“‘Lessen over India: het verkeer’
Iedereen die ooit in Azië was, weet dat het verkeer van een heel andere aard is dan in Europa. Verkeersregels en -veiligheid behoren niet tot de orde van de dag. In India lijkt hierin het absolute summum bereikt te worden. "In India is zich mengen in het leven op straat een avontuur", om het met de wijze woorden van onze vriend in Delhi te zeggen.
Old Delhi, circa zes uur in de avond. De zon verbergt zich snel en vuurrood achter de scheve huizenrijen. Wij keren net terug van ons bezoek aan de Jama Masjid, die volgens onze reisgids de grootste moskee van India is. Omdat het hier hoogst ongebruikelijk is voor vrouwen om te voet naar hun bestemming te wandelen (in ons geval het dichtstbijzijnde metrostation), bevinden we ons in een fietsriksja. Die enkele roepies hebben we er graag voor over, om ons niet weer op het slagveld dat het trottoir is te moeten wagen. Tijdens onze eerste dagen in Delhi durfden we dat wel eens te doen. Toen werd ons echter onmiddellijk en ruimschoots duidelijk gemaakt: het leven op de baan is hier niet hetzelfde als in Europa. Je te voet voortbewegen op de openbare weg is hier, in tegenstelling tot bij ons, niet eenvoudig.
Voetpaden zijn volgestouwd met Indische mannen, verkopers, bedelaars, kraampjes, barbiers aan het werk en nog zoveel meer. Wil je je er als vrouw in mengen (lees: erdoor wringen), dan val je op. Wil je je er als Westerse vrouw met blond haar in mengen, dan val je heel erg op. Onze tocht van enkele dagen geleden, van het metrostation naar het Red Fort, een wandeling van ongeveer een kilometer, was dan ook een geen positieve ervaring. In België werden we duidelijk niet voorbereid op het voortdurende duwen om een stap te kunnen zetten, op het ontwijken van obstakels en op het negeren van opdringerige heerschappen. Bij aankomst op onze bestemming waren we zo uitgeput, dat we het Fort niet meer zijn binnengegaan. Vergelijk het met de talrijke festivals die België rijk is. Op die momenten dat alle concerten van een dag zijn afgelopen, loopt de festivalweide leeg. Het feest zit erop voor die avond en alle festivalgangers zoeken hun weg naar hun tent. De mensenmassa is echter zo groot dat iedereen ergens heen beweegt, maar niemand echt vooruit geraakt. Zo ook in Delhi.
Tijdens onze trip naar Agra (naar de Taj Mahal, inderdaad) ontdekten we ook het autoverkeer. Een van onze Indische kennisen bood aan om ons erheen te brengen. Wat hij ons eigenlijk aanbood was een verschrikkellijke trip van vijf uur heen en vijf uur terug (“dichtbij”, heet dat dan in India) over de vreselijke Indische wegen. Een helletocht van remmen, zwenken en slalommen. Auto’s, autoriksja’s en de meest gammele vrachtwagens ooit gezien binden met elkaar de strijd aan, om elkaar toch maar voor te zijn, in alle omstandigheden. Of daarvoor nu links of rechts moet worden voorbijgestoken, met voldoende ruimte of op slechts enkele centimeters van de draaiende wielen van de ander, doet niet ter zake. Misselijk van de ruwe rijstijl en de zenuwen zijn we blij ‘s avonds terug op onze kamer te zijn.
Terwijl we met onze riksja vaststaan in de verstopte straten van Old Delhi, zien we op het trottoir een Westerse vrouw zich door de menigte ploeteren. Ze gaat vlugger vooruit dan wij, op wielen. Toch ontglipt ons beide dezelfde opmerking: “Dapper”.