‘Ik hoop als gewone Berlijner door het leven te gaan, zonder het label van vluchteling’

Blog

Ondanks groeiend extreemrechts gedachtegoed, is opname vluchtelingen een win-win voor Berlijn

‘Ik hoop als gewone Berlijner door het leven te gaan, zonder het label van vluchteling’

‘Ik hoop als gewone Berlijner door het leven te gaan, zonder het label van vluchteling’
‘Ik hoop als gewone Berlijner door het leven te gaan, zonder het label van vluchteling’

Duitsland en zijn hoofdstad Berlijn staan model voor goede en geïntegreerde opvang van vluchtelingen. De afgelopen jaren vonden meer dan 100.000 asielzoekers een woon- en werkplaats in Berlijn. Met de hulp van organisaties als Refugio en WeFugees loont de langetermijnpolitiek van de staat.

Refugio

Berlijn heeft een grote aantrekkingskracht. Jaarlijks vestigen zich 40.000 à 50.000 nieuwkomers in de Duitse hoofdstad, aldus het Landesamt für Flüchtlingsangelegenheiten (LAF). Ook vluchtelingen houden van Berlijn. De staat investeert jaarlijks 900 miljoen euro in hun opvang en de bewoners zijn van nature zeer gastvrij. Zo klopten bij het begin van de migratiecrisis vier jaar geleden nog 55.001 asielzoekers aan bij het lokale bestuur. Ondertussen is dit aantal gezakt naar 7.260 nieuwe aanvragen in 2018. ‘Dat cijfer wordt steeds kleiner, maar we mogen niet vergeten dat de ‘oude’ vluchtelingen ook nog altijd aanwezig zijn’, aldus LAF-woordvoerster Monika Hebbinghaus.

Momenteel zitten 21.621 vluchtelingen in Berlijnse vluchtelingencentra. Van alle asielzoekers, die in heel Duitsland aankomen, mag 90 procent blijven. Van de overige 10 procent wordt de helft uitgewezen, de andere helft vertrekt uit eigen initiatief. Bevestigt Berlijn daarmee dat het een linkse stad is? Hebbinghaus: ‘Misschien wel. Berlijn is dan ook de hoofdstad van een liberaal land. Daarover liegen de cijfers niet. In een rapport van de Verenigde Naties uit 2017 staat Duitsland als enig Europees land bij de zeven landen die de meeste vluchtelingen opvangen. Turkije is het grootste ‘afnameland’ met 3,5 miljoen vluchtelingen, daarna volgt Pakistan (1,4 miljoen), Uganda (1,4 miljoen), Libanon (998.900), Iran (979.400), Duitsland (970.400) en Bangladesch (932.200).’

In deze audioreportage legt Monika Hebbinghaus meer uit over het beleid in Berlijn:

Woningnood en vergrijzing

Door de snelle toename van de Berlijnse bevolking en het tekort aan accommodatie voor de vluchtelingen, besloot de Duitse regering in 2015 om nieuwe opvangcentra te plaatsen. Berlijn voorziet drie soorten opvangcentra voor vluchtelingen. In eerste instantie maakt de overheid gebruik van ‘emergency shelters’, zoals sporthallen en de oude luchthaven van Tempelhof. Daarna schakelt ze over op ‘tempohomes’, een soort van containerpark. Tenslotte worden de asielzoekers, die al lange tijd in Berlijn verblijven, ondergebracht in modulaire gebouwen. Die zogenaamde MUF’s bestaan uit nieuwe, vooraf geproduceerde delen. Hierdoor zijn ze sneller en makkelijker te plaatsen dan traditionele appartementsblokken. Ze beschikken allemaal over aparte keuken, living, badkamer en slaapkamers.

MUF vluchtelingenopvang

Na negen jaar worden die appartementsblokken als sociale woningen aan de lokale bevolking doorverkocht. Als gevolg van de sterke migratie naar Berlijn, kampt de Duitse hoofdstad met een groot tekort aan betaalbare woonplaatsen. Veel families met een laag of zelfs gemiddeld inkomen kunnen geen goede woonplaats in Berlijn betalen, waardoor ze zich boos en benadeeld voelen tegenover de nieuwkomers. Vluchtelingen worden volgens hen gepamperd door de overheid. ‘Er zijn veel welgestelde mensen die zich heel sceptisch opstellen naar de vluchtelingen toe’, legt de LAF-woordvoerder uit. Dit is het zogenaamde NIMBY-syndroom (not in my backyard). ‘De overheid heeft namelijk beslist dat elk district van Berlijn twee stukken grond moet afgeven om er van die nieuwe vluchtelingenaccommodaties op te bouwen. Tegen elke site vindt wel protest plaats.’

