De man die zijn vrouw moet vrijkopen: ‘Ik wou dat ik meer kon doen’

Blog

‘In vijf maanden tijd hebben ze alles kapotgemaakt’

De man die zijn vrouw moet vrijkopen: ‘Ik wou dat ik meer kon doen’

De man die zijn vrouw moet vrijkopen: ‘Ik wou dat ik meer kon doen’
De man die zijn vrouw moet vrijkopen: ‘Ik wou dat ik meer kon doen’

Abdullah, de Palestijnse ex-collega van kringwinkelmedewerker Rino Feys, heeft alles in gereedheid gebracht voor de komst van zijn vrouw, hoewel het lang niet zeker is of die daadwerkelijk komt. Hoeveel is het woord van zo’n fikser waard? ‘Het is maffia, deze mensen zijn niet te vertrouwen.’

© Tasnim

kleurrijke lakens lijken wanden te vormen, op de grond ligt een deken. ‘Hier woont mijn vrouw.’ Het ziet er bijna gezellig uit als je niet zou weten dat dit zich in het geïmproviseerde tentenkamp in Rafah bevindt, waar anderhalf miljoen Palestijnen op elkaar gepakt zitten.

© Tasnim

Abdullah, de Palestijnse ex-collega van kringwinkelmedewerker Rino, heeft alles in gereedheid gebracht voor de komst van zijn vrouw, hoewel het lang niet zeker is of ze daadwerkelijk komt. Hoeveel is het woord van zo’n fikser waard? ‘Want het is maffia Rino, deze mensen zijn niet te vertrouwen.’

‘Wachten, altijd maar wachten, het is om gek te worden. Veel mensen betalen om op die lijst te komen zodat ze Gaza kunnen verlaten, soms tot tweeduizend inschrijvingen per dag. Maar er mogen elke dag maar 300 mensen de grens over naar Egypte.’

Ik zie Abdullah op het scherm voor me, hij bevindt zich in het appartement van zijn zus in Caïro. De kwaliteit van de videocall is verrassend goed. Hij loopt door de ruimte en gunt me een blik door het raam vanwaar we uitkijken over de miljoenenstad, en naar het drukke verkeer onder ons op een brede laan tussen de hoge flatgebouwen. Enkele weken geleden is hij naar Egypte vertrokken. Van daaruit probeert hij zijn vrouw uit Rafah weg te halen.

‘Veel, heel veel mensen zijn al dood. En iedereen heeft de hele tijd honger.’

Zo is hij er inmiddels in geslaagd om haar paspoort terug in zijn bezit te krijgen. Gelukkig, want Tasnim heeft het straks nodig om de grens te kunnen oversteken: mede dankzij de hulp van zijn schoonbroer is het hem gelukt om zijn vrouw op die evacuatielijst te krijgen. Ondertussen heeft hij in Caïro ook een klein appartementje gevonden waar zijn vrouw straks kan wonen tot duidelijk wordt hoe het verder moet. Maar eerst moet ze die grens dus over.

‘Misschien vandaag zeggen ze. Of misschien morgen. Dan moeten we telkens weer de hele dag wachten, tot het avond wordt en blijkt dat ze er toch niet bij is. Die onzekerheid, dat is het ergste. Het is nu al meer dan een week dat ze ons zo aan het lijntje houden.’ De kans bestaat natuurlijk ook dat ze helemaal niet komt. ‘Want het is maffia Rino, deze mensen zijn niet te vertrouwen. Maar daaraan wil ik nu niet denken.’

Hij is aan een tafel gaan zitten, haalt hulpeloos de schouders op. ‘Soms kijk ik naar het nieuws op Al Jazeera, maar ik kan niet lang kijken want het is te erg om aan te zien. In vijf maanden tijd hebben ze alles kapotgemaakt. Heb je het gehoord van dat ziekenhuis? Ik mag er niet aan denken dat mijn vrouw, mijn vader en moeder, mijn broers en zussen, dat bijna heel mijn familie zich daar momenteel bevindt. Of beter, wat er van mijn familie overblijft want veel, heel veel mensen zijn al dood. En iedereen heeft de hele tijd honger.’

Plots kijkt hij me aan en roept, met zijn armen in de lucht: ‘Ik wou dat ik meer kon doen maar ik heb geen geld!’

Hij toont me een foto waarop kleurrijke lakens wanden lijken te vormen, op de grond ligt een deken. ‘Hier woont mijn vrouw.’ In een hoek staat een draagbaar fornuis naast een gasfles en enkele potten en pannen. Het ziet er bijna gezellig uit als je niet zou weten dat dit zich in het geïmproviseerde tentenkamp in Rafah bevindt, waar anderhalf miljoen Palestijnen op elkaar gepakt zitten.

Ik krijg een tweede foto te zien: ‘Dit is wat mijn vrouw vandaag zal eten.’ Op een bord ligt een tomaat en een stukje van iets dat aan een komkommer doet denken.

‘Het is niet veel maar het is tenminste iets. Veel mensen hebben niets.’ Hij schudt het hoofd. ‘Mijn vrouw is boos op mij omdat het allemaal zolang duurt. Maar ik heb alles gedaan wat ik kon en nu moeten we wachten. Ze vraagt me wat de Palestijnen verkeerd hebben gedaan, dat dit alles ons moet overkomen.’

‘Help Tasnim Gaza te ontvluchten’ is een recent opgestarte steunactie voor de vrouw van Abdullah, wiens situatie de laatste maanden geregeld in de columns of opiniestukken in De Standaard te volgen was en waarover ook op deze website bericht wordt.