“‘Kuikens zonder grenzen’
Herkenning, vertrouwen en als ervaringsdeskundige geloven in de kracht van boeren. Dat zijn de ingrediënten van een mooi verhaal van solidariteit tussen een Vlaamse en een Congolese kippenkweker.
In haar campagne van januari 2011 bracht Vredeseilanden in een kort animatiefilmpje het verhaal van Justin Kasai. In de boerenorganisatie APAV van Bunyuka in de Oost-Congolese provincie Noord-Kivu zorgt Justin nu al verschillende jaren voor het uitbroeden van eieren van zowel ingevoerde veredelde ouderdieren als van lokale rassen. De vraag naar kuikens is immers groot, en de dichtstbij gelegen broederij ligt in Oeganda.
Wie van daaruit kuikens aanvoert neemt een groot risico. Eendagskuikens kunnen wel 48 uur zonder voedsel dankzij de dooierzak die bij het uitkippen nog niet volledig is geresorbeerd. Zonder water is al wat moeilijker, in tropische omstandigheden. Neem daarbij de staat van de aarden wegen in Congo waardoor elk levend transport urenlang zwaar wordt geschud, en je voelt het al aankomen: de verliezen zijn vaak erg groot. Vorige week nog kwam in Butembo een transport langs van 5000 in Oeganda aangekochte kuikens, op doorreis naar een kwekerij van een niet-gouvernementele organisatie in het diepere binnenland. Het leek wel of ze dachten dat kuikens pluchen speelgoedjes zijn die je onbeperkt kan vervoeren. Justin heeft zich over hen ontfermd en ze tijdelijk opgenomen in een kuikenren van APAV om wat aan te sterken vooraleer hun reis verder te zetten. Toch hebben 800 van hen het niet overleefd.
Dan heb je nog die Oegandese arrogantie tegenover Congolezen. Ze leven daar toch in een toestand van staatloosheid en totale wetteloosheid, zo is vaak de redenering, dus kan je hen ongestraft belazeren en bedotten. Kuikens met een misvorming, een gebroken pootje of vleugeltje, die ongeschikt zijn voor de eigen markt, worden dan versast naar Congo. En inderdaad, daar heeft de klant in Congo geen verhaal tegen, behalve dan dat bedrijf voortaan de rug toe te keren.
Justin is daarom al halfweg het vorige decennium begonnen met een eigen broederij, met de middelen die voorhanden waren. Dat wil zeggen een houten broedkist en een petroleumlamp als warmtebron. Man bijt Hond draaide er in 2006 een ontroerende reportage over.
Met de steun van Vredeseilanden en het Belgisch Overlevingsfonds heeft APAV enkele jaren later een mini-hydro-elektrische centrale aangelegd en een elektrische geautomatiseerde broedmachine aangekocht, zodat Justin niet meer 24/24 moederkloek moest spelen. Maar de capaciteit van die machine is beperkt tot 800 kuikens per week, dus bestonden er plannen voor uitbreiding. Tot boer Dirk uit Torhout het campagnefilmpje van Vredeseilanden zag. Hij had een afgedankte broedmachine in perfecte staat in zijn huis staan, en besloot die aan Justin en APAV te schenken, mits Vredeseilanden voor het transport zou zorgen. Daar vonden we gelukkig de gespecialiseerde organisatie Logistique Sans Frontières voor. Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad om alles georganiseerd te krijgen, maar op 27 maart was het dan eindelijk zover: de lange vaart naar Mombasa kon beginnen.
Vrijdagavond 5 juli is de gedemonteerde ingepakte broedmachine dan eindelijk aangekomen in Bunyuka. Woensdag al waren de mensen van APAV naar de grens met Oeganda getrokken om de precieuze vracht in te klaren. Zoals verwacht was dat heus geen sinecure. Congolese grensposten puilen uit aan overbodige overheidsdiensten die allen een graantje willen meepikken en zo internationaal zakendoen wel erg bemoeilijken wegens een overdaad aan formele en informele heffingen. De competitiviteit van Congolese producten op de wereldmarkt is onbestaande door de wildgroei van dergelijke parasitaire diensten, wiens enige bestaansreden lijkt te zijn zichzelf in leven te houden met de geëiste heffingen. Want van enige herinvestering in de handel is uiteraard al helemaal geen sprake.
“De vrijstelling van heffingen geldt enkel voor de BTW”, kregen de mensen van APAV te horen. Juist ja, het attest van schenking vermeldde duidelijk dat er geen aankoopsom werd betaald, dus daar kan je dan inderdaad geen belastingen op heffen. Maar op al de rest dus wel. Dat wil zeggen, zelfs als breng je 20 m³ lucht de grens over, betalen zal je. Tot en met de nationale inlichtingendienst eiste een betaling van 25 $ (19 €). Er moesten maar eens wapens in de vrachtwagen zitten. Voor de kost van de controle draai je dus zelf op.
Anderhalve dag kantoren aflopen aan de beide kanten van de grens, en een totaal van 2500 $ (1.900 €) aan allerlei heffingen heeft het gekost om de broedmachine Congo binnen te krijgen. Slechts de helft van die betalingen wordt gestaafd met bewijsstukken. Onderweg nog 30$ (23 €) boete omdat de Oegandese vrachtwagenchauffeur slechts een fotokopie van zijn rijbewijs had (nochtans een courante praktijk in Oeganda als preventieve maatregel tegen verlies). Bij aankomst in Butembo bleken ze nog het mildst. Het doorrijrecht in de stad bleef beperkt tot 3.000 Congolese frank (2,5 €), omdat de stedelijke overheden de mensen van APAV goed kennen.
Zaterdagochtend mocht ik dan getuige zijn van het afladen van de vrachtwagen. Geen vorkheftrucks hier. Maar wel volk, veel volk, en in een mum van tijd was de klus geklaard, met de nodige aanmoedigingskreten.
In de komende weken zal de broedmachine opnieuw worden geassembleerd, en dan kan wat ooit begonnen is met een houten broedkist uitgroeien tot een professionele broederij, met een uniek aanbod gezonde kuikens voor de provincie Noord-Kivu. Welke bedrijfsleider kan zichzelf een beter marktvooruitzicht toewensen?