Herman Fonck
“‘Luc Cortebeeck: wereldvoorzitter van de werknemersgroep in de ILO’
Luc Cortebeeck werd vrijdag verkozen tot voorzitter van de werknemersgroep in de internationale arbeidsorganisatie, een verkiezing namens alle vakbonden van alle landen die bij de IAO zijn aangesloten. Meteen wordt Luc ook voor drie jaar ondervoorzitter van de Internationale arbeidsorganisatie, een onbezoldigd mandaat.
In de werknemersgroep in de ILO word je wel al eens aangesproken door collega’s die graag wat meer willen weten over je land en je vakbond. Blijk je van België en van het ACV te zijn , dan klinkt het al gauw: oh, that union of Loek Curtebeck. Of zoiets. De man kennen ze, zijn naam uitspreken is wat minder evident.
Luc is er zo goed bekend omdat hij nu al twaalf jaar de werknemersgroep voorzit in de commissie van de normen. Die commissie van de normen is een beetje het volkstribunaal van de ILO: ze kan elk jaar een twintigtal landen op het matje roepen die een of andere door hen zelf geratificeerde ILO conventie overtreden hebben. En dat kan leiden tot een negatieve vermelding in het jaarlijks verslag van de ILO. Wat dan weer aanzien wordt als een diplomatieke nederlaag, een internationale blamage, met veel ruchtbaarheid in de pers, en vaak nogal wat negatieve gevolgen voor het betrokken land.
Om die reden is dat zonder meer de meest gevoelige en zonder meer de belangrijkste vaste commissie op de jaarlijkse ILO conferentie. De voorzitter van de werknemersgroep speelt een belangrijke rol omdat in de ILO-constellatie vakbonden en werkgevers samen het mooie weer maken in deze commissie. Een akkoord tussen hen beiden om een land op de lijst van de besprekingen te zetten, net als een akkoord over de conclusie van de besprekingen is in de praktijk bepalend voor wat er nadien in de plenaire vergadering wordt goedgekeurd.
Maar de voorzitter heeft ook de lastige taak om de werknemersgroep op één lijn te krijgen. En om compromissen met de werkgevers te onderhandelen en goedgekeurd te krijgen in beide groepen. En daarbij lopen de emoties soms hoog op. Bijvoorbeeld als het gaat om landen als Columbia waar jaarlijks tientallen vakbondsmensen worden vermoord. Of om het regime van Chavez dat niet gesteld is op sommige onafhankelijke vakbonden. Maar binnen de werknemersgroep ook kan rekenen op gepassioneerde voorstanders.
In die werknemersgroep is ITUC het grootste blok. Maar niet het enige blok. Er is bijvoorbeeld ook nog het verbond van communistische vakbonden, het WFTU met leden in een 100tal landen, die op hun website als aandachtspunt aankondigt dat ze het ITUC monopolie in het ILO willen stoppen. De verkiezing van Luc als algemeen voorzitter van de werknemersgroep in de ILO valt ook samen met het eerste toetreden van de Chinese vakbond in de Governing Body. Aan Luc ook om dat experiment te begeleiden. Hij dient nu namens alle vakbonden van de hele wereld in het tripartite ILO bestuur de woordvoerder te zijn. En is meteen ook ondervoorzitter van de ILO.
Voor Luc Cortebeeck en het ACV is dat ongetwijfeld een bijzondere internationale erkenning van al het werk dat door Luc en de ACV-collega’s wordt verzet in de ILO en het ITUC. Op wereldschaal is het ACV tenslotte maar een vakbond uit een klein landje. Wel een grote vakbond: met 1,7 miljoen leden staat het ACV op de 19de plaats in de ITUC-rangorde. Groter dan het Nederlandse FNV, groter dan alle Franse vakbonden, groter dan de Zweedse vakbond. Al zegt dat misschien meer over het tanend ledenaantal van de bonden in die buurlanden.
Merkwaardig is het ook door de kristelijke roots van het ACV, een rariteit in de ogen en oren van de meeste vakbondscollega’s die meestal van socialistische huize zijn. In nogal wat europese landen zijn kristelijke vakbonden vaak rechtse minderheidsbonden of afsplitsingen, en helemaal niet de meest representatieve vakbond. Het toont ook dat de fusie van het vroegere WVA, de internationale vakbondskoepel van kristelijke vakbonden met het socialistische IVVV tot het huidige ITUC stilaan helemaal verwerkt is. Enkele jaren geleden was het nog ondenkbaar dat een ACV’er ooit die functie in de ILO zou mogen opnemen. Nu kan dat wel.
Herman Fonck