Kernwapens ter discussie op de NAVO-top

Roel Stynen (Vredesactie)

26 april 2010
Blog

Kernwapens ter discussie op de NAVO-top

België kan nu de verwijdering van de Amerikaanse kernwapens vragen.

Op de komende NAVO-top in Tallinn staat de kernwapenstrategie op de agenda. Vredesactie vraagt dat de Belgische regering duidelijk stelling neemt voor de terugtrekking van de Amerikaanse kernwapens. België kan nu de verwijdering van de Amerikaanse kernwapens vragen. Dit niet doen komt neer op een beslissing door de regeringspartijen om ook in de toekomst kernwapens in België te ontplooien.
Grootste discussiepunt is of een verwijdering pas kan gebeuren als ook Rusland ontwapeningsstappen onderneemt, of dat de NAVO dit op eigen initiatief doet. Vredesactie pleit ervoor om hier geen voorwaarde van te maken, gezien Rusland weinig redenen heeft om hierover met de NAVO in gesprek te gaan. Het ontplooien van een eigen nutteloos kernwapenarsenaal gaat daar weinig verandering in brengen. Een terugtrekking van de Amerikaanse kernwapens heeft als voordeel dat een duidelijk signaal wordt gegeven dat werk gemaakt wordt van de nucleaire ontwapeningsverplichting uit het Non-Proliferatieverdrag en zo de geloofwaardigheid van dit verdrag hersteld wordt. En een terugtrekking verhindert niet dat later wapenbeheersingsakkoorden met Rusland afgesloten worden die limieten opleggen aan de totale kernwapenvoorraad, inclusief de tactische kernwapens.
20 jaar na Koude Oorlog liggen er nog steeds enkele honderden kernwapens in Europa te wachten op een vijand. Een onbelangrijk relict uit de Koude Oorlog? Ware het niet dat Europa hiermee de boodschap geeft aan andere landen dat het nog steeds kernwapens nodig heeft voor zijn veiligheid. En zo kun je moeilijk andere landen verwijten dat ze ook kernwapens proberen te verwerven. In het Non-Proliferatieverdrag (NPV) beloofden de niet-kernwapenstaten om geen kernwapens te ontwikkelen. In ruil daarvoor beloofden de kernwapenstaten om te ontwapenen. Dit verdrag heeft in praktijk gewerkt. 20 tot 30 landen die een kernwapenprogramma hadden of overwogen, hebben dit stopgezet. De laatste 10-15 jaar kwam de geloofwaardigheid van het NPV sterk onder druk. De onwil van de kernwapenstaten om te ontwapenen is daar een belangrijke oorzaak van.
Het nucleaire monopolie is niet langer houdbaar. Tenzij werk gemaakt wordt van een kernwapenvrije wereld krijgen we een wereld waarin steeds meer landen kernwapens bezitten. Nu 9 en het kunnen er snel 20 of 30 worden. Dit wordt dan onvermijdelijk ook een wereld waarin kernwapens ooit opnieuw gebruikt zullen worden. Zelfs oude havikken uit de Koude Oorlog als Kissinger en Shultz begonnen te beseffen dat het Amerikaanse kernwapenarsenaal de wereld er ook voor hun niet veiliger op maakt en pleiten nu voor nucleaire ontwapening. In een wereld waarin nucleaire technologie veel toegankelijker is geworden, is multilaterale controle erop veel belangrijker voor de eigen veiligheid dan een groot kernwapenarsenaal. En als zo’n kernwapenarsenaal de uitbouw van een sterke controle op nucleaire technologie in de weg staat, gaan zelfs oude havikken het nut van die kernwapens betwijfelen. Een kernwapenvrije wereld is met president Obama plots een realistisch politiek perspectief geworden.
Op korte termijn is het vooral belangrijk stappen te zetten die duidelijk maken dat het menens is met nucleaire ontwapening. Nucleaire ontwapening is een belangrijke opdracht voor de kernwapenstaten. Maar dit is niet enkel hun taak. België kan, als lid van een militaire alliantie die kernwapens een rol toebedeelt in zijn militaire strategie en in die alliantie nucleaire taken opneemt, ook een voortrekkersrol spelen.
