Media en Racisme in Bolivia

Blog

Media en Racisme in Bolivia

Het lawaai verhindert het luisteren. Verhinderd om te luisteren, worden we weerhouden van de waarheid. De media maken dit onvermogen een normaliteit; het publiek wordt onbekwaam gemaakt om te luisteren. Als er geen mogelijkheid is tot luisteren, is er geen mogelijkheid tot dialoog. Als er geen dialoog is, is politiek ook niet mogelijk."

“Het lawaai verhindert het luisteren. Verhinderd om te luisteren, worden we weerhouden van de waarheid. De media maken dit onvermogen een normaliteit; het publiek wordt onbekwaam gemaakt om te luisteren. Als er geen mogelijkheid is tot luisteren, is er geen mogelijkheid tot dialoog. Als er geen dialoog is, is politiek ook niet mogelijk.”

Dit werd in 2009 geschreven door Rafael Bautista (Boliviaanse filosoof) als inleiding op een tekst over een gebeurtenis in Bolivia in 2008, het bloedbad van Pando. Dit had natuurlijk ook geschreven kunnen worden naar aanleiding van het huidige (non) debat over de integratie van verschillende culturen in ons kikkerlandje. Of naar aanleiding van de oorlogen in Afghanistan en Irak. Maar in dit geval ging het dus over Pando.

In de tekst La Masacre No Será Transmitido, die onlangs in La Paz gepresenteerd werd, analyseert Bautista op nauwkeurige wijze de rol van de Boliviaanse media in de gebeurtenissen van 11 september 2008 in het departement Pando. Op deze dag werd een groep campesinos, die op weg waren naar een politieke bijeenkomst van regeringspartij MAS, werden op brute wijze tegengehouden door een groep gewapende mannen, die deel uitmaakten van de conservatieve en regionalistische oppositiebeweging Media Luna. Mannen, vrouwen en kinderen worden beschoten en 13 van de campesinos kwamen om.

Dezelfde dag werden in Pando en in andere departementen overheidkantoren bezet door aanhangers van dezelfde Media Luna-beweging. De situatie bleef enkele dagen zeer instabiel en al snel bleek dat dit bloedbad onderdeel uitmaakte van een zorgvuldig geplande en gecoordineerde actie met het doel chaos de MAS-regering te doen wankelen. Deze gewelddadige acties konden echter niet op steun rekenen van andere oppositiebewgingen. Uiteindelijk werd prefect Leopoldo Fernandez gearresteerd en keerde er een relatieve rust terug in Pando en in Boliva.

In de gepresenteerde studie wordt duidelijk welke rol de regionale en nationale media speelden in deze gebeurtenissen. Bautista toont aan hoe kranten, televisie stations en radiostations, op enkele uitzonderingen na, vanaf het begin systematisch informatie verzwegen, halve waarheden verkochten, en vooral collectief de schuld bij de regering legden. Zo werd er steeds het beeld geschetst van een confrontatie, een botsing tussen aanhangers van de MAS en de aanhangers van de Media Luna, in plaats van een gewapende aanval waardoor de ongewapende campesinos compleet verrast werden.

Bautista bekritiseert deze mediocratie en wijst erop dat de ondertoon van deze politieke manipulatie, naast de evidente economiche belangen, een diep geworteld racisme verraadt. In het discours van deze media wordt het geweld gelegitimeerd in naam van het verdedigen van het ‘vaderland’ en van de ‘burgerwaarden’ tegen de ‘indios’ en tegen de organisaties van boeren, inheemsen, arbeiders en andere volksorganisaties, die nu de politieke macht hebben in Bolivia.

Deze racistische ondertoon is niet alleen in de Boliviaanse media zichtbaar. Boven een door de NRC in 2007 gepubliceerd artikel, prijkte de titel: Kritiek op ‘de kleine indiaan’ zwelt aan.Veel Bolivianen hebben spijt van hun stem op president Evo Morales. De journalist gebruikte in zijn artikel eenzijdige bronnen, oftewel leden van de Media Luna-beweging, maar verzuimde hun belangen uit te leggen aan de Nederlandse krantenlezers. In hetzelfde jaar publiceerden verschillende Nederlandse kranten dat Evo Morales inheemse groepen in Bolivia bewapende zonder enig significant bewijs. Zou dit gepubliceerd zijn over een Europese president, dan was er ongetwijfeld een diplomatieke rel uitgebarsten. Maar presidenten van de zogenaamde ‘bananenrepublieken’ hebben dit soort beschuldigingen maar te slikken.

Het onderzoek van Rafael Bautista werd op een goed moment gepresenteerd. Deze maand is er een nieuwe Anti Racisme Wet in Bolivia aangenomen die onder andere het publiceren van racistische boodschappen in de media strafbaar stelt. Een doodnormale zaak in de meeste democratische wetgevingen ter wereld. De Boliviaanse media schreeuwen nu echter moord en brand en werpen zichzelf op als de verdedigers van de democratie en de vrije meningsuiting. Internationale media aarzelen niet om hun persberichten te copy-pasten en maar weer eens het beeld te bevestigen dat Evo Morales een autoritaire figuur is. Het feit dat deze wet is aangenomen door een democratisch gekozen plurinationaal parlament, en onderdeel uitmaakt van een nationaal proces waarbij de koloniale erfenissen, waaronder het racisme, voor het eerst structureel worden benoemd en aangepakt, wordt daarbij niet genoemd.

Het huidige beleid in Bolivia is nog verre van perfect. Op een hoop fundamentele vragen heeft deze regering nog geen antwoord kunnen geven, en leven miljoenen Bolivianen nog steeds in extreme armoede. Een dialoog tussen de regering en de oppositie is broodnodig. Maar het lawaai in de media, vol vooroordelen en manipulatie, annuleert de dialoog en zoekt de confrontatie, het conflict. Dat verkoopt bovendien een stuk beter. Maar ondanks dit lawaai, is er in Bolivia een verandering in gang gezet waarin voor het eerst de altijd uitgesloten groepen, ook het woord hebben. De politiek is levendiger dan ooit, want het debat gaat over fundamentele vraagstukken van de samenleving.

Helaas heb ik niet dezelfde indruk van ons Nederland, waar het lawaai almaar toeneemt en de politiek steeds onmogelijker wordt.