Zonder 38.000 asielzoekers hadden de Duitse werkgevers vorig jaar met een nog groter personeelstekort gekampt

De afgelopen jaren steeg het extreemrechtse gedachtegoed sterk in Duitsland. In 2015, het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis, waren er meer dan duizend aanvallen op asielcentra. Berlijn geeft voorlopige verblijfsvergunningen aan de vluchtelingen die het slachtoffer zijn van extreemrechts geweld. Op die manier wil de stad duidelijk maken dat ze de asielzoekers niet zomaar kunnen wegjagen.

Toch bieden vluchtelingen een oplossing voor het vergrijzingsprobleem, aldus Hebbinghaus: ‘Bedrijven en organisaties vinden steeds moeilijker werknemers met de juiste opleiding en kwalificaties. Asielzoekers kunnen deze open vacatures invullen, wat een win-winsituatie voor alle partijen betekent.’ Werk vinden in een knelpuntberoep, zoals treinbestuurder of verpleegkundige, kan namelijk een verblijfsvergunning in Duitsland opleveren.

Ook volgen steeds meer migranten bijscholing. In 2017-2018 schreven niet minder dan 14.000 vluchtelingen zich in voor een beroepsopleiding, aldus het Instituut voor de Wetenschap (IW) uit Keulen. Zonder 38.000 asielzoekers, die werk zochten en vonden, hadden de Duitse werkgevers vorig jaar met een nog groter personeelstekort gekampt. Daarnaast zijn er natuurlijk ook vluchtelingen die verder studeren in het hoger onderwijs.

Solidariteit

Naast de staatssteun krijgen de vluchtelingen in Berlijn ook veel hulp van ngo’s, zoals het Rode Kruis en Give Something Back To Berlin. Vrijwilligers organiseren workshops en andere evenementen om de vluchtelingen iets bij te leren, zoals bijvoorbeeld een taal, of nodigen hen uit om samen tot rust te komen tijdens een yoga- of kunstsessie. Refugio biedt hulpbehoevenden een slaap- en werkplaats aan.

Hoe het bij Refugio in zijn werk gaat zie je in deze video:

WeFugees helpt de vluchtelingen vooral online verder, maar ze kunnen er ook terecht met hun vragen zonder op een wachtlijst te moeten staan.

De langetermijnpolitiek van Berlijn werpt haar vruchten af. Zo integreren vluchtelingen goed op de arbeidsmarkt in Duitsland. Volgens het Duits Agentschap voor Werk waren in mei 2018 niet minder dan 300.000 mensen aan het werk uit acht landen (Pakistan, Nigeria, Iran, Eritrea, Afghanistan, Irak, Somalië en Syrië), of 100.000 meer dan het jaar daarvoor.

In Refugio troffen we de Nederlandse vrijwilliger Annalie Koerts. Wat haar bracht, vertelt ze hier:

‘Eindelijk weer rust’

Mohammed en Mohammad zijn twee jonge Syriërs die tijdens het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis naar Berlijn vluchtten.

‘Ik word heel goed behandeld in Berlijn en heb hier al veel goede vrienden kunnen maken. Negatieve opmerkingen krijg ik amper’, vertelt Mohammad (33), bewoner en werknemer bij Refugio. Mohammad woont al drie jaar boven het Refugio café in Neukölln. ‘Ik ben heel dankbaar dat ik de kans heb gekregen om hier mijn leven op te bouwen. Ik weet dat veel andere vluchtelingen niet dat geluk hebben.’

Mohammad is per toeval bij Refugio beland via een vriend. Hij was een technicus in Syrië en had dus nooit verwacht dat hij zo snel werk zou vinden in Berlijn omdat hij de taal niet sprak. Zeker niet in een café, wat hij nooit eerder had gedaan. Niet alle vluchtelingen gaan onmiddellijk op zoek naar werk, sommigen hebben nog de ambitie om te studeren. Op die manier hopen ze toch een goede toekomst voor zichzelf te creëren in een vreemd land.

Zoals Mohammed (25), student journalistiek aan Dekra Hogeschool in Berlijn. Mohammed woont niet in Berlijn zelf, maar in Potsdam. Hij zit elke dag 30 minuten op de metro om zijn lessen te kunnen volgen. ‘Ik ben blij dat ik in Duitsland kan wonen, en dat ik hier eindelijk de rust terug kan vinden.’

