Blog

Kramp

Kramp
Kramp

Rio de Janeiro (en sinds kort ook Swiebodzin) hebben hun Christusstandbeeld, Brussel heeft zijn Manneke Pis, en Milaan sinds oktober 2010 op het beursplein... L.O.V.E.: een 11-metershoog marmeren middelvinger. Men wou aanvankelijk de middelvinger, bedacht door enfant terrible Maurizio Cattelan, reeds na tien dagen weer weghalen, maar dat bleek niet zo eenvoudig. Het kunstwerk staat er nu al bijna vier maand, en het blijft er wel nog even … misschien zelfs voor altijd. Een portret van het eerste grote stadskunstwerk van de 21ste eeuw.

L.O.V.E. mag dan wel, op het erg moeilijk vindbare beursplein Piazza d’Affari, voorlopig onbekend terrein zijn voor buitenlandse media en toerist, het is nu al een begrip in en rond Milaan. Sedert de inwijding vorig jaar, werd om de week besloten het werk “nog even” te laten staan, tot er duidelijkheid was waar het beeld dan wel naartoe kon. Geen goede strategie, zo bleek.

Gesammtkunst

Cattelan, die eerder (wassen) olifanten met burka’s tooide, (levende) paarden aan takelkranen hing, en een (levensecht) beeld van een vallende Paus Johannes Paulus II onder een meteoriet tentoonstelde in het Palazzo Reale, houdt ervan de toeschouwer uit te dagen, en ook deze keer was het goed raak. Finazzer Flory, de Schepen van cultuur die er met sterke lobby is in geslaagd het werk naar de stad te halen, wist zo ondanks een schaamtelijk cultureel budget, een kaakslag toe te brengen aan het kleinburgerlijk rechts dat aan de macht is.

De vinger is echter niet, zoals eerst werd gedacht, een vinger “van het volk” gericht naar de stad. De vinger is niet gericht naar de beurs, maar van de beurs wèg. Het is de priemende vinger van de beurs zélf, met betonnen spierarm als van onder de grond omhoog gestoken, die zo de hele stad, en de hele wereld, uitdaagt. Cattelan blijft benadrukken dat het werk enkel zin heeft op het beursplein zelf, en dat net daardoor de verplaatsing van het werk, ook het einde van L.O.V.E. betekent.

Trojaans geschenk

Het geduld van de (hoofdzakelijk rechts-conservatieve) tegenstanders van het project, raakt stilaan op. Ze zijn van mening dat er ondertussen wel al genoeg woorden zijn verspild aan “quel pirla”. Niemand lijkt ook echt willig nog geld te investeren om de vinger weg te takelen. Florry oppert nu wel fijntjes dat het werk in 2013 wel onderdak kan krijgen in een nieuw museum voor hedendaagse kunst, maar waarschijnlijker is dat hij al van bij aanvang heeft voorzien dat het weghalen van het werk, om esthetische redenen, maar vooral bij de publieke opinie, nogal moeilijk zou liggen.

Daar komt nog bij dat Cattelan zelf, wanneer de onrust in het hoenderhok maximaal was, vanuit zijn stekje in New York liet optekenen, dat hij bereid is L.O.V.E. aan Milaan te schenken, “maar dan enkel als het werk er voor altijd blijft staan.” En zo zette hij de stad schaakmat. Inmiddels lijkt burgemeester Letizia Moratti, in bont getooide sciura en Berlusconimarionet eerste klas, de kant van Florry en Cattelan te hebben gekozen, en probeert ze voorzichtig haar raad te sensibiliseren, en voor te bereiden op het lange staartje dat deze grap zal krijgen.

Onverwijderbaar

Naar aanleiding van 9/11 schreef Baudrillard over de Twin Towers, dat ze, eens ingestort, alle verleden en toekomstige doembeelden van een vergelijkbaar drama in hun val meenamen. Het symbool implodeert, vindt plaats in alle mogelijke toekomsten en verledens. Het is er altijd geweest, eerst als angst, dan als trauma. Zo is het ook met L.O.V.E. Tegen een imploderend droombeeld is geen antwoord mogelijk. Het symbool is onverwijderbaar geworden.

De stad zal dit zonder twijfel onder ogen zien, en aanvaarden. L.O.V.E. wordt zo, in de aanloop naar de Wereldexpo van 2015, een ironisch symbool van een vrijdenkende, liberale staat. Of hoe alles toch weer in een boogbeweging door het systeem zelf wordt opgeëist en benut. Het wordt dan een kwestie van tijd eer L.O.V.E. zijn plaatsje in het collectief bewustzijn van de Europese postmoderniteit opeist.

En mocht de stad beslissen Cattelans werk alsnog weg te halen, dan wordt Piazza d’Affari toch, onvermijdelijk en voor altijd, het plein “waar ooit de vinger stond”.