“‘Hup, oranje, hup!’
De kleur oranje verwijst voor ons, met de teloorgang van het Nederlandse elftal, alleen nog naar sinterklaasfruit en gevangenenoveralls. Dat is in India anders. Oranje is hier momenteel de kleur van de overwinning. Maar de kleur heet dan wel saffraan.
Een van de huizen die verkiezingsaffiches werden. Beeltenissen van premier Modi en huidig deelstzatpremier (UP) Yogi Adithyanath
CC Gie Goris (BY NC 2.0)
Ik denk dat zelfs een kleurenblinde het ziet als hij in de deelstaat Uttar Pradesh rondrijdt. De deelstaatverkiezingen die in UP gehouden werden dit voorjaar leverden een klinkende overwinning op voor de hindoenationalistische Bharatya Janata Party (BJP) van premier Narendra Modi. En die partij heeft haar ideologie getrouw een warm en levendig saffraan als politieke kleur gekozen. Van stadsmuren tot private kleerkasten: overal is die overwinning zichtbaar.
Een woordje uitleg over Uttar Pradesh, want ik merk dat veel mensen niet vertrouwd zijn met de federale structuur en de deelstaten van India. UP is een grote deelstaat ten noorden en ten oosten van de hoofdstad Delhi. Uttar Pradesh, letterlijk: de noordelijke provincie, zou het zesde volkenrijkste land ter wereld zijn indien het een onafhankelijke staat was. Met ongeveer 220 miljoen inwoners, één op zes va alle Indiërs, en 245.000 km² oppervlakte mag het dus niet verbazen dat deelstaatverkiezingen een zaak van nationaal belang zijn. Ze moesten er trouwens voor zorgen dat de regering Modi eindelijk ook een meerderheid in het Hogerhuis -de Rajya Sabha- zou krijgen. Dat kan omdat de deelstaatparlementen de vertegenwoordigers in die Rajya Sabha aanduiden. Het Lagerhuis -de Lok Sabha- is al sinds 2014 stevig in handen van de BJP en haar regionale partners.
Een pelgrim in Ayodhya
CC Gie Goris (BY NC 2.0)
In de politieke arena van Uttar Pradesh botsen verschillende invullingen van identitaire politiek. Je hebt er twee grote regionale partijen, de SP en de BSP, die beide gebouwd zijn rond de belangen van specifieke kasten. Die politiek heeft zowel de BSP van Mayawati als de SP van de familie Yadav in de voorbije tien jaar het deelstaatpremierschap opgeleverd. Maar wie bepaalde groepen bedient, vergeet of marginaliseert er andere. Dat is sowieso een heel kwetsbare manier om aan politiek te doen, en als daar dan ook nog massale corruptie boven op komt, dan is een electorale afstraffing nooit ver. De Congress-partij van Rahul Gandhi heeft zich sinds de onafhankelijkheid zeventig jaar geleden altijd gepresenteerd als een nationale partij voor iedereen, maar zag zich in de loop van de decennia toch genoodzaakt om ook aan kastenrekenkunde te doen en ze profileerde zich ook als de partij die garant stond voor de rechten van minderheden -met name moslims. Maar ze deed dit altijd halfslachtig en onder steeds minder overtuigend leiderschap. Dit jaar moest Congress een alliantie sluiten met de regerende partij -de SP onder Akilesh Yadav, die in volle verkiezingscampagne in ruzie lag met zijn vader Muyalam, die de partij oprichtte en zelf ook ooit deelstaatpremier was.
Sunita Sastri, doctor in de Ramayana
CC Gie Goris (BY NC 2.0)
En dan is er dus de BJP. Als partij die de hindoenationalistische beweging vertegenwoordigt is dat de identitaire partij bij uitstek, zou je denken. Toch slaagde de partij er tijdens de campagne in om identity politics als een toxische aanpak te presenteren en te linken aan SP en BSP. Voor de BJP is een partij op kastebasis “identitair”, maar een partij op basis van cultureel nationalisme niet. Het belangrijkste wapen om de beschuldiging van communautarisme of identiteitspolitiek van zich af te schudden, was premier Modi zelf. Hij nam gedurende dagen verlof van zijn federale verantwoordelijkheden om campagne te voeren voor zijn partij in UP. De basisslogan van Modi was Sabka vikas sabke saath (ontwikkeling voor en door iedereen). Daarmee werd de hindoenationalistische agenda verschoven van emotionele symbolen naar nationale grootsheid die door iedereen gedeeld kan worden. De partij slaagde er nochtans in om, in een deelstaat waar twintig procent van de bevolking moslim is, niet één moslimkandidaat voor het deelstaatparlement naar voor te schuiven. Toch zorgde het ontwikkelingsdiscours, samen met het falen van de andere partijen, voor de BJP-overwinning. Die is in zetelaantal groter dan in relatieve stemmen, omdat India het Britse first-past-the-post systeem overgenomen heeft. Maar de conclusie is wel duidelijk: Uttar Pradesh kleurt voor de volgende vijf jaar diep saffraan.
