Over biodiesel en drempels op de weg

Blog

Op welke brandstof moet de Braziliaanse motor blijven draaien?

Over biodiesel en drempels op de weg

Over biodiesel en drempels op de weg
Over biodiesel en drempels op de weg

Wereldblogger Luc Vankrunkelsven botste op bijzondere verkeersdrempels in Brazilië. Hij pleit voor een milieu- en gezondheidsvriendelijker alternatief én vraagt zich af op welke brandstof de Braziliaanse motor moet blijven draaien.

Marco Aureila Esparza / Wikimedia (CC BY-SA 3.0)

Brazilië is sinds de jaren 1970 het land van ethanol uit suikerriet

Marco Aureila Esparza / Wikimedia (CC BY-SA 3.0)

Ik ben ambassadeur van de Grootouders voor het Klimaat, maar vandaag kon ik niet fier zijn op mezelf. Ik reis per vliegtuig, via Fortaleza naar Belo Horizonte, na twee dagen in Recife met een debatavond in een stadscentrum van de Movimento Sem Terra. 1000 kilometer met de bus reizen, dat zie ik nog zitten, maar 2000 à 3000 kilometer per bus is me wat te veel.

Aan de luchthaven van Belo Horizonte komt een chauffeur van het Instituto Federal van Zuid-Minas Gerais me ophalen. Ik durf niet neer te schrijven hoeveel kilometer hij voor mij op de teller heeft. Ik voel me met een chauffeur als een koning of een premier.

Het is toch wel een vreemde situatie: president Bolsonaro vindt de Braziliaanse universiteiten en federale instituten maar ‘broeihaarden van links verzet’. Daarom stroomt er al jaren minder geld naar het onderwijs. Maar de chauffeurs blijven in dienst en moeten nog van hot naar her rijden.

Snelheid minderen

Rond Belo Horizonte staan we lang in de file. Vrachtwagens rijden voortdurend van de ene hoek van het land naar de andere. Auto’s doen allerlei pogingen om vooruit te komen. Een vergelijking met de ring rond Brussel of Antwerpen is vlug gemaakt, met één groot verschil: hier slalommen honderden moto’s tussen de camions en auto’s. Ongevallen verzekerd.

Wanneer we het binnenland rond Rio Pomba naderen, zijn er steeds meer lombada’s. Een “lombada” heeft niets met de populaire dans van de jaren ‘80, de lambada - al is het voor de chauffeurs hier ook wel wat dansen. Een lombada is een bermpje dat op de weg is gelegd.

© Luc Vankrunkelsven

© Luc Vankrunkelsven

Je hebt er officiële, door de overheid aangelegd, en informele, door plaatselijke bewoners aangebracht. Meestal wordt zo’n lombada lang van tevoren aangekondigd. Het verkeer begint dan te vertragen, om de as van het voertuig niet te doen breken wanneer je erover rijdt. Na de lombada wordt dan meestal snel weer gas gegeven.

Bij de vrachtwagens vliegt dan een zwarte roetwolk in het rond. Je kan je afvragen of dat voor de plaatselijke bevolking, die de lombada’s wil, wel zo gezond is. Dat is de gezondheidskwestie op korte termijn.

De gezondheidskwestie op lange termijn is de klimaatverandering: bij het snel optrekken van een auto wordt extra benzine of diesel verbrand.

Wat je hier wel ziet opkomen, is de radarcontrole: elektronische lombada’s, als het ware. Het verkeer vertraagt dan ook om geen boete te krijgen, maar er moet minder geremd en weer gas gegeven worden. Een elektronische oplossing, en ongetwijfeld beter voor gezondheid en klimaat.

Biodiesel en ethanol?

Brazilië is sinds de jaren 1970 het land van ethanol uit suikerriet, en sinds 2005 van biodiesel uit soja. De boeren vertellen me hier telkens dat ze soja telen voor het veevoer van Europa en China. Biodiesel, je haalt zo’n 540 liter uit een hectare, is maar een bijproduct.

Van één hectare suikerriet kan 6000 liter ethanol gemaakt worden. Toch ben ik verre van een voorstander van ethanol uit suikerriet. Het gaat om groene woestijnen van riet, die bovendien in handen zijn van een kleine elite.

Wat gebeurt er waneer er niet genoeg soja, mais of tarwe is om de magen én de brandstoftank te vullen?

Kleine boeren hebben meestal ook wel een hoekje suikerriet staan, zoals vroeger in onze streken de boeren een kemphoekje hadden. Er zijn indertijd in Brazilië voorstellen geweest om de boeren kleinschalig ethanol te laten maken voor hun eigen tractor en auto, zoals in Europa boeren dat met hun eigen koolzaad zouden kunnen doen. Door de suikerrietlobby zijn die kleinschalige initiatieven nooit van de grond gekomen.

De vraag is nu wel of de biodieselfabrieken zullen kunnen blijven draaien, nu de oorlog in Oekraïne de markt van de zonnebloemolie verstoord heeft. Er is wereldwijd meer vraag naar palmolie en sojaolie, voor gebruik in de keuken en in frietfabrieken. Het lijkt dus interessanter om van de soja olie te maken, geen brandstof.

Ik praat over de hoognodige transitie naar duurzame, hernieuwbare energie met studenten en professoren in Rio Pomba. Er ontwikkelt zich een interessant gesprek. Energie uit soja, mais en suikerriet wordt niet gezien als de weg van de toekomst. Wat met de tarwe in Europa? Twee derde daarvan gaat naar veevoer, en van de resterende 33% gaat nog eens 3 % naar ethanol.

Wat gebeurt er waneer er niet genoeg soja, mais of tarwe is om de magen én de brandstoftank te vullen? Als er oorlog komt tussen de motor en de maag, wie gaat dan winnen?