“‘Mooov blogt: Hotel Salvation, een grappige, warme film over familiebanden’
Met Hotel Salvation brengt regisseur Shubhashish Bhutiani een grappige en warme film over familiebanden die je volledig onderdompelt in de Indiase sfeer en cultuur.
Een constant terugkerende droom doet Daya (Lalit Behl), de (groot)vader van het gezin, geloven dat zijn tijd gekomen is. Hij wil naar Hotel Salvation in de heilige stad Varanasi gaan om daar te sterven. Zijn zoon Rajiv (Adil Hussain) vindt het idee nonsens maar aangezien hij zijn vader niet op andere gedachten kan brengen, vergezelt hij hem. Daarbij laat hij zijn vrouw Lata (Geetanjali Kulkarni) en dochter Sunita (Palomi Ghosh) thuis achter.
Onderweg worden de verschillen tussen vader en zoon al snel duidelijk. Daya geniet met volle teugen van het uitzicht terwijl Rajiv probeert om een goede verbinding te vinden voor zijn gsm zodat hij één van zijn klanten kan verstaan.
De aankomst in Hotel Salvation helpt niet om Rajivs ergernis over de reis te temperen: wanneer hij aan twee mannen de weg naar de receptie vraagt, wijst de ene naar links en de andere naar rechts. Aan de receptie wordt de kloof tussen Daya en Rajiv nog meer in de verf gezet doordat de baas van het hotel op zo’n manier in beeld gebracht wordt dat hij als het ware een scheidingslijn vormt tussen vader en zoon. Bhutiani maakt op verschillende momenten doorheen de film gebruik van ofwel een persoon, ofwel een voorwerp, zoals bijvoorbeeld een pilaar, om de figuurlijke afstand tussen beiden te visualiseren.
Rajivs verblijf in Hotel Salvation heeft uiteindelijk wel een helend effect op de relatie met zijn vader, maar ondertussen lopen zijn thuis- en werksituatie in het honderd.
Hotel Salvation toont hoe dan ook aan dat Bhutiani veel in zijn mars heeft, en van een regisseur van nog maar 25 jaar zullen we vermoedelijk nog veel goed werk mogen verwachten.
Hij verloor al één klant, tot ergernis van zijn baas, en tegelijkertijd kondigt zijn dochter aan dat ze niet meer wil trouwen en een job heeft gevonden. Wanneer Daya zijn einde voelt naderen, stuurt hij Rajiv naar huis, zodat hij in eenzaamheid kan sterven. Thuis aangekomen weet Rajiv nauwelijks wat te zeggen tegen zijn dochter en kan hij zich niet concentreren op zijn werk.
Na Daya’s dood keert het gezin terug naar het hotel voor de begrafenis, op zoek naar verzoening. Bhutiani heeft zich duidelijk laten inspireren door de Japanse grootmeester Yasujirō Ozu. Zowel het centrale thema van familierelaties wijst hierop, als ook het veelvuldige gebruik van een kader-in-kader shot.
Deuropeningen creëren verschillende aparte ruimtes en op die manier ook afstand tussen de gezinsleden, al wordt deze techniek in Hotel Salvation minder extreem gebruikt dan in de gemiddelde Ozu film.
Naast Ozu zijn er ook elementen van Michelangelo Antonioni’s stijl terug te vinden in de film. Het visualiseren van de breuk tussen vader en zoon roept herinneringen op aan de scène op de klokkentoren in L’avventura (1960) of zelfs aan Hou Hsiao-hsiens Flowers of Shanghai (1998).
Gezien het belang van ruimte in de visuele stijl van de film, is de achtergrond zelden uit focus. De omgeving is een belangrijke en vooral ook sfeeropwekkende factor in de film, een element dat wederom terug te vinden is bij Antonioni. Bhutiani tempert echter ook Antonioni’s techniek – het is niet zo dat de figuren verloren lopen in het landschap of worden overschaduwd door de imposante omgeving.
Hotel Salvation toont hoe dan ook aan dat Bhutiani veel in zijn mars heeft, en van een regisseur van nog maar 25 jaar zullen we vermoedelijk nog veel goed werk mogen verwachten.
Stéphanie Debaere