Een pelgrim in Lucknow
CC Gie Goris (BY NC 2.0)
Nadat iedereen bekomen was van de verkiezingsuitslag, volgde overigens een nieuwe oranje verrassing. De BJP had in haar campagne immers geen kandidaat deelstaatpremier naar voor geschoven, en dus kon de partij enkele dagen later een oranje konijn uit haar hoed toveren: Yogi Adithyanath. De yogi, een religieus dus, is al jarenlang parlementslid voor de BJP en staat vooral gekend als een onversneden hindoenationalist die alle minderheden hun plaats in de zon gunt, op voorwaarde dat ze de suprematie van de hindoecultuur in India erkennen en respecteren. Of zijn nieuwe machtspositie betekent dat Adithyanath de ontwikkelingsbeloften van Modi in de prullenmand gooit, moet nog afgewacht worden. Hetzelfde geldt voor de vraag of hij de staatsmacht nu zal gebruiken om een eenzijdige hindoe-agenda door te duwen.
De eerste weken van de nieuwe deelstaatregering in Uttar Pradesh geven in elk geval de indruk dat hindoesymboliek meer prioriteit krijgt dan ontwikkeling voor iedereen. Het liefdesleven van jonge koppeltjes wordt duchtig gecontroleerd, vigilantegroepen nemen het recht in eigen handen om de heilige koe te beschermen -en daarbij valt wel eens een dode-, en de verwachting groeit dat de Yogi er samen met Modi voor zal zorgen dat de Ram-tempel er eindelijk komt in het stadje Ayodhya, zo’n 170 km van de hoofdstad Lucknow.
Mahesh en Shivam tonen de stukken van de tempel di klaarliggen voor als het teken tot bouwen gegeven wordt.
CC Gie Goris (BY NC 2.0)
Over Ayodhya, voor wie er in 1992 nog niet echt bij was: in dit tempelstadje stond een moskee -de Babri Masjid, genoemd naar de stichter van het Moghulrijk, Babur- net op de plek waar de tot god verheven heerser Ram destijds geboren was. Volgens de meeste historici stond er trouwens een tempel -de Ram Janmabhoomi Mandir- op die plek en werd die dus afgebroken om plaats te maken voor de moskee. Daarom is het al meer dan een eeuw de eis van de hindoenationalistische beweging om de moskee af te breken en opnieuw te vervangen door een tempel voor Ram. De agitatie voor de tempel, mee aangevuurd door topfiguren van de BJP, ontspoorde op 6 december 1992 in een massale afbraak van de moskee. Dat leidde op zijn beurt tot geweld over heel India, maar ook tot groeiende populariteit voor de BJP. Sindsdien ligt het dossier op de rechtbanken van India, al heeft het Opperste Gerechtshof onlangs beslist dat de zaak buiten het gerecht geregeld moet worden, aangezien het gerecht geen wetenschappelijke uitspraak kan doen over zaken die zo diep verbonden zijn met geloof en overlevering. Intussen liggen alle onderdelen van de toekomstige tempel afgewerkt en netjes gestapeld in Ayodhya te wachten op een simpel signaal om te bouwen. ‘Dat kan in één dag, en met onze blote handen’, beweren twee jonge vrijwilligers uit het hindoenationalistische universum die me door Ayodhya en zijn Ramayanaverleden gidsen.
Een zaak is wel al duidelijk: het politieke gewicht van Uttar Pradesh en van zijn kersverse hindoenationalistische regering is groot in de Indiase politiek. Wie de ontwikkeling van India als opkomende wereldmacht wil volgen, doet er goed aan om Uttar Pradesh in de gaten te houden.