“‘Jij verdient de Nobelprijs’
Een relatief groot aantal Zweedse auteurs kreeg de Nobelprijs literatuur en over het algemeen scoren schrijvers uit Europa goed. Het aantal laureaten uit Afrika is op één hand te tellen…
Eigenlijk was Albert Camus de eerste Nobelprijswinnaar in de categorie literatuur (1957) die uit Afrika kwam. Hij was tenslotte in Algerije geboren en woonde daar bovendien de eerste 25 jaar van zijn leven. Maar hij telt natuurlijk niet mee, want zijn ouders waren Frans en Spaans en hij groeide op in een koloniale context. Dat is overal ter wereld zo: als jij of je ouders ergens anders geboren zijn, dan mag je niet mee doen.
Hoewel we Afrikaanse topvoetballers soms wel in de armen sluiten, dus misschien kan Algerije dan ook wel overwegen om zich Albert Camus toe te eigenen…
In de wereld van de literatuurprijzen zijn kunst, taal en politiek geen strikt gescheiden domeinen.
Die andere Noord-Afrikaan, die de Nobelprijs literatuur won is een duidelijker geval: Naguib Mahfouz werd in Egypte geboren en woonde daar heel zijn leven. Toen hij de prijs ontving in 1988 was hij vooral gelukkig met de erkenning van de Arabische taal: ‘The Arab world also won the Nobel Prize with me,’ stelde hij. Maar in veel Arabische landen werd Mahfouz’ werk verboden omwille van de schrijvers politieke ideeën en op 82-jarige leeftijd werd hij neergestoken door een Islamitische fundamentalist. Hij overleefde en deed er nog bijna twaalf jaar bij, maar hij kon door de gevolgen van de aanslag nauwelijks meer schrijven.
Ook de politieke overtuiging van Doris Lessing speelde haar parten. Ze werd in Iran geboren uit Britse ouders, maar verhuisde al op zesjarige leeftijd naar Zimbabwe, toen koloniaal Zuid-Rhodesië. Haar communistische sympathieën en anti-apartheidsactivisme leverden haar een verbanning op van de Zuid-Afrikaanse en Rhodesische overheden en ze mocht rekenen op ruime belangstelling vanwege de Britse geheime dienst.
Nadine Gordimer en J.M Coetzee, de twee Zuid-Afrikaanse Nobelprijswinnaars voor literatuur (1991 en 2003 respectievelijk), stelden zich net als Doris Lessing teweer tegen het apartheidssysteem. Verschillende boeken van Gordimer werden voor langere tijd verboden in Zuid-Afrika. Ook na de afschaffing van apartheid bleven ze kritisch en ze namen bijv. het aidsbeleid en de misdaadproblematiek in hun land op de korrel. Juist als blanke Zuidafrikanen was hun verhouding met de regering Mbeki daardoor eerder gespannen. Natuurlijk kan je stellen dat we bij het bespreken van literatuur de esthetische en artistieke kwaliteiten moeten bespreken, maar het probleem is dat de politici in kwestie daar over het algemeen anders over denken. Zo beschuldigde de Zuid-Afrikaanse president Thabo Mbeki Coetzee openlijk van stereotypering in zijn romans en vond hij dat het thema ‘verkrachting’ te centraal stond. Bovendien zijn auteurs in Afrika vaak belangrijke spelers in het publieke debat en voelen zij ook de noodzaak om daarin hun verantwoordelijkheid op te nemen.
Hetzelfde gold ook voor de Nigeriaan Wole Soyinka die in 1986 de Nobelprijs voor literatuur won. Hoewel hij de hoop uitsprak dat de prijs uitsluitend was toegekend op literaire merites, is ook Soyinka’s carrière beïnvloed door zijn relatie met ‘de politiek’. Hij werd meermaals gevangen gezet, zijn boeken werden verboden en hij leefde een tijd in ballingschap. Het is veelzeggend dat hij zijn speech tijdens de uitreiking in Zweden wijdde aan de strijd van Nelson Mandela, die toen nog gevangen zat op Robben Island.
Het is evenmin verwonderlijk dat verschillende Afrikaanse auteurs zich ook kritisch uitlieten over de prijs zelf. Waarom zou de erkenning van één of andere Zweedse academie prestigieus zijn? Het aanvaarden van de prijs betekende al een toegeving aan de Westerse bourgeois kaders en voor deze critici is het duidelijk dat de Nobelprijsjury zich bijna exclusief richt op Europese literatuur of op zijn minst op literatuur gesteld in Europese talen. Daarmee belanden we uiteindelijk bij één van de kerndebatten in de Afrikaanse geschreven literatuur: moet Afrikaanse literatuur in een Afrikaanse taal gesteld zijn? Is het gebruik van de taal van de voormalige kolonisator per definitie een voortzetting van koloniale structuren?
Misschien kunnen we juist in de wereld van de literatuurprijzen kunst, taal en politiek niet als strikt gescheiden domeinen zien. Die uitspraak kan alleszins door de winnaars van de Nobelprijs literatuur uit Afrika onderschreven worden.
Verder lezen?
Bernth Lindfors, ‘Africa and the Nobel Prize’, World Literature Today, 62:2 (1988).
En het werk van de vernoemde Nobelprijswinnaars literatuur uit Afrika.