Lage verwachtingen voor de duurste G20-top ooit

Lage verwachtingen voor de duurste G20-top ooit

Het hele weekend vergaderen in Toronto de leiders van de G20. Dit is de vierde top sinds het uitbreken van de mondiale financiële crisis. De G20 omvat de G8 (met inbegrip van de EU), plus Argentinië, Australië, Brazilië, China, India, Indonesië, Mexico, Saoedi-Arabië, Turkije, Zuid-Afrika en Zuid-Korea. Op deze G20 worden ook Ethiopië, Malawi en Vietnam als vertegenwoordigers van regionale landengroepen verwacht.

Daarbovenop komen Spanje en Nederland als belangrijke economieën, hoewel ze officieel geen G20-lid zijn. Ten slotte zijn ook de hoofden uitgenodigd van 6 belangrijke internationale instellingen, zoals de VN, het IMF en de Internationale Arbeidsorganisatie. Canada en Zuid-Korea zitten samen de top voor.

Dure vergadering

De G8 eerder dit weekend in Muskoka en de G20 in Toronto kosten de Canadese belastingbetaler samen meer dan 1,2 miljard $. Dit is gigantisch. De meeste uitgaven gaan naar veiligheid. De vraag is of men hiermee kan doorgaan. In november vindt in Seoul alweer een G20 plaats, en vanaf 2011 jaarlijks.
De G8 en G20 blijven voorlopig naast elkaar bestaan. De G20 is voor de leden het ‘eerste forum voor internationale economische samenwerking’, maar voorlopig blijft het daar ook bij. Diverse G20-landen oefenen echter druk uit om de G20-agenda geleidelijk uit breiden met andere thema’s dan de financiële crisis. De EU en Mexico, dat eind dit jaar in Cancún de VN-klimaatconferentie voorzit, willen dat de G20 helpt om de klimaatonderhandelingen te deblokkeren. G20-voorzitter Zuid-Korea wil in november een belangrijk hoofdstuk over ontwikkeling. Landen als Australië, Turkije, Mexico en Zuid-Korea, die niet in de G8 zitten, kunnen dankzij de G20 op het hoogste niveau meespelen. Daarom mag deze groep voor hen uitgroeien tot een leidend comité voor mondiaal beheer in het algemeen.
De positie van grootmachten zoals China, Rusland en India is minder duidelijk. Zij blijven sterk de centrale rol van de VN benadrukken, een formele organisatie met duidelijke regels, die minder dan de G20 door het Westen wordt aangedreven. Maar in de VN kunnen sommige groeilanden zich ook blijven verstoppen achter de grote groep van ontwikkelingslanden. De logica van de G20 is dat alle belangrijke economieën daar zijn om ook een grotere verantwoordelijkheid op te nemen.

