“‘Lijstjes-stress’
Je kan op heel wat manieren reizen en hoe je invulling geeft aan je reis is persoonlijk. Maar is dat wel zo? Of lopen we eigenlijk allemaal als kippen zonder kop van de ene bezienswaardigheid naar de andere. Gewoon omdat dat zo in onze reisgids staat of zo 'hoort'. Tijd om ook hier te vertragen en aan een reisfilosofie te werken.
Na de rust, de natuur, de dieren, Afrika, bleek Azië voor mij een zware dobber. Ik kwam aan in Bangkok en wist niet wat me overkwam. Natuurlijk wist ik dat het anders zou zijn.
Om te beginnen was het een stad en wat voor één. Dan nog eens een hele andere cultuur, taal, enorm veel geuren, kleuren, geluiden (zeg maar lawaai), mensen, noem maar op. Zoals altijd bleek weten en ervaren iets heel anders.
Maar ik kon wel tegen een stootje en dus trok ik moedig de stad in. Ik was hier nu, ik moest de stad toch zien? Ik kon toch moeilijk op mijn kamer blijven zitten? Er was zoveel te zien en wie weet, kwam ik hier later nooit meer. Ik begon met Kao San Road en een tempel met een grote, gouden, liggende Boeddha, Wat Pho, en ik zou bijna overal geraken met de boot. Veel fijner dan door de overvolle straten van Bangkok. Ik had mijn huiswerk gedaan.
Ik kwam horden toeristen tegen die zich dezelfde opgave als mij hadden aangemeten, alleen met iets meer overtuiging. Trotter of Lonely Planet onder de arm, een gezicht nog een beetje glimmend wit van de zonnecrème en een fotocamera die aan hun hand leek vastgeplakt. Alles werd op de gevoelige plaat vastgelegd, zelfs dingen waarvan ik niet kon ontdekken waarom ze daar in godsnaam een foto van wilden.
Tuk tuk mam? Taxi? Where do you go?
‘Tuk tuk mam? Taxi? Where do you go?’ Het leken wel vliegen die je van je af probeert te slaan. Niet letterlijk wel te verstaan. Zoek je een vals paspoort? Heb je honger en wil je wel eens een schorpioen proberen? Vissen die aan je tenen sabbelen of iemand die je met zijn volle gewicht en ellebogen bewerkt en dat een massage noemt? Bangkok heeft dat allemaal! En meer! En er is zoveel te doen en te zien. En altijd te weinig tijd.
De ‘tick-list’
We schijnen vergeten te zijn hoe je hoort te reizen. Toerisme is een lege huls geworden. Een tick-list waar je dagelijks liefst zoveel mogelijk van wil afvinken. Wij zijn verslaafd aan lijstjes en zelfs tijdens onze vakantie kunnen we niet zonder. En we mogen vooral niets missen. Stel je voor!
Maar ik vraag me af of die toeristen met hun ‘fototoestelprothese’ ook daadwerkelijk al die dingen gezien hebben. Echt gezien. Beleefd en gevoeld. Niet door de lens om dan fier thuis te laten zien of diezelfde dag nog op Facebook te zetten. Of ze echt weten wat ze zien, wat het betekent, hoe het voor de Thai is, wat ze voelen en denken bij wat ze zien.
Het gaat natuurlijk niet over die foto’s of Facebook. Ook ik pleit hier schuldig. Want natuurlijk is het leuk om dingen te delen.
Het gaat over het echt ontdekken van een andere cultuur en wat dat betekent. Niet enkel wat je leest in de Trotter, maar wat je bv. ontdekt door met de Thai zelf te praten. Of door wat verder weg te gaan van de platgetreden paden. Door ergens even gewoon mee te draaien, te zijn.
Daar, op dat moment in Bangkok, nam ik me voor om geen tick-list af te gaan werken. Om te gaan voor de ervaringen. Om te voelen, te beleven en leven. Want ook ik ben eraan onderhevig. Ook ik voel de druk om zoveel mogelijk te zien en doen. Ook ik betrap mezelf op lijstjes-stress. En in de bush was vertragen makkelijk, maar hier in het versnelde Bangkok heb je soms al je wilskracht nodig om je hier tegen te verzetten en gewoon een dag in je hostel te blijven en enkel ‘te zijn’. Alsof je dat amper aan jezelf verantwoord krijgt.
