Kroniek van een aangekondigde tragedie: 200.000 Dominicanen worden met uitwijzing bedreigd

Blog

Kroniek van een aangekondigde tragedie: 200.000 Dominicanen worden met uitwijzing bedreigd

Kroniek van een aangekondigde tragedie: 200.000 Dominicanen worden met uitwijzing bedreigd
Kroniek van een aangekondigde tragedie: 200.000 Dominicanen worden met uitwijzing bedreigd

Op 23 september 2013 vaardigde het grondwettelijk hof van de Dominicaanse Republiek een arrest uit dat afstammelingen van migranten die zich na 1929 in het land vestigden hun recht op burgerschap ontneemt. De controversiële maatregel, die ingaat tegen de Dominicaanse grondwet, treft vooral de honderdduizenden Dominicanen met een Haïtiaanse afstamming die op Dominicaans grondgebied geboren zijn, en er wonen en werken. Zij dreigen met dwang te worden uitgewezen indien zij voor het einde van de maand juni hun status niet hebben kunnen regulariseren. Een humanitaire crisis lijkt in de maak…

Hispaniola. Het eiland waar Columbus in het jaar 1492 voet aan grond zette en er de eerste nederzetting in de Nieuwe Wereld stichtte.

Het eiland zou de eeuwen daarna onder Spaanse en Franse bezetting en via massale inzet van Afrikaanse slaven een van de meest lucratieve wingewesten van het koloniale tijdperk vormen.

De geschiedenis deelde dit eiland uiteindelijk op in twee aparte staten: in het westen revolteerden de slaven tegen hun Franse koloniale meesters, wierpen het op slavenarbeid gebaseerde plantagesysteem omver, en riepen de eerste zwarte republiek uit: Haïti.

De Dominicaanse economie drijft op de goedkope arbeid van Haïtianen die de grens oversteken om er zonder sociale bescherming en tegen hongerlonen zwaar werk te verrichten.

Het oosterse deel van het eiland kwam in het tumult van de Haïtiaanse revolutie los van haar Spaanse bezetter en werd, na een periode van tijdelijke vereniging met Haïti, de onafhankelijke Dominicaanse Republiek. De twee naties leven sindsdien ongemakkelijk samen op eenzelfde eiland, gescheiden door taal, cultuur, en de littekens van een tumultueuze geschiedenis.

In hedendaagse voorstellingen van Haïti en de Dominicaanse Republiek domineren vooral de contrasten. Aan de ene kant Haïti, een land geplaagd door armoede, politieke instabiliteit en verwoestende natuurrampen. Aan de andere kant de Dominicaanse Republiek, een toeristische trekpleister met een groeiende economie en een stabiel politiek klimaat. Maar schijn bedriegt.

Niet alleen verhult het populaire beeld van de Dominicaanse Republiek een realiteit van grootschalige armoede en werkloosheid, de Dominicaanse economie drijft bovendien al decennialang op de goedkope arbeid van Haïtianen die de grens oversteken om er zonder sociale bescherming en tegen hongerlonen zwaar werk te verrichten. Vanwege generaties migratie vanuit Haïti is de huidige bevolking van de Dominicaanse Republiek dan ook een smeltkroes van Haïtiaanse en Dominicaanse elementen.

Een geschiedenis van afstoting en toenadering

Maar de aanwezigheid van een grote groep mensen met Haïtiaanse wortels en een donkere huidskleur in de Dominicaanse Republiek gaf doorheen de geschiedenis meermaals aanleiding tot discriminatie en xenofobisch geweld. Zo vermoordden Dominicaanse soldaten in het jaar 1937 op bevel van toenmalig dictator Trujillo duizenden Haïtianen in wat vandaag herinnerd wordt als het ‘peterselie bloedbad’.

Soldaten trokken door het land met een takje peterselie, en al wie niet met Spaanse tongval het woord ‘perijil’ kon uitspreken, werd afgemaakt. Hoewel de Dominicaanse Republiek later een schadevergoeding zou betalen voor de slachtoffers van het bloedbad, vormt geweld en discriminatie tegen mensen met een Haïtiaanse afstamming en een donkere huidskleur tot op vandaag een duister element in de Dominicaanse politiek en samenleving. In het populistische discours van rechtse politieke groepen worden mensen van Haïtiaanse afstamming al te graag met de vinger gewezen als oorzaak van sociale problemen in het land.

De aardbeving die op 12 januari 2010 de Haïtiaanse hoofdstad Port-au-Prince en omliggende gebieden in puin legde, zorgde voor een historische toenadering tussen beide landen. De Dominicaanse Republiek deed dienst als uitvalsbasis voor veel van de internationale hulp die Haïti na de ramp binnenkwam, en het land zette zich zelf actief in voor de opruiming en wederopbouw van het land.

Dominicanen met uitwijzing bedreigd

En dan kwam er, op 23 september 2013, het noodlottige arrest 168-13 van het grondwettelijk hof. Hoewel de Dominicaanse grondwet het recht op een Dominicaanse nationaliteit toekent aan mensen die op het grondgebied geboren zijn, doet dit arrest de nationaliteit van honderdduizenden Dominicanen teniet.

Wie afstamt van migranten zonder papieren, wordt zijn nationaliteit ontnomen.

Wie afstamt van migranten zonder papieren, wordt zijn nationaliteit ontnomen en kan naar Haïti worden uitgewezen. De meesten onder hen zijn in de Dominicaanse Republiek geboren, spreken Spaans, en hebben geen actieve band meer met Haïti, het land van hun ouders of grootouders. De Dominicaanse Republiek opende onder zware druk van de internationale gemeenschap nog een mogelijkheid voor afstammelingen van migranten om zich alsnog te laten erkennen, maar de procedure is onhelder, en de vereisten sluiten de meeste mensen van deze mogelijkheid uit.

Dominicaanse, Haïtiaanse en internationale organisaties klagen met luide stem deze flagrante mensenrechtenschending aan, maar de Dominicaanse Republiek houdt voet bij stuk: wie voor 17 juni 2015 niet erkend wordt als Dominicaanse burger, wordt de grens overgezet. In de grensgebieden tussen Haïti en de Dominicaanse Republiek bereidt men zich voor op de komst van duizenden uitgewezen families die huisvesting, voedsel, water, en een nieuwe toekomst moeten vinden. De Haïtiaanse overheid zou aan een plan werken om deze mensen in tentenkampen op te vangen, maar hun lot blijft bijzonder onzeker.

Krijgt Haïti, vijf jaar na de aardbeving, een nieuwe humanitaire crisis te verwerken?