Hier vertelt hij zijn verhaal:

Ook Mohammed vindt dat hij in Berlijn goed behandeld wordt, en heeft nog niet vaak negatieve reacties gekregen. ‘Ik krijg veel meer positieve dan negatieve opmerkingen. Omdat mijn Duits nog niet zo vlekkeloos is, word ik hier soms nog wel eens over aangesproken. Maar ikzelf vind dat ik op de vijf jaar dat ik hier ben toch al heel wat vooruitgang heb geboekt.’

Mohammed en Mohammad bewijzen dat niet alle vluchtelingen voor altijd als een vluchteling worden gezien. ‘Ik hoop dat ik binnen enkele jaren volledig als een gewone Berlijner door het leven kan gaan, en niet meer automatisch het label van vluchteling op mij krijg geplakt’, aldus Mohammed.

Net als Mohammed kiezen vele asielzoekers ervoor verder te studeren. De Berlin Refugee Research Group (BRRG) doet onderzoek naar hoe de vluchtelingen zich integreren in de universiteiten en hogescholen.

‘Hoe veranderen de Berlijnse universiteiten door de toename van vluchtelingen? Hoe zit het daar met de algemene sfeer? Dat en nog veel meer zijn aspecten waar wij onderzoek naar doen’, aldus Maria Schmidt, projectcoördinator aan de Hochschule für Technik und Wirtschaft Berlin.

‘Er is veel papierwerk nodig om te mogen starten met studeren aan een universiteit. Dat die ook nog eens in het Duits of het Engels zijn opgesteld, maakt het er niet makkelijker op’

‘Vooral de Duitse taal blijkt een moeilijk element te zijn voor de vluchtelingen. Daarom betaalt de overheid taalcursussen, zodat ze goed voorbereid aan het hoger onderwijs kunnen beginnen.’

Daarnaast blijkt ook het feit dat Duitsland een bureaucratisch land is een struikelblok te zijn. ‘Er is heel veel papierwerk nodig om te mogen starten met studeren aan een universiteit’, vertelt Schmidt. ‘Dat die papieren dan ook nog eens in het Duits of het Engels zijn opgesteld, maakt het er voor de vluchtelingen niet makkelijker op.’

Die Faxrepublik

Niet alleen in het hoger onderwijs komen vluchtelingen in aanraking met zulke ambtelijke regeltjes. Het volledige asielproject is in Duitsland altijd zeer log verlopen. Vorige zomer lazen we in De Standaard hoe Duitsland Die Faxrepublik wordt genoemd. Ook De Correspondent ontging het niet. ‘In heel Duitsland liepen de trage molens vast, maar nergens kwam de asielbureaucratie zo knarsend tot stilstand als in Berlijn’, schreven ze vorig jaar.

Om die bureaucratische problemen te vergemakkelijken, werden in de universiteiten en hogescholen speciale consultatiemomenten georganiseerd. Daarop konden vluchtelingen in hun eigen taal, bijvoorbeeld Arabisch, praten om zo de werking van het hoger onderwijs beter te kunnen begrijpen, en om hun inschrijfprocedure vlot te laten verlopen.

‘Eens ze zijn ingeschreven merken we vaak dat ze gelukkiger zijn’, zegt Schmidt. ‘Dan worden ze ook niet meer aanzien als “vluchteling”, maar krijgen ze het statuut van internationale student. Net omdat er dan ook in de administratie geen onderscheid meer is, kunnen we niet zeggen hoeveel vluchtelingen er precies gaan verder studeren. Het valt wel op dat er een stijging is van Syrische en Irakese studenten.’

Net zoals de meeste “normale” internationale studenten kampen ook de vluchtelingen met het probleem om een band op te bouwen met de “thuislandstudenten”. ‘Ze blijven vaak in hun eigen groepje hangen wat natuurlijk normaal is, zeker vanuit hun perspectief. Eenmaal ze geacclimatiseerd zijn, behalen ze vaak zeer goede resultaten. Door hun verleden grijpen ze meestal alle kansen die ze krijgen, en hopelijk resulteert dat in een hoopvolle toekomst’, besluit Schmidt.

Door David Panis en Sarah Rummens

Derdejaarsstudenten Journalistiek aan hogeschool PXL in Hasselt trokken in het kader van hun opleiding naar Berlijn. Dertig jaar na de val van de Berlijnse Muur zochten en vonden ze boeiende verhalen over armoede, gentrificatie, Koude Oorlog, nationalisme en vluchtelingen. Het resultaat van hun speurtocht bundelden zij in multimediale longreads.