Lessen over India: het staren

Blog

Lessen over India: het staren

Lessen over India: het staren
Lessen over India: het staren

"India? Amai, dat gaat nogal een cultuurshock zijn!" Zoveel mensen hebben zoveel wijze woorden voor je klaar, als je reist naar een ver en wijds land. De armoede, het gebrek aan hygiëne, ja zelfs de geuren hadden we ons voor vertrek een klein beetje trachten voor te stellen. Maar culturele verschillen schuilen soms in een onverwacht hoekje. Zoals bijvoorbeeld in vele onbekende, priemende blikken.

Al terwijl je op een bankje in de luchthaven van Doha zit te wachten op je aansluiting, voel je je bekeken. De twee Indische mannen op de rij zetels die tegenover de jouwe zijn geplaatst, bekijken je van kop tot teen. Emotieloos. Zonder schaamte. Omdat je je op Aziatisch grondgebied bevindt, wijt je het aan het feit dat je blond haar hebt. En dat deze mannen erg stoutmoedig zijn als het op vrouwen kijken aankomt.

Bij je aankomst in Delhi word je echter opnieuw geconfronteerd met de starende blikken, deze keer maal… honderd. Je staat aan te schuiven aan de douane: iedereen lijkt naar jou te kijken. Je wacht op je bagage: iedereen lijkt naar jou te kijken. Je stapt naar buiten, op zoek naar een taxi: iedereen lijkt naar jou te kijken. Na een wilde taxirit stap je uit, op weg naar je hotel: iedereen lijkt opnieuw naar jou te kijken. Mensenlief, zelfs tijdens het inchecken aan de receptie van het hotel lijkt iedereen (want in India staan er altijd vijf personeelsleden in de buurt rond te draaien, voor elke man aan het werk) naar jou te kijken!

En dan leer je: Indiërs zijn dol op staren. De volgende weken in Delhi en de rest van dit immens grote land blijft het je opvallen. Stap je op de metro, dan keren alle ogen zich automatisch naar je toe. Stap je uit een riksja, dan kijkt iedereen je aan. Bezoek je een bezienswaardigheid, dan lijken alle andere bezoekers meer aandacht te hebben voor jou dan voor het monument. Ook als je staat aan te schuiven in een rij durft de persoon voor je zich gewoon om te draaien, om je toch wat beter te kunnen gadeslaan. Kortom: durf je het aan om buiten je voordeur te komen, dan word je aangestaard. Langs alle kanten. Door iedereen.

Mannen met hun vrienden, mannen met hun vrouwen, vrouwen onder vriendinnen, kinderen die net uit school komen – iedereen lijkt ‘staren’ als favoriete hobby te hebben verkozen. Wij als bescheiden Belgen krimpen telkens weer in elkaar onder al die priemende blikken. We voelen ons wat als een aap in een dierentuin. Wat beledigend is voor ons, is een uiting van bewondering in hun opvattingen. We mompelen wat schertsende opmerkingen voor ons uit – ‘kerel, kijk niet zo’ – maar het mag niet baten. Zij het omdat de omstaanders ons Nederlands niet verstaan, of omdat staren gewoon een deel van hun cultuur is.