“‘Traangas, vlaggen en interne verdeeldheid in Kosovo’
Het politieke leven in Kosovo is volledig lamgelegd als gevolg van onenigheid over twee internationale akkoorden die de Kosovaarse regering recentelijk sloot. De afstand tussen regering en oppositie wordt steeds groter en dreigt te escaleren.
Op zaterdag 28 november organiseerden de drie Albanees Kosovaarse oppositiepartijen een gemeenschappelijke manifestatie om te protesteren tegen twee internationale akkoorden die de Kosovaarse regering recentelijk sloot. Volgens de oppositie brengen die akkoorden de soevereiniteit van de Kosovaarse staat in gedrang en tonen ze hoe ver de regering wil ingaan tegen de wil van het volk om de macht vast te houden.
De dag was strategisch goed gekozen: het is de dag waarop de Albanese onafhankelijkheid werd uitgeroepen in 1912 en zowat de nationale feestdag van alle Albanezen in de regio. Niet alleen in Albanië, maar ook in Kosovo, Macedonië en Montenegro vieren Albanezen hun natie en haar symbolen. De rood-zwarte Albanese vlag, die geldt als symbool van de Albanese staat maar ook het Albanese volk, is dan alomtegenwoordig.
Standbeeld van Zahir Pajaziti, strijder bij het Kosovaarse Bevrijdingsleger (UÇK), op het centrale plein in Pristina. Op de achtergrond twee Albanese vlaggen en voor de gelegenheid van de Albanese feestdag getooid met de UÇK-vlag.
© Pieter Troch
De gewraakte akkoorden
Het eerste akkoord waartegen betoogd werd is het akkoord van eind augustus dat Kosovo met Servië sloot omtrent de vorming van een Associatie van Servische Gemeentes in Kosovo. De oppositie vreest dat deze Associatie de eenheid van de Kosovaarse staat in gedrang brengt en Servië in staat zal stellen haar invloed op de Servische gemeenschap in Kosovo te verstevigen en zo het functioneren van de Kosovaarse staat te bemoeilijken.
Het tweede akkoord behelst een overeenkomst met Montenegro omtrent de grens tussen de twee landen. Volgens de oppositie is dit akkoord nadelig voor Kosovo en vooral de inwoners langs de grensstreek.
Beide akkoorden werden gesloten zonder inspraak of debat in het parlement.
Traangas in het parlement
De manifestatie van 28 november was het culminatiepunt van de weerstand die de oppositie nu al meer dan drie maanden voert tegen de akkoorden. Er werd een petitie gehouden die meer dan 200.000 handtekeningen verzamelde. Daarnaast boycot de oppositie boycot het werk van het parlement en maken ze elke zitting fysiek onmogelijk door met traangas te spuiten.
In een poging om terug te keren naar een vorm van politieke normaliteit heeft President Jahjaga het Grondwettelijk Hof opgedragen na te gaan of het akkoord over de Associatie grondwettelijk correct is. Tot de beslissing van het Hof, die verwacht wordt tegen het eind van januari, wordt de implementatie van het akkoord op non-actief gezet.
Wat de grensafbakening met Montenegro betreft, speelt het idee om een neutrale commissie het akkoord te laten onderzoeken.
Gewelddadige confrontaties
Deze compromissen maken geen indruk op de oppositie, die vasthoudt aan haar eis dat beide akkoorden meteen ingetrokken moeten worden en het werk van het Parlement onmogelijk blijven maken.
De regering reageert nu steeds scherper op de acties van de oppositie. Onmiddellijk na de betoging van 28 november viel de politie met geweld het hoofdkantoor van de belangrijkste oppositiepartij Vetëvendosje binnen en arresteerde oppositieleider Albin Kurti.
Er was een arrestatiebevel uitgeschreven tegen Kurti nadat hij twee weken geleden traangas had gespoten in het Parlement. De politie was er echter niet in geslaagd hem op te sporen, liet Kurti speechen op de manifestatie van 28 november en viel daarna het hoofdkantoor van Vetëvendosje binnen met het nodige spierballengerol. Naast Kurti werden 96 leden van Vetëvendosje opgepakt, de meeste van hen werden weer vrijgelaten.
Op maandag 30 november werd een nieuwe poging ondernomen om het Parlement bijeen te roepen. Ondanks politiemaatregelen slaagden oppositieleden er opnieuw in om traangas te spuiten, waarna de zitting verdaagd werd. Er werd dan beslist om de oppositie te bannen voor de rest van de zitting, waarna het tot schermutselingen kwam tussen oppositieleden en de ordehandhaving.
Wat nu?
De opposite maakt gewag van een terugkeer naar de dictatoriale Servische politiestaat van Milošević in de jaren ’90, maar dit keer door de Kosovaars Albanese politieke elite. Die elite wordt verweten dat ze alles doet om aan de macht te blijven, inclusief het sluiten van akkoorden die de werking van de Kosovaarse staat onmogelijk maken. Deze akkoorden verzekeren haar de steun van de internatioanle gemeenschap, maar worden genomen tegen de wil van de meerderheid van de bevolking in.
Als gevolg van de politieke chaos in Kosovo worden de akkoorden met Servië steeds meer in vraag gesteld. Deze akkoorden worden onder bemiddeling van de EU gevoerd en hebben tot een normalisatie van de relatie met Servië en de gedeeltelijke integratie van de Servische gemeenschap in Kosovo geleid. Men vraagt zich nu echter af wat de normalisatie van de relaties met Servië waard is als ze tegelijkertijd het politieke leven in Kosovo lamlegt en de Kosovaars Albanese gemeenschap verdeelt.
Graffiti in Pristina. Links ‘Jo Zajednica’, de slogan waarmee geprotesteerd wordt tegen de Associatie, in het midden ‘Kosova Republika’, de eis voor Kosovaarse autonomie of onafhankelijkheid en links graffiti tegen de EU missie in Kosovo
© Pieter Troch
Bovendien is het niet duidelijk wat Kosovo zelf uit de dialoog met Servië haalt. Voor Servië is EU-lidmaatschap het duidelijke einddoel. Normalisatie van de relaties met Kosovo door dialoog is een van de belangrijkste toelatingsvoorwaarden. Voor Kosovo is het vooruitzicht van EU-lidmaatschap echter veel minder rechtlijnig. Het land sloot wel een Stabilisatie- en Associatieakkoord met de EU, maar volledig lidmaatschap blijft onmogelijk zolang de EU een neutrale positie blijft innemen omtrent de status van Kosovo.
Deze zwarte periode in de Kosovaarse politieke geschiedenis zou wel eens het einde kunnen betekenen van de dialoog met Servië – of althans een sterke afzwakking van het Kosovaarse engagement.
Wat de Kosovaarse houding ten opzichte van de internationale gemeenschap betreft, is het moeilijker om voorspellingen te maken. Er is duidelijk ontevredenheid omtrent de rol van de internationale gemeenschap. Deze zou interne stabiliteit, respect voor democratische principes en het functioneren van de rechtstaat in Kosovo opofferen door een corrupte en autoritaire politieke elite te steunen, enkel omdat die laatste op internationaal vlak en dan vooral in de dialoog met Servië toegeeflijk is. Tegelijkertijd is het land echter te fundamenteel afhankelijk van internationale steun om een meer assertieve koers te varen.