Evenwicht tussen groeien en besparen

Volgens de meeste waarnemers is het voornaamste doel in Toronto de eerder gemaakte afspraken over financiële stabiliteit verder uit te voeren. Een belangrijk nieuw element is de financiële crisis die in de EU is losgebarsten. Mede hierdoor is het zwaartepunt van de discussie verschoven van maatregelen om de economie te stimuleren naar begrotingsdiscipline. De Amerikaanse regering wil echter dat de stimulering nog een tijdje doorgaat. Het is beter de begrotingstekorten nog even aan te houden, in plaats van nu hard te besparen. Daardoor zou de economie weer stilvallen en zouden nog minder fiscale ontvangsten in het laatje komen. De VS vindt ook dat landen met grote handelsoverschotten, zoals Duitsland en China, hun binnenlandse vraag moeten oppompen. Dat impliceert ook sociale maatregelen, zoals loonsverhogingen en meer sociale zekerheid.
Duitsland dat een historische aversie heeft tegen inflatie en begrotingstekorten wil echter drastisch bezuinigen. Ook andere EU-landen maken dergelijke plannen op. Volgens hen kan alleen dat het vertrouwen van burgers, bedrijven en financiële markten herstellen. De Europese leiders blijven wel herhalen dat de besparingen gefaseerd ingaan (in Griekenland bijvoorbeeld sneller en forser dan in Duitsland) om de fragiele groei niet in het gedrang te brengen. Ze suggereren dat de tegenstellingen in de pers te veel opgeklopt worden.
De kans is echter klein dat de G20 op dit debat veel invloed zal hebben. De binnenlandse druk is overal dermate groot dat regeringen vooral doen wat zij denken wat voor hun land het beste is, met telkens een aparte timing. Het G20-kader doet de landen wel beter nadenken over de gevolgen voor de rest van de wereld. Het valt te bezien hoe groot dit ‘G20-effect’ zal zijn.
Hetzelfde geldt voor de Chinese wisselkoerspolitiek. De VS klagen al jaren dat de Chinese munt te laag staat, waardoor China het Westen oneerlijke concurrentie zou aandoen. Vlak voor de G20 is China begonnen de yuan renminbi zachtjes te laten stijgen. Dit is vooral symbolisch, en bedoeld om druk van de ketel te halen. In Washington waren congresleden al handelssancties tegen China aan het beramen. Het is een geste van Beijing om Toronto hierop niet te laten ontsporen. Maar ten gronde kan de G20 niet beslissen wat China moet doen.
Nochtans werkt de G20 aan een nieuw initiatief waarin de G20-landen elkaars macro-economisch beleid gaan bestuderen en becommentariëren (‘mutual assessment’), hierin bijgestaan door het IMF. Op die manier hopen ze dat nationaal beleid dat de wereldeconomie schaadt, toch kan bijgestuurd worden.
Volgens een uitgelekte ontwerp-slottekst zou een opvallende G20-beslissing wel over handel kunnen gaan. Er is sprake van om alle protectionistische maatregelen die sinds het begin van de crisis her en daar zijn opgedoken, af te schaffen, en er geen nieuwe in te stellen.

(Schijn)gevecht om banktaks

Eén van de grote verhalen in de aanloop naar Toronto is de discussie over de bankentaks. De VS en verscheidene Europese landen willen het. Daar sloeg de bankencrisis het hardst toe en daar hebben de overheden de meeste steun aan de banken moeten geven. Men vindt het maar rechtvaardig dat de banken mee betalen. Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland zijn hun plannen aan het maken. De voorstanders willen liefst dat ook de rest van de G20 banktaksen invoert. Op die manier zou het gevaar op verschuiving van financiële activiteiten en zelfs hoofdkwartieren naar fiscaal vriendelijker oorden ingedijkt kunnen worden. Dan zouden ook de belastingtarieven hoger kunnen.
Maar in de huidige voorstellen zal de opbrengst maar een klein deel zijn van wat de bankencrisis aan de overheid heeft gekost. De City, het Londense financiële centrum, haalt opgelucht adem, meldt de Financial Times vandaag. De nieuwe Britse premier David Cameron heeft vlak voor Toronto laten verstaan de Basel III-hervormingen (zie onder) veel belangrijker te vinden dan de bankentaks; zo sterk is het Europese front nu ook weer niet.
Gastheer Canada is radicaal tegen de banktaks. Premier Stephen Harper heeft in andere G20-hoofdsteden zelfs een felle anticampagne gevoerd. Dankzij strenge regulering hebben onze banken de crisis goed doorstaan, zegt hij. Een bankentaks is dus niet nodig. Eenzelfde geluid komt uit de meeste groeilanden. In Canada hoor je ook dat een bankentaks weinig zin heeft in landen als China, India en Brazilië waar menig grote bank in overheidshanden zit. Hoewel de G20-ministers van financiën eerder in juni het idee van een gezamenlijk standpunt begraven leken te hebben, hebben Sarkozy en Merkel vlak voor de top in een brief aan Harper hun voorstel nog eens in de verf gezet. In heel wat landen is de budgettaire nood dan ook hoog. Maar het ziet ernaar uit dat de G20 ook op dit punt alleen maar zal kunnen vaststellen dat de leden verschillende wegen uitgaan.
Vanmiddag heeft Sarkozy zijn standpunt al wat verzacht. Het was nooit de bedoeling om landen die het niet willen, de bankentaks op te dringen, zei hij aan de verzamelde pers. Van de G20 wordt wel een ‘kader’ verwacht voor de landen die de taks invoeren, naast principes over de bijdrage die banken moeten leveren bij volgende crisissen. In Toronto bracht de OESO een bijkomend element in het debat. Tijdens de crisis hebben de banken al zo’n 800 miljard dollar verloren en dit bedrag groeit nog elke dag. Dit verlies willen ze fiscaal aftrekken, en er duiken agressieve boekhoudmethoden op om er zoveel mogelijk uit te halen. Slotsom: een aantal banken zullen de komende jaren geen vennootschapsbelasting meer betalen en zelfs geld terugkrijgen. Er zijn maatregelen nodig om dit fenomeen binnen de perken te houden.