Reisstress
Onthaasten en rusten, dat blijft op de to-do lijst staan.
Ik sprak al met zoveel mensen tijdens mijn trip en soms is het bijna grappig. ‘Wij hebben maar twee weken, dus kunnen we overal maar één dag blijven.’ Hoezo? Mensen gaan in zo’n hoog tempo tijdens hun vakantie omdat ze alles gezien moeten hebben in die paar weken en komen bijgevolg doodmoe thuis. Was vakantie niet net onthaasten en rusten? Dat blijft dus op hun to-do lijstje staan. Misschien wel voor eeuwig.
En dan blijkt dat mensen op hun sterfbed vaak spijt hebben dat ze niet meer tijd besteedden aan die dingen en mensen die echt belangrijk zijn, die er echt toe doen.
In the end onthou je al die tempels en bezienswaardigheden niet. Ze blijven niet plakken. Wat je onthoudt zijn die dingen die je intens blij gemaakt hebben of net verdrietig. De momenten die je ontroerd hebben of wanneer je het moeilijk had en alles wat daarbij hoort. Zo werkt ons geheugen immers.
Er is dus werk aan de winkel. We moeten reizen opnieuw uitvinden. Vertragen. Met z’n alleen gewoon even wat rustiger doen en de lijstjes overboord kieperen. Die bezienswaardigheden en highlights skippen en voelen wat je zelf echt wil zien of doen. Niet omdat het moet, verwacht wordt of zo hoort, maar omdat je nieuwsgierig bent of iets mooi vindt. Of omdat je ergens gewoon zin in hebt ook al is het ‘toeristisch gezien’ niet verantwoord.
De zonsondergang op Koh Chang.
© Sofie Leemans
Een Boeddhistische reisfilosofie?
Zo bracht ik uiteindelijk een halve dag door in Wat Pho. Ik luisterde naar Thaise vrouwen die zongen, keek naar kinderen die speelden, sprak met een Thaise jongen over Boeddha en hij legde me uit wat hij in de tempel kwam doen. Ze hebben daar bamboo potjes met allemaal stokjes erin. Die nemen ze in hun hand en ze schudden ermee terwijl ze op hun knieën voor Boeddha zitten. Na een tijdje pikken ze er één stokje uit en daar staat een nummer op. Vervolgens nemen ze een papiertje uit een kast wat verder met datzelfde nummer op. Boeddha’s antwoord.
Als je toekomst je niet bevalt, leg je die gewoon weer terug!
Ik probeerde het ook en terwijl hij me uitlegde wat Boeddha mij wilde vertellen, zag hij mijn gezicht betrekken. Wat hij me voorlas klonk namelijk niet al te best. En dus zei hij in iets of wat gebroken Engels: ‘No problem, if you no like, away!’. Geweldig toch, die Boeddha? Als de toekomst je niet bevalt, kan je die gewoon weer terug leggen. Dan past het niet voor jou. Mooi vind ik dat. En het klopt ook. Want je hebt wel degelijk zelf ook wat in de pap te brokken. Niet alles overkomt je simpelweg. Jij boetseert je leven. Weg met alle verwachtingen van anderen en onze maatschappij.
Ik stel dus voor dat we dat vanaf nu ook gewoon met reizen doen. Alles wat niet past of je niets zegt, weg ermee. En zo is het dus prima als je een hele dag in een koffiebar doorbrengt of in slaap valt op het strand. En probeer vooral eens iets dat een beetje uit je comfortzone ligt. Met een Thai op stap gaan, brengt je bv. dingen die je nooit eerder zag. Beloofd! Trouwens ook goedkoper, want plots ben je ‘toerist af’. Of het gevoel dat je krijgt wanneer je in het naar ‘huis’ wandelen mensen herkent, plots je naam hoort roepen of gewoon iemand ziet zwaaien. Ergens een tijdje blijven loont en leert je heel wat meer over de Thai.
En ja, een trektocht in de Thaise hitte kan vermoeiend zijn en veel van je vragen, maar als je ‘s avonds, doodmoe maar gelukkig, bij mensen thuis zit en zij hun zelfgebrouwen whiskey met je delen en jij je laatste pakje koekjes met hen, dan was het dat allemaal waard. En dan had ik het nog niet over de prachtige omgeving, het heerlijke eten of de geneugten van je wassen aan een bron ergens buiten in de jungle. Mij gaan ze niet hebben op mijn sterfbed…