“‘Mallku Khota : mijnsoap op de Boliviaanse Altiplano (Deel 2)’
Het is net een week geleden dat op deze site de eerste aflevering van de mijnbouwsoap Mallku Khota werd gepost. De protagonisten zijn gekend, het thema is ingeleid en we kunnen ons een gedacht vormen van het gebied waarin dit onwaarschijnlijke verhaal zich afspeelt. In deze aflevering krijg je al een deel van het relaas van bijna drie maanden hevig conflict rond de Mallku Khota mijn in het noorden van de provincie Potosí voorgeschoteld. Het is nu al duidelijk dat twee afleveringen niet voldoende zullen zijn. (Lezers die nu pas inschakelen doen er best aan om eerst nog even door te klikken naar aflevering één).
Een sissertje om mee te starten
Hoewel het conflict rond Mallku Khota pas gemediatiseerd werd vanaf eind mei 2012 is er al veel langer sprake van spanningen tussen de tegenstanders van dit gigantische mijnproject en het Canadese bedrijf South American Silver (SAS), dat de concessie op het gebied in handen heeft en de komende jaren 1.000 miljoen dollar wil investeren om 6500 ton zilver en 1500 ton indium, die in het gebied voor het grijpen liggen, te exploiteren. Exploitatie die moet gebeuren in Open-Pit. Een techniek die heel veel water nodig heeft én verspilt, en bewezen schadelijke gevolgen heeft voor de natuur in de ruime omgeving van zo´n mijnproject.
Het Canadese bedrijf is al sedert 2003 aanwezig in het gebied om onderzoek te doen, en al sedert dan groeit het protest gestaag, maar pas in april van dit jaar loopt de spreekwoordelijke emmer echt over. Bewoners van het gebied die protesteren tegen de aanwezigheid van de multinational, gijzelen een vertegenwoordiger van SAS, en nemen ook een agent van de daarom opgerukte politiemacht gevangen.
De media heeft waarschijnlijk andere zaken te berichten. De gouverneur van de provincie Potosí doet enkele vage beloftes die hij later niet zal nakomen om de gemoederen te sussen. Een sissertje. Een lontje dat even vuurvat, maar al snel weer uitdooft.
Een mars (uiteraard) en nog meer conflict
Een maand wordt gewacht op het realiseren van de beloftes door de gouverneur. Wanneer die niet worden vervuld, doen de tegenstanders van het mijnproject wat in zo´n situatie in Bolivië dient te worden gedaan. Op 28 mei vertrekt een protestmars naar La Paz met de eis dat SAS het gebied onmiddellijk moet verlaten.
Terwijl de mars langzaam over de Altiplano trekt bevestigt de regering – bijna bij wijze van treitering zo lijkt – nog eens even formeel dat de concessie toebehoort aan niemand anders dan de Canadese multinational. Wanneer de mars uitgeput toekomt in La Paz reageert de regering met traangas. Opgelost. De woedende betogers moeten afdruipen. Terug naar Potosí.
Daar richten zij hun pijlen even niet op SAS en de regering, maar op de gemeenschappen uit Noord-Potosí die wel voorstander van de mijn zijn. Zo´n 700 tegenstanders vallen enkele van die gemeenschappen aan en tillen zo het conflict naar een nog hoger niveau.
De onrust in het hele gebied laait op, de media ruikt sensatie en de regering trommelt alvast een politiemacht op. Iedereen voelt dat de lont nu zal blijven branden en heel binnenkort een explosie zal veroorzaken.
En dan gaat het snel
Eind juni nemen een 600-tal betogers met dinamiet de regio rond het mijnproject in. De regering zet 230 agenten in en de anders zo vredevolle heuvels van Mallku Khota beginnen op een oorlogsgebied te lijken. De bal rolt nu hard.
Op 28 juni 2012 nemen diezelfde betogers al twee ingenieurs van de Compañia Minera Mallku Khota (een dochterbedrijf van SAS die de explotatie van het zilver en indium op zich zou nemen) gevangen, en op 2 juli worden nog eens 3 werknemers van het bedrijf gegijzeld. Alle toeganswegen naar de mijn worden door de opstandelingen afgezet. Niemand komt het gebied nog in. Zelfs de politie niet. Zij vatten post in een cirkel van 10 kilometer rond de bloqueos en berichten aan de media dat de betogers gevaarlijk gewapend zijn. Met explosieven, mijnen en zelfs vuurwapens.
Ondertussen bereiken ook de eisen van de betogers de media: “de onmiddellijke stopzetting van het contract met SAS, het annuleren van de consessie en de vrijlating van Cancio Rojas”, een inheemse leider die werd opgepakt op verdenking van aanzet tot muiterij en smaad aan de politie.
Die politiemacht is nu al een 380 gewapende mannen en vrouwen groot maar deelt mee zelf op zoek te zijn naar een vreedzame oplossing voor het conflict. “Zij zijn hier enkel in zulke getale aanwezig om te vermijden dat alcohol en explosieven het gebied worden ingesmokkeld.”
José Mamani is dood
Op 6 juli 2012 krijgt het conflict plots een andere wending. In verschillende kranten wordt melding gemaakt van een dodelijk slachtoffer onder de opstandelingen tijdens een gewelddadige confrontatie tussen de politiemacht en de betogers. De man zou gestorven zijn door een kogel.
De regering bevestigt de dood van een zekere José Mamani maar voegt er nadrukkelijk aan toe dat de man gestorven is door het verkeerd gebruiken van zijn eigen explosieven. “Een ongelukkig ongeval tijdens een niet eens zo gewelddadige confrontatie” dus. Waaraan ze inneens toevoegt dat zij een dialoog willen voeren en zich als bewijs van goodwill en vredelievende intenties nu al terugtrekken uit het gebied.
Maar niemand weet wat er zich exact afspeelt in de heuvels van Mallku Khota. Het gebied is nog steeds hermetisch afgesloten en wat volgt zij dagenlange, in de media wijd uitgesponnen, discussies over de doodsoorzaak van José Mamani. Getuigen vanuit een hospitaal in het bezette gebied maken plots melding van víer gewonden door kogels en lokale autoriteiten spreken over een kogel in het hoofd van het dodelijke slachtoffer. Het Ministerie van Gezondheid blijft volhouden aan het verkeerd gebuik van eigen explosieven en doet het forensisch onderzoek van de lokale autoriteiten af als onofficieel.
Vertegenwoordigers van die lokale autoriteiten komen wel nog snel aandraven met 24 lege traangasbussen en 50 gebruikte kogelhulzen om hun beweringen te staven. De regering schreeuwt als reactie moord en brand omdat naast de 5 werknemers van het bedrijf die nog steeds – nu al bijna twee weken - in gevangenschap worden gehouden, nu ook een politieman zou zijn gegijzeld.
Volgende week in ‘Mallku Khota’ …
Waarom werden er zoveel werknemers gegijzeld? Waren twee werknemers niet voldoende als drukkingsmiddel? Hoe is José nu echt gestorven? Hoe gaat de Canadese transnationale eigenlijk reageren op deze ontwikkelingen? Zou president Evo Morales zelf zich niet komen moeien?