Financiële transactietaks onzichtbaar

Ondertussen zweeft daar ook nog het idee van een taks op allerlei soorten financiële transacties, een variant van de Tobintaks. De Europese Raad heeft kort voor Toronto afgesproken om zowel de bankentaks als de financiële transactietaks (FTT) te bepleiten. Sommige landen, zoals Frankrijk, willen dat de opbrengst gaat naar ontwikkelingshulp en klimaatsteun. Maar de politieke appetijt om dit in te voeren zonder de rest van de G20 is veel kleiner dan met de bankentaks. Met name de VS zien de FTT niet zitten. Er zijn weinig indicaties dat hieromtrent hard op tafel zal geklopt worden. Maar verrassingen zijn nooit uit te sluiten. Sarkozy zei er vanmiddag echter geen woord over. Omtrent ontwikkelingslanden werd in Londen vorig jaar al beslist het IMF en de ontwikkelingsbanken meer middelen te geven voor zachte leningen voor de armste landen. Maar zoals de G8 heeft aangetoond, is het heel moeilijk extra ontwikkelingshulp te mobiliseren.
Merkel en Sarkozy willen ook nog eens terugkomen op de belastingparadijzen. Op de ‘London summit’ in april 2009 had de G20 met veel bombarie aangekondigd dat het bankgeheim tot het verleden behoorde. Gordon Brown kondigde aan dat de belastingparadijzen gesloten zouden worden. Ondertussen weten we dat het voor de belastingparadijzen wel heel gemakkelijk was om van de zwarte en grijze lijst naar de witte over te gaan. Vandaag nog maakte president Sarkozy daar een kritische opmerking over in zijn persconferentie vlak voor de G20. De Organisatie voor Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), belast met de opvolging van dit dossier, gaat de zaak nu helemaal evalueren. Dat kan in principe een paar jaar duren. Daarna kan het beleid eventueel strenger gemaakt worden. Blijkbaar willen Parijs en Berlijn dat de G20 de zaak niet laat rusten, maar of ze in Toronto iets belangrijks gaan doen, moet nog blijken.

De banken risicobestendig maken

De G20 maakt een goede kans succesvol te zijn omtrent de regulering van en het toezicht op de financiële sector. Maar de grote beslissingen worden niet in Toronto, maar in Seoul in november verwacht. Technische organen zoals de Financial Stability Board en het Basel-comité voor Banktoezicht bereiden nieuwe internationale normen voor. Zo zouden de banken over het algemeen veel meer eigen kapitaal en liquide middelen moeten aanhouden om in de toekomst zelf de schokken van crisissen op te vangen. Dit pakket wordt in het jargon ‘Basel III’ genoemd. Hieraan gekoppeld zullen de banken ook allerhande risicovolle operaties moeten inperken.
De verenigde banklobby’s oefenen zware druk uit om de voorstellen te verspoelen. Zij zeggen dat ze onder oorspronkelijke voorstellen tot 5.000 miljard euro extra zouden moeten vinden. Ze argumenteren dat de consument in de toekomst minder gemakkelijk zal kunnen lenen, wat dan weer slecht is voor het economisch herstel. De regulerende instanties en regeringen hebben oren naar de kritiek. De voorstellen worden verzacht en de banken zullen wellicht meer tijd krijgen.

