Mensen op de vlucht in Soedan: oost west, thuis best?

Ruben Nijs

23 maart 2013
Blog

Mensen op de vlucht in Soedan: oost west, thuis best?

Mensen op de vlucht in Soedan: oost west, thuis best?
Mensen op de vlucht in Soedan: oost west, thuis best?

Na twee bijdragen die qua joligheid niet echt representatief zijn voor de huidige humanitaire situatie in Soedan, bied ik u vandaag en later deze week, in de gedaante van een tweeluik, graag iets serieuzer aan. Hoewel deze bijdragen op een vrijdag, de dag des Heren voor de lokale bevolking en tevens de start van mijn weekend, tot stand kwamen, is het thema van vandaag werk gerelateerd. U ziet beste lezer, uw dienaar is een doorwinterde workaholic. Mijn collega's van het CGVS zullen mij niet tegenspreken. Niet waar? Ahum... Het onderwerp van dit tweeluik: mensen op de vlucht in Soedan en de rol van mijn nieuwe werkgever UNHCR in dit verhaal.

There is no place like home

Van alle mensen die zich op Soedanees grondgebied bevinden is een aanzienlijk deel op de vlucht voor geweld en armoede. De grootste categorie binnen deze groep vluchtende mensen zijn de intern ontheemden (IDP’s): Soedanese burgers die hun thuis noodgedwongen diende te verlaten en die hun heil in vluchtelingenkampen of elders in Soedan proberen te vinden.

Het fenomeen ‘intern ontheemde in Soedan’ is voor de meeste mensen relatief gekend en begrijpelijk. Al wie in enige mate het internationale nieuws volgt en wie verder kijkt dan de benoeming van de nieuwe paus (pech voor de Soedanese kandidaat ‘El Loco’ Gabriel Zubeir Wako) en het foutloze parcours van de Rode Duivels op weg naar het WK in Brazilië (in Soedan wordt het vel van de beer al eens verkocht voordat hij geschoten is) heeft zeker en vast al eens gehoord van de humanitaire crisis in Darfur en de onafhankelijkheid van Zuid-Soedan.

Deze twee conflicten hebben er de laatste decennia voor gezorgd dat er duizenden mensen op de vlucht zijn voor armoede en geweld in Soedan. Op dit moment telt Soedan meer dan 2 miljoen IDP’s. Zij bevinden zich hoofdzakelijk in Darfur (in het westen van Soedan) en in de grensstreek met Zuid-Soedan.

Vredesakkoord in Darfur: een scheet in een fles

De humanitaire crisis in Darfur heeft zijn wortels in 2003. In dat jaar nam een groep niet-Arabische burgers de wapens op tegen het regime. Wat volgde is een regelrechte burgeroorlog tussen rebellen en het Soedanese leger. Ten gevolge van dit conflict verloren honderdduizenden mensen het leven en moesten miljoenen mensen hun toevlucht zoeken in vluchtelingenkampen.

Het ondertekenen van een vredesakkoord in 2011 heeft ervoor gezorgd dat een groot deel van de IDP’s uit Darfur konden terugkeren naar huis. Maar wegens het ontbreken van basisvoorzieningen (voedsel, veiligheid en huisvesting) is hun terugkeer op dit moment bijlange nog geen duurzame oplossing.

Bovendien nam het geweld in de loop van 2012 weer toe. Gewapende rebellen proberen nog steeds, gesterkt door het feit dat Zuid-Soedan na een jarenlange strijd onafhankelijkheid bereikte, controle te krijgen over de regio. Het Soedanese regime antwoordt met bombardementen en militair geweld. Om die reden is het voor ongeveer 2 miljoen mensen nog steeds onmogelijk om terug te keren naar hun thuis.

