“‘Jij bent groot en ik ben klein, en dat is niet eerlijk!’
Beste lezer, U bent misschien op de hoogte van mijn aspiraties om een tweede Jan Leyers te worden. Ik ben nog steeds op zoek naar mijn eigen Pepe Michiels, mijn eigen versleten sidewing die me ook in zijn schaduw kan plaatsen. En net zoals Jan Leyers lees ik ook af en toe een boek om mijn intelligente imago op te poetsen. Terwijl ik mijn shampoo ter vergrijzing van mijn haren aan mijn slapen laat inwerken, zal ik je vertellen over het boek dat simpelweg een verklaring geeft voor de ongelijkheid in de wereld. Een boek dat antwoord op diepgaande vragen. Zoals: waarom hebben de Europeanen en niet de Aboriginals de wereld veroverd? Waarom komt de kerstman in het noordelijk halfrond, maar niet in het zuidelijk halfrond? Waarom heeft de Europese Unie een ontwikkelingsprogramma voor Nieuw-Guinea, en heeft Nieuw-Guinea geen programma voor de EU? Vragen die nooit in de buurt van Pepe mogen komen, men weet nooit wat het met hem zou doen.
Als men de vraag opwerpt waarom de Spanjaarden Zuid- en Centraal-Amerika hebben veroverd, krijgt men heel vaak hetzelfde voorgekauwde antwoord. De Spanjaarden hadden paarden, zwaarden en ziektekiemen; de militaire suprematie, dankzij paard en zwaard, zorgde ervoor dat de Spaanse afgevaardigden van God die indianen in geen tijd overmeesterden. De ziektekiemen waren een onverwacht hulpmiddel, met dank aan God en de zijnen, die maar liefst 95 % van de Indiaanse populatie trof. Deze drie factoren geven een afdoende verklaring voor de Spaanse overmacht gedurende de vele veldslagen, en de uiteindelijke militaire overwinning. Maar waarom hadden de Spanjaarden zwaarden, paarden en ziektekiemen, waarom kenden de Zuid-Amerikaanse indianen geen metaal, hadden zij geen paarden of ziektekiemen?
Hergé en gelijkgezinden halen hun antwoord ongetwijfeld uit het boek ‘lollen en grollen met Adolf’, de wetenschap geeft echter een andere oorzaak. Technologische vooruitgang, zoals de ontdekking van metaal voor het fabriceren van zwaarden, ontstaan in een complexe maatschappij. Alwaar de hoge bevolkingsdichtheid een politieke organisatie vergt; alwaar er een professionele specialisatie ontstaat. In tegenstelling tot de jagers-verzamelaars in Nieuw-Guinea die het grootste deel van hun dagen vulden met het verzamelen van voedsel, vond er in de grote steden in Europa een specialisatie plaats; men had de elite, de ambtenarij, het leger en de boeren. De boeren zorgden voor de nodige pakjes friet en bicky’s, de elite, het leger en de ambtenarij hadden tijd voor overspel en andere zaken. Bijgevolg vond men hier de tijd voor het ontdekken van zwaard en cervelas. Bovendien zorgde de hoge bevolkingsdichtheid, en de domesticatie van vee, voor het ontstaan van de ziektekiemen.
Weer moeten we een dansstap verder; waarom kon de bevolking in West-Europa zo groeien, waardoor de mogelijkheid van specialisatie, en bijgevolg ontdekking van zwaard en boulet, ontstond? Alles gaat terug tot de voedselproductie, en meer in het bijzonder tot de domesticatie van planten en dieren. De overgang van het jager-verzamelaarsleven naar een sedentair bestaan met landbouw als hoeksteen was uitermate belangrijk. Indien men erin slaagde planten te domesticeren, aan te passen naar ’s mans behoefte, kon men meer voedsel produceren en dus meer monden voeden. Bijgevolg groeide de bevolking in deze gebieden gestaag, met al zijn gevolgen.
Tenslotte moeten we ons de vraag stellen waarom de landbouw, de domesticatie van plant en dier, zich op één plaats wel, en op de andere plaats niet ontwikkelt. In slechts 5 gebieden op deze aardkloot ontstond domesticatie vanuit het niets. De vruchtbare halvemaan, het Midden-Oosten, was dé plek van waaruit de belangrijkste verspreiding van domesticatie zich voordeed. Deze verspreiding verliep in Eurazië heel vlot, voornamelijk te wijten aan ecologische en geologische factoren.
Lieve kindjes, vanuit mijn rol als leraar som ik het vlug nog eens op: paarden, zwaarden en ziektekiemen leiden tot de kolonisatie door West-Europese mogendheden. Een complexe samenleving, gekarakteriseerd door hoge bevolkingsdichtheid, politieke organisatie en professionele diversificatie, leidt tot paarden, zwaarden en ziektekiemen. Voedseloverschotten leiden tot een complexe samenleving. Domesticatie van plant en dier leidt tot voedseloverschotten. Ecologische en geologische toevalligheden leiden tot de mogelijkheid tot ontdekking en verspreiding van domesticatie van plan en dier.
Dit is de reden waarom ik in Pojom mijn steentje tracht bij te dragen, en waarom geen Pojomero aan ontwikkelingswerk doet in Gent. De mondiale discrepantie tussen rijk en arm is niets meer dan fucking hoerenchance of boerenpech! Say ‘Yeah’ als dit het saaiste internetartikel is dat je ooit hebt gelezen.
Voor Jan, dat dit je mag inspireren tot een Bob Dylan-achtige protestsong!