Hervorming IMF

De G20 wil het bestuur van het IMF aanpassen aan de nieuwe machtsverhoudingen in de wereld. Landen als China en India zijn bijvoorbeeld zwaar ondervertegenwoordigd tegenover een aantal kleinere Europese landen, zoals België en Nederland. Op de G20 in Pittsburgh werd beslist om minstens 5 procent van de quota die landen in het IMF-kapitaal hebben en die mede hun zeggenschap bepalen, te verschuiven van over- naar ondervertegenwoordigde landen. Dit zou tegen januari 2011 geregeld moeten zijn. Of dat zal lukken is nog een vraagteken, en in Toronto wordt geen doorbraak verwacht.

Klimaat en energie

Waarnemers verwachten weinig spectaculaire statements over de klimaatproblematiek. Diverse G20-landen willen dat deze discussie in de VN beslecht wordt, laat staan in Toronto uit hun tent te komen met CO2-reductie- of financiële toezeggingen. Canada’s vorige premier, de liberaal Paul Martin, stelde deze week openlijk dat de regering-Harper een fout gemaakt heeft door klimaat niet sterker naar voren te schuiven, en geen voorbereidende vergadering van G20-milieuministers te houden. Martin, samen met de Amerikaanse ex-minister Lawrence Summers, is nota bene de uitvinder van de G20 in 1999, als toenmalige minister van financiën. Sindsdien heeft hij campagne gevoerd om de G20 te laten uitgroeien tot een top van staatsleiders die zich over alle problemen buigt. Door deze crisis is zijn idee stilaan werkelijkheid aan het worden.
Een G20-initiatief om subsidies aan fossiele brandstoffen geleidelijk af te schaffen, dreigt ook uitgehold te worden. Een uitgelekte tekst heeft het nu alleen nog over ‘vrijwillige’ initiatieven van landen. Dit is geen gemakkelijke zaak. Hoewel deze subsidies de klimaatproblemen verergeren, spelen ze in sommige landen sociaal een belangrijke rol. In Toronto wordt gehoopt dat de BP-ramp dit dossier op het juiste spoor helpt te zetten.

Vergroening van de economie

Velen hadden gehoopt dat de crisis zou aangegrepen worden om de herstellende economie ingrijpend te vergroenen. Maar de G20 heeft daartoe nog niets bijgedragen. Hoewel landen als Zuid-Korea en de VS al aanzienlijke inspanningen geleverd hebben, speelt de G20 geen beduidende rol om dit debat op wereldvlak aan te zwengelen. De G20 kwam voorlopig niet verder dan enkele nietszeggende frasen en beperkte verwijzingen naar de klimaatproblematiek. Milieu blijft een randaspect en wordt niet integraal in de herstelplannen opgenomen. Ook in Toronto is dit geen belangrijk thema.
Er is een sprankeltje hoop dat voorzitter Korea in november hieromtrent interessante dingen zal proberen te doen. Op dit punt is het voornaamste probleem dat het G20-proces grotendeels gedomineerd wordt door ministeries van financiën, die er een technocratische benadering op nahouden. Ze willen wel ingrijpende financiële hervormingen, maar wat de ruimere economische en maatschappelijke context betreft, blijven ze overduidelijk in een business as usual-verhaal steken. Welke actoren hebben de kracht en visie om dit te veranderen?
Dries Lesage is docent aan de Vakgroep Politieke Wetenschappen van de UGent. Hij volgt voor MO* de G8 en G20 in Canada.