“‘Hop, hop, hop, busje in galop... naar Cap Haïtien’
Enkele tips voor de onervaren reiziger: Wat neem je best mee?
Een hoofddoek en reservekledij: Terwijl grote stofwalmen de bus in kwamen gewaaid, las ik het toepasselijke devies dat vooraan geschilderd stond: “Stof zijt gij en tot stof stof zult gij wederkeren”
Veel moed: De bussenchauffeurs organiseren -uit verveling?- spontane snelheidswedstrijdjes op de veel te smalle en slechte (eigenlijk eerder té goede) wegen. Een enkel-ticketje naar het lijkenhuis?
Een flesje Tampico (mierzoete, chemisch smakende fruitsap): Als je het leeggedronken hebt, kan je hier immers -in noodgeval- in plassen. Ik zag een oudere man dit noodgedwongen doen, omdat ze niet voor één persoon wouden stoppen. Kleine kinderen kan je nog uit het venstertje houden en ze zo hun behoefte laten doen.
Een wijde rok: Als er een pipi-stop is, haast iedereen zich de bus uit. Tijd om een struikje te zoeken is er niet. Ook de vrouwen hurken zusterlijk op één rij langs de weg.
Een lunchpakketje: Wanneer er al een eet-stop gemaakt wordt, staan er kinderen met hongerige oogjes te wachten om de restjes van je bord met rijst en groenten op te kunnen eten…
Een plastieken zakje: Om zelf in over te geven of om aan te bieden aan je buurman ;-)
Waar ga je best niet zitten?
Schuin onder het bagagerek: Ik heb verschillende Haïtianen een valies op hun kop zien krijgen bij een wilde buiteling van de bus.
Vanachter: Om één of andere reden word je daar schijnbaar hoger de lucht in gekatapulteerd telkens er een gat in de weg is.
Vlak onder de boxen: Héél de weg (ook als je om vijf uur ‘s morgens – na een slapeloos nachtje in de bus- vertrekt) galmt daar immers het allerluidst Gospel of Konpa.
Een onvergetelijke 21ste januari
‘s Morgens kreeg ik een verjaardagszegening in de mis (tja, ik logeerde dan ook bij de pastoor) en zong het kerkkoor “Happy Birthday”. Na de viering stond de lokale Kirogroep mij al spontaan op te wachten om stevig uit te wisselen: na elk Haïtiaans volgde er steevast een Vlaams spel. Na de middag gingen we “toeristen” te midden van de vergane glorie van het centrum van Cap Haïtien. Ik maakte me al wat druk omdat we te laat zouden komen voor het geplande bezoek aan de Kiro van Don Bosco. Voor één keer bleek het te laat komen ‘getimed’ te zijn. De kinderen en jongeren hadden immers tijd nodig gehad om het lokaal te versieren. We speelden een groot uitdagingenspel: België tegen Haïti. Uiteraard was iedereen gewonnen ;-)
Het fuifje was voor het einde van de kirozondag. Ik kreeg een gepersonaliseerd houtsnijwerkje, een mooie kaart en … een appel cadeau, opdat ik elke keer als ik er één zou zien aan hen terug zou denken. Gecharmeerd door dit symbolische cadeau antwoordde ik dat ik blij was dat ze me geen mango, suikerrietstok of papaya hadden gegeven. We dansten dat de stukken ervan afvlogen samen met de kinderen en feestten nog door met de leiding op café.