Zuid-Soedanese onafhankelijkheid: Olie? Olie! Oh la la…

Het conflict met Zuid-Soedan is tegelijkertijd ouder en actueler dan de crisis in Darfur. De vraag naar meer onafhankelijkheid en een gelijke behandeling voor Zuid-Soedanese burgers ligt al meer dan vijftig jaar aan de basis van een gewapend conflict tussen het Soedanese regime en Zuid-Soedanese rebellen. Deze burgeroorlog zorgt ervoor dat Zuid-Soedanese burgers al decennia lang (in verschillende fases) op de vlucht zijn voor het geweld in hun regio. Maar in 2011 kwam, zoals jaren eerder werd afgesproken, dit conflict in een stroomversnelling terecht: er werd een referendum georganiseerd en Zuid-Soedan werd door haar burgers tot een onafhankelijke staat uitgeroepen.

Toch bleek de onafhankelijkheid van Zuid-Soedan niet het einde te betekenen van de onenigheden tussen het noorden en het zuiden. De grond in het grensgebied tussen Zuid- en Noord-Soedan bevat olie. Veel olie. Leuk detail: de economie van beide landen steunt grotendeels op de opbrengsten van deze olie.

Geen wonder, you can’t teach an old dog new tricks, dat olie gebruikt werd als argument om de verderzetting van het gewapend conflict tussen het noorden en het zuiden na de onafhankelijkheid van Zuid-Soedan te rechtvaardigen: op dit eigenste moment wordt er opnieuw hevig gevochten in de zuidelijke provincies van Noord-Soedan, waar grote delen van de bevolking Zuid-Soedan steunden tijdens haar strijd voor onafhankelijkheid.

Deze ontwikkelingen hebben geleid tot een nieuwe humanitaire crisis: grote groepen Zuid-Soedanezen, die tot voor de onafhankelijkheid gevestigd waren in Khartoem of in de zuidelijke provincies, vluchten weg uit het noorden en proberen Zuid-Soedan of Ethiopië te bereiken.

Voor de Zuid-Soedanezen die er toch voor gekozen hebben in het noorden te blijven stelt zich een ander probleem: de Soedanese nationaliteit van iedereen die oorspronkelijk afkomstig is uit Zuid-Soedan werd afgenomen. Deze mensen worden dagelijks blootgesteld aan de risico’s die verbonden zijn aan staatloosheid.

UNHCR: redder in nood?

Wat gebeurt er met de IDP’s in Soedan? Worden zij aan hun lot overgelaten? De eerlijkheid gebied mij toe te geven dat ik niet de held zal zijn in dit verhaal. IDP’s vallen namelijk niet onder mijn bevoegdheid. Maar UNHCR als organisatie probeert wél oplossingen voor de IDP-problematiek te vinden.

In Darfur beheert UNHCR meerdere vluchtelingenkampen die de IDP’s proberen te voorzien van basisvoorzieningen zoals voedsel, gezondheidszorg en onderdak. Om de maatschappelijke positie van de IDP’s te versterken verstrekt UNHCR hen juridische informatie over hun statuut en hun rechten. De IDP’s die wensen terug te keren naar hun thuis worden begeleid en bijgestaan.

In het grensgebied met Zuid-Soedan is het moeilijker werken aangezien het Soedanese regime de toegang tot dit gebied ontzegd heeft aan internationale organisaties en ngo’s. Toch probeert UNHCR de IDP’s in deze regio te bereiken via samenwerking met het Ministerie voor Sociale Veiligheid en door de aanwezigheid van meerdere veldkantoren net over de grens in Zuid-Soedan.

Ten slotte probeert men het probleem van staatloosheid aan te pakken. UNHCR monitort de kwetsbaarheid die staatloosheid kan creëren en het ondersteunt de Zuid-Soedanese autoriteiten met het verstrekken van de Zuid-Soedanese nationaliteit aan haar burgers die nog steeds in het noorden verblijven.

Het valt waarschijnlijk op dat het woord ‘proberen’ vaak opduikt in deze paragraaf. UNHCR doet een goede job, vooral wat betreft noodopvang, maar in praktijk zijn niet alle doelstellingen even haalbaar. De context waarbinnen UNHCR en andere organisaties werken in Soedan is verre van optimaal: een land dat de ene crisis na de andere opstapelt op verschillende niveau’s en een autoritair regime dat vol achterdocht elke beweging volgt. Het ideaal is dan ook vaak ver weg en veel IDP’s in Soedan leven nog steeds in een penibele situatie.