maar je draagt zelf de lasten niet. Op onze fiets dragen we zelf alle lasten, maar ook alle lusten. Die wil je voor geen geld van de wereld missen!
© Kevin Verborgt & Frederik Carens
Mensen die je toejuichen langs de kant, high-fives van kinderen terwijl je hen al fietsend tegemoet komt, prachtige natuur die dichter komt en die we daarna weer zachtjes aan laten verdwijnen. Je kan er een hele dag van genieten.
Kwestie van onthaasting kan dit tellen, want je geeft je uiteindelijk over aan je eigen kunnen en de natuurwetten. Geen motortje op de fiets. Extra gewicht door de fietszakken, wind, bergen of heuvels, regen, … het speelt allemaal een rol in de snelheid die je ontwikkelt. Waarom ons trouwens zorgen maken over de snelheid? We hebben toch een jaar de tijd?
In dat jaar kunnen we ook niet heel de wereld rond fietsen natuurlijk, we zijn gebonden aan de gekregen tijd of aan de omvang van ons budget. Zo onthaastend is het misschien dan toch niet?
Hoe zwaar sommige ritten ook zijn, of hoe de warmte ons lichaam soms aantast, … lang leve traag reizen.
Natuurlijk wel! Je bent niet aan het werk, geen verplichtingen, enkel fietsen en genieten. Toch is het leven van een reiziger niet het meest ideale. Je krijgt te maken met materiaalpech of ziekte. Verder is alles bezoeken en afzien niet mogelijk, aangezien we afhankelijk zijn van onszelf, de fiets en de natuur. Met een gemotoriseerd voertuig is dat een pak gemakkelijk, maar dan geraken we weer in de rush van enkele maanden terug en missen we de beauty van de omgeving, van de mensen. Geef ons dan maar de charme van de fiets, laat ons maar het moment grijpen waar we ons in bevinden. Hoe zwaar sommige ritten ook zijn, of hoe de warmte ons lichaam soms aantast, … lang leve traag reizen.
Door traag te reizen en de route voortdurend in vraag te stellen en aan te passen, zie je meer. Je reist bewuster. Je hebt tijd om rond te kijken wanneer de omgeving voorbij schuift. In alle andere situaties (behalve wanneer je te voet gaat), zoeft zo’n omgeving voorbij. Je verliest de verbinding met het land, de omgeving, de mensen, met jezelf.
Proeven
Het contact met de mensen die je ontmoet vanop je fiets is authentiek, snel gemaakt en vanuit een diep respect. Dit geeft ons vaak de extra energie en kracht die we nodig hebben.
Uit de hand gelopen nieuwjaarfeestje op 4 januari
© Kevin Verborgt & Frederik Carens
Niets is zo mooi dan dat mensen je willen laten meegenieten van een feest. Er wordt onmiddellijk een gelijke en wederzijdse relatie gecreëerd. Het geeft je de kans om de mensen van dichtbij te leren kennen. Immens veel mensen hebben ons proberen verder te helpen (eten gemaakt, geholpen met het zoeken van een slaapplek tot fietsen herstellen).
De gastvrijheid en behulpzaamheid is van immense waarde. Bedankt aan al deze mensen die we op deze manier hebben mogen ontmoeten.
(En als het even kan is er niets zo verbindend als medefietsreizigers te ontmoeten uit eigen land en ervaringen te delen met elkaar. Bedankt Kevin en Ellen, we wensen jullie een prachtige reis verder en wie weet fietsen we het laatste stuk wel naar België samen.)
Als sociaal werkers zeggen we vaak tegen onze cliënten: ‘Jij houdt het stuur vast. Waar wil je naartoe?’
Uiteindelijk kan je de vraag stellen of we zelf in België nog wel het stuur vast houden en of we ons niet laten leiden door media, reclame, een overheid, … . Misschien hadden we zelf wel nood om het stuur letterlijk zelf nog eens in handen te nemen?
Het grootste cadeau dat je krijgt is de verbinding met de natuur, met jezelf, met de mensen en de verschillende landen. Je leert elkaar zo beter kennen en ook appreciëren. Je kijk verwijdt, je leert kijken door elkaars brillen, … . En daar doen we het voor!
We willen nog niet denken aan België, maar we zijn nu ongeveer in de helft van onze trip, dus het gebeurt wel eens.
Daarom willen we aan onze staatssecretaris van migratie (wat wij hebben een jaar niets anders gedaan dan migreren van het ene land naar het andere): Gelieve ons bij terugkomst een cadeau te geven - een inburgeringscursus voor Belgen.
Wij gaan van België niets meer begrijpen bij onze terugkeer. We hebben hier gefietst op autostrades, lawaai gemaakt na 22u ’s avonds, hebben totaal geen voeling meer met Belgische gewoonten.
Als tegenprestatie zullen wij een stukje van de wereld binnen brengen in België, zo wordt dit land toch weer wat minder wereldvreemd, dat blijkt een groot probleem te zijn, liet u, staatssecretaris, onlangs nog blijken.