Op de komende NAVO-top in Tallinn staat de kernwapenstrategie op de agenda. De NAVO-bureaucratie, met secretaris-generaal Rasmussen op kop, probeert de discussie zo snel mogelijk te sluiten. Hij stelt dat de NAVO-strategie een nucleaire component moet blijven behouden. Maar een goede reden daarvoor hebben we nog niet gehoord. Eerder verweet Rasmussen Rusland dat het een ouderwetse militaire doctrine aanhield omdat die nog steeds het gebruik van kernwapens voorziet tegen een grote conventionele aanval vanwege de NAVO. Maar zelf lijkt hij niet bereid de even ouderwetse NAVO-houding fundamenteel te herzien. Rasmussen verdedigt hier vooral de belangen van de NAVO-bureaucratie. Die stelt dat de stationering van deze kernwapens de belichaming vormt van de transatlantische band met de VS. Deze nogal rituele betekenis gaat gepaard met de stelling dat Europa invloed verliest op de VS als die kernwapens hier weggaan. De kernwapens dienen hier om een gesprekspartner van de VS te blijven over de nucleaire strategie. Vraag is of deze bureaucratische belangen opwegen tegen het herstellen van de geloofwaardigheid van het Non-Proliferatieverdrag.
De Belgische regering maakt voor het eerst openlijk van het verdwijnen van de tactische kernwapens een beleidsdoelstelling, waarvoor gefeliciteerd. Toch blijft ze wat te braaf in het verdedigen van dit standpunt. Het met de NAVO-partners willen doorpraten van de verandering in de kernwapenstrategie is best verdedigbaar, maar dit betekent niet dat België geen eigen standpunt kan innemen in die discussie. België kan in de NAVO perfect de stelling verdedigen dat het niet meer wenst kernwapens op zijn grondgebied te stationeren. En de rest van de alliantie heeft dan haar strategie daarop af te stemmen. Denemarken weigerde in de jaren 50 kernwapens op zijn grondgebied te stationeren en heeft die politiek nooit gewijzigd. De rest van de alliantie had daar maar mee te leven. Het is een beetje vreemd dat een NAVO secretaris generaal, die als Deense eerste minister die politiek nooit gewijzigd heeft, nu andere lidstaten de les gaat spellen als zij die kernwapentaken af te willen stoten.
De grote valkuil in de NAVO-discussie is het koppelen van de terugtrekking van de Amerikaanse kernwapens aan Russische gelijkaardige stappen. Rusland bezit nog een uitgebreid arsenaal aan tactische kernwapens en geeft die nog altijd een militaire rol. De Amerikaanse kernwapens moeten dan als pasmunt dienen om deze Russische kernwapens weg te onderhandelen. Vraag is of dit steek houdt. Rusland zal moeilijk aan te zetten zijn tot onderhandelen over de verwijdering van deze arsenalen. Dit zal niet gebeuren door het ontplooien van een eigen, militair zinloos arsenaal. Integendeel, deze ontplooiing kan gebruikt worden als legitimering voor het behoud van het Russisch arsenaal.
Kunnen we dan niet beter de tactische kernwapens uit Europa terug trekken en de Russen zelf tot het besef laten komen dat ze weinig hebben aan deze wapens? De toekomstige bilaterale onderhandelingen tussen de VS en Rusland kunnen dan gaan over een afbouw van het totaal aantal kernbommen, zonder verder onderscheid te maken tussen de opgestelde kernwapens en die in reserve. Als de NAVO enig verschil wil maken met die ouderwetse Russische militaire doctrine kan ze een no first use-politiek aannemen. Nu de VS de ambiguïteit laten vallen over wanneer zij kernwapeninzet overwegen, is het niet meer dan logisch dat ook de NAVO duidelijk maakt in haar Strategisch Concept welke rol ze kernwapens geeft. En ze kan daarbij zonder problemen verder gaan dan de VS. Een no first use-politiek ontneemt elke rol voor tactische kernwapens. Deze zijn first-strike ‘slagveld’-wapens, bedoeld om in te zetten tegen een grote conventionele aanval. Vanuit deze politiek kan ook een nieuw multilateraal onderhandelingskader gecreëerd worden door een no first use-verdrag voor te stellen. Zulk een voorstel zal Rusland veel meer onder druk zetten om mee te onderhandelen en zorgt voor een extra rem op proliferatie.
We hopen dat de Belgische regering de nodige creativiteit aan de dag legt om de NAVO-strategie fundamenteel te herzien en niet met lege handen thuiskomt.

contact: Hans Lammerant 0479/68 24 43
www.vredesactie.be