Mijnwerkersstadje in crisis nu staking voortduurt

Nieuws

Mijnwerkersstadje in crisis nu staking voortduurt

Azad Essa

09 september 2012

Ook na de dood van 34 stakende mijnwerkers blijft de staking in het Zuid-Afrikaanse Marikana voortduren. De inwoners maken zich zorgen over de economische gevolgen van de onrust.

“Ik woon hier nu 28 jaar, en we hebben de oude regering overleefd en de nieuwe, maar zoiets als dit heb ik nog nooit gezien.” Volgens Joe Rodrigues, begin vijftig, werkzaam in een flessenwinkel, is de spanning te snijden. Mensen zitten vol woede na de onlusten die de levens van 44 mensen hebben geëist.

Het mijnwerkersstadje stond ineens op alle voorpagina’s nadat veiligheidstroepen het vuur hadden geopend op stakende mijnbouwers. Het was het grootste en hardste politieoptreden sinds de apartheid. Zo’n driehonderd mijnwerkers staken voor betere levensomstandigheden en eisen een loonsverhoging van bijna 300 procent.

Patstelling

De confrontatie heeft de patstelling tussen de arbeiders en het management van Lonmin, de eigenaar van de mijn, alleen nog maar verdiept. De politie is actief aanwezig. Het geld van de stakers droogt snel op. De lokale economie, op zich al kwetsbaar in dit stadje in de provincie North West, krijgt een flinke klap.

“Sinds de schietpartij gaat het slecht met de zaken”, zegt Tekele Lambebo, een 27-jarige Ethiopiër die een winkel voor vrouwenkleding heeft. Het stadje heeft een hoofdstraat met een paar warenhuizen, een supermarkt en natuurlijk de Kentucky Fried Chicken. “Niemand verdient iets, en er zijn geen klanten in de winkel.”

Selima Khoza merkt hetzelfde. Zij is een 38-jarige groente- en fruitverkoopster die een geïmproviseerd houten winkeltje heeft vlakbij de stad en de smeltfabriek. “Ik ben vooral bang voor de stakers, want ze zijn heel intimiderend en ik ben altijd bang voor plunderingen.” Maar de politie is ook roekeloos, zegt ze. “Ik zat hier toen het gebeurde, en er vlogen helikopters boven ons. De politie was overal. Mensen werden zelfs omvergegooid door rondrennende agenten.” Op die dag veranderde het dorp. “De arbeiders zijn hier niet meer geweest omdat ze geen geld meer hebben om iets te kopen.”

Te extreem

Veel bewoners zijn opmerkelijk open in hun kritiek op de vakbonden en de onvoorspelbare aard van de staking. Maar helemaal tegen zijn ze niet. “Ik beschuldig ze niet omdat ze staken. De lonen zijn te laag voor wat ze doen”, zegt Alberto Santos (35), manager van de flessenwinkel waar Rodrigues werkt. “Ik denk wel dat de eisen te extreem zijn.”

Al voor de confrontatie waren er gevallen van intimidatie tussen leden van de twee rivaliserende vakbonden. Er zou ook een zwarte lijst zijn met mensen die te grazen genomen moesten worden. Stakers controleren ook in de mijn of er niemand aan het werk is en dwingen daarmee andere mensen om ook te stoppen.

S’bongile Mafere (26) vertelt dat haar zus in de mijn werkte. Ze wilde weer naar haar werk gaan, maar durfde niet uit angst voor wraak. Ja, de werkomstandigheden zijn slecht, zonder water, stroom en sanitaire voorzieningen. “Maar ze hoopt dat de staking stopt. Ze heeft het geld nodig, maar ze kan niet werken omdat deze mensen haar anders doden.” Volgens haar zijn veel mensen gefrustreerd over de onderlinge strubbelingen in de vakbonden. Ze hebben het idee dat de vakbonden hen in de steek hebben gelaten.

Nu de staking de vierde week ingaat, vragen de bewoners zich af wat er met Marikana zal gebeuren. Er gaan geruchten dat de smeltfabriek dichtgaat als de staking niet stopt. Dat zou catastrofaal zijn, denkt Rodrigues. “Als er geen mijn is, dan is er ook geen stad.”