Mooov blogt: “Matar a Jesús”, achter de moordenaar van je vader aan

Blog

Mooov blogt: “Matar a Jesús”, achter de moordenaar van je vader aan

Mooov blogt: “Matar a Jesús”, achter de moordenaar van je vader aan
Mooov blogt: “Matar a Jesús”, achter de moordenaar van je vader aan

De moordenaar van je vader doden lijkt kinderspel. In Matar a Jesús krijgt de onschuld de rekening gepresenteerd.

© Matar a Jesus

© Matar a Jesus​

Kan je iemand willen vermoorden omwille van de manier waarop hij danst? In de Colombiaanse communas gebeurt dansen en doden immers op hetzelfde latinritme, in de gloed van het onