“‘De Kosovaarse migratiegolf: frustratie, isolement en de aantrekkingskracht van Europa’
De laatste maanden volstrekt zich een ware illegale migratiegolf vanuit Kosovo richting de Europese Unie. Deze golf legt vooral de vinger op de wonde van de desastreuze sociaaleconomische situatie en de diepgewortelde frustratie in het jonge Balkanland. Tegelijkertijd toont hij aan hoe mythisch en aantrekkelijk de welvaart in het Europese paradijs blijft aan de rand van het continent.
Het begon in november 2014 met onheilspellende berichten over de stijgende illegale migratie vanuit de Kosovaarse Roma gemeenschap richting de Europese Unie. Al gauw breidde het fenomeen zich echter uit tot alle gemeenschappen in Kosovo en vooral de Albanese meerderheid, de patriottische kern van het jonge Balkanland.
Vooral in januari en februari van dit jaar berichtten media dagelijks over stampvolle bussen die Kosovaren naar de Servische hoofdstad Belgrade brachten, vanwaar velen illegaal, al dan niet met de hulp van mensensmokkelgroepen, de grens met Hongarije trachtten over te steken om op die manier naar welvarende West-Europese landen door te reizen.
Officiële bronnen maken gewag van 50.000 illegale emigranten in december 2014 en januari 2015 alleen, media schatten dat 100.000 Kosovaren illegaal de oversteek naar de EU trachtten te maken sinds medio 2014. Op een totale bevolking van 1,7 miljoen is dat inderdaad niets minder dan een exodus.
Media schatten dat 100.000 Kosovaren illegaal de oversteek naar de EU trachtten te maken sinds medio 2014.
De Europese Commissie stelde in december 2014 vast dat het aandeel Kosovaarse asielzoekers in de Europese Unie gestegen was tot 40% van het totale aantal en dat Kosovaren daarmee Syriërs en Afghanen hadden ingehaald als grootste groep asielzoekers. In januari alleen werden 25.000 asielaanvragen door Kosovaarse burgers geregistreerd in Duitsland.
De Servische overheid meldde in februari dat ze reeds 60.000 aanvragen had ontvangen van Kosovaarse Albanezen voor een Servisch paspoort. De Servische regering beschouwt dit als een teken dat vele Kosovaarse Albanezen Servië als hun land beschouwen (voor Servië is Kosovo nog steeds een autonome regio).
Het lijkt echter waarschijnlijker dat Kosovaarse Albanezen hopen met een Servisch paspoort naar de EU te kunnen reizen, aangezien Servische burgers vrijgesteld zijn van visa voor de EU-landen. Dit is een mooi voorbeeld - één van de vele hier in Kosovo - die tonen hoe relatief patriottisme en nationale identiteit zijn wanneer het gaat om sociaaleconomische kwesties.
Ondertussen is de overheid een nationale preventiecampagne begonnen, waarbij men inspeelt op het patriottisme van de bevolking en uitlegt dat de EU geen asiel zal toekennen aan Kosovaarse burgers om economische redenen. Tevens heeft de overheid een strategie goedgekeurd die de economie in het land nieuw leven moet inblazen. De Kosovaarse politie controleert het busverkeer naar Servië op verdachte reizigers, ook al kan ze in principe niemand tegenhouden naar Servië te reizen.
Op dinsdag 3 en woensdag 4 maart bracht Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken een bezoek aan Kosovo om de situatie ter plaatse te bekijken. Zij aan zij met de Kosovaarse ministers van Binnenlandse Zaken en Europese Integratie legde Francken uit dat er geen asiel was voor Kosovaarse burgers in België omdat Kosovo beschouwd wordt als een veilig land. Francken bevestigde de Belgische steun aan de Europese integratie van Kosovo, maar voegde eraan toe dat de Kosovaarse overheid de illegale migratie moest zien aan te pakken om haar integratieagenda gaaf te houden.
Kosovo is het enige land in de regio dat nog niet geniet van visavrijstelling voor de EU.
De migratiegolf valt immers op een bijzonder ongelukkig moment, net wanneer de Kosovaarse regering hoopte haar Europese integratiebelofte kracht bij te zetten door de onderhandelingen over visavrijstelling voor de EU af te ronden. Sinds enkele jaren heeft de Europese Unie de landen van de Westelijke Balkan één voor één vrijgesteld van visa. Kosovo is het enige land in de regio waar de visavrijstelling nog niet in voege is gegaan, wat voor bijzonder veel onvrede zorgt bij de bevolking. Deze link toont met de nodige ironie en frustratie welke documenten vereist zijn voor een zogenaamd Schengen visa.
De Kosovaarse overheid stelt dat ze de situatie ondertussen onder controle heeft en dat de vrijstelling van visa voor de EU de illegale migratiegolf zal stoppen omdat ze het gevoel van isolement zal tegengaan. De EU stelt dit argument echter in vraag en verwijst naar de stijging van de illegale immigratie vanuit de Westelijke Balkan na de invoering van visavrijstelling.
Wat zijn nu de redenen voor de plotse migratiegolf vanuit Kosovo? Eerst en vooral is het eenvoudigweg gemakkelijker om tot aan de grenzen van de Europese Unie te geraken. In de zomer van 2014 werd in het kader van de onderhandelingen die de overheden van Kosovo en Servië voeren met bemiddeling van de EU om de relaties tussen beide landen te normaliseren een akkoord bereikt dat Kosovaarse burgers in staat stelt met Kosovaarse documenten naar Servië te reizen. Dit impliceert dat Kosovaren nu zonder al te veel moeite tot aan de grens met de Europese Unie in Hongarije kunnen geraken.
Het gemiddelde BNP per capita in Kosovo is 9 keer zo weinig als het EU-gemiddelde.
Daarnaast is er een enorme onvrede met de sociaaleconomische situatie en een algemeen gevoel van gelatenheid omtrent de toekomst van het land. Kosovo is het armste land in de regio, met 30% van de bevolking die onder de armoedegrens leeft. De werkloosheid schommelt tussen 30 en 40%, bij jongeren tussen 15 en 24 is dat aandeel zelfs 55.9%. Het gemiddelde BNP per capita in Kosovo is de helft van dat in de armste regio van de EU in Bulgarije en 9 keer zo weinig als het EU-gemiddelde. Er is weinig vertrouwen dat het huidige politieke stelsel iets aan deze situatie kan en wil veranderen.
Tot slot maakt de wijdverspreide Kosovaarse diaspora in West-Europa, het gevolg van migratiegolven van gastarbeiders in de jaren ‘60 en ‘70 van de vorige eeuw (vanuit het tonemalige Joegoslavië) en oorlogsvluchtelingen in de jaren ‘90, de stap iets minder ingrijpend omdat er altijd wel een of andere kennis aan de andere kant van de grens wacht en iets meer bevattelijk omdat men vaak uit eerste hand weet hoe voorspoedig men leeft in de Unie.
Er wordt uitgegaan van 700.000 Kosovaarse Albanezen in diaspora, vooral in Duitsland en Zwitserland, maar ook in België. Bijna de helft van de Kosovaren heeft een familielid in de diaspora en een kwart van de Kosovaarse huishoudens ontvangt financiële steun vanuit de diaspora. De Europese Unie krijgt zo op een heel tastbare manier een haast mythische status in vergelijking met de als hopeloos gepercipieerde situatie in eigen land.