Francine
“‘Ja, kennis geneest!’
De eerste indrukken van Francine na haar eerste missie met Artsen Zonder Vakantie...
Eigenlijk had ik geen verwachtingen. Het beste is te vertrekken met een open geest en ontdekken ter plaatse hoe de dingen eraan toe gaan. In het begin is observeren en de mensen van de dienst leren kennen het belangrijkste aspect: je moet je ogen de tijd geven om het reilen en zeilen van de dienst te analyseren. Je kan moeilijk ergens toekomen en beginnen suggesties te maken. Wij zouden het ook niet leuk vinden indien dit bij ons zou gebeuren.
Maar wat me van in het begin opviel, is dat de verpleegkundigen direct de parameters opnemen, een anamnese maken van de patiënt zijn probleem. Ze trekken zeer goed hun plan met het weinig materiaal dat beschikbaar is. Het grote verschil met bij ons is het gebrek aan basismonitoring. Er is dank zij AZV een saturatiemeter nu beschikbaar, sedert deze donatie blijft die op spoedgevallen en moeten ze hem niet delen met andere diensten.
Maar het blijft toch een minimum voor een dienst spoed. Daarnaast hebben ze 2 zuurstofconcentrators (machines die zuurstof produceren, max 5l/min) voor 19 bedden op de dienst. Wetende dat bovenste en onderste luchtweginfecties met zuurstofnood één van de meeste frequente pathologieën zijn, dan is de rekening snel gemaakt. Natuurlijk blijft malaria (paludisme) de hoofdoorzaak van anemie (bloedarmoede). We hebben vele kindjes gezien op spoed die er erg aan toe waren, met een hele lage hoeveelheid hemoglobine zodanig dat de nageltjes die normaal mooi roze zijn, spierwit waren. Ook die kindjes zouden moeten zuurstof kunnen krijgen.
Een ander aspect van de verpleging alhier is dat de familie de hygienische zorg van de patient op zich neemt. In België wordt dit werk door de verpleging gedaan. Het familielid die dit doet wordt een “garde malade” of “accompagnateur” genoemd. Dus dag en nacht staan die hun zieke bij, wassen ze hem/haar, zorgen voor eten, ledigen ze de bedpan, gaan de medicatie kopen.
Want ja, dit was ook een verrassing voor mij. Bij ons worden de medicijnen gegeven door de verpleegkundige vanuit een stock op de afdeling. Hier gebeurt dit anders. De dokter maakt de zaalronde, schrijft medicijnen voor en met een voorschrift gaat de “garde malade” naar de apotheek om alles aan te kopen. Iedere dag zie je een grote groep mensen met een engelengeduld bij de apotheek zitten te wachten om op hun beurt de medicatie te verkrijgen.
Deze namiddag hebben we een evaluatiemeeting met de Dokter en de hoofdverpleegkundige van spoed, samen met de directrice om onze conclusies van deze missie mede te delen. We hopen dat de suggesties die samenvallen met de wensen van het team ter plaatste dan ook zullen geimplementeerd worden.
Wat ik onthou van deze eerste missie?
Wel, het is allemaal zeer indrukwekkend, en het zal maar pas goed inkicken wanneer ik terug ben op spoed in Brugge. Wat ik waardeer bij de patienten en hun familie op spoed is dat er bijna nooit wordt geklaagd over de wachttijden. Ze zijn beleefd en geduldig met de medische staf.
Wat mij ook zal bijblijven, is de opleiding die ik heb gegeven in het Frans over zuurstofgebruik en het gebruik van de saturatiemeter en over pijn evaluatie. Het was spannend maar j’ai tiré mon plan!
En natuurlijk wens ik nog verder missies te doen met AZV. Ook ben ik nu overtuigd dat AZV wel degelijk een verschil kan maken in het leven van de mensen. Zowel door materiaal op te sturen die mensenlevens redt (apparatuur) maar zeker en vast ook door opleiding te geven, medische staf praktisch te trainen.
Dus ja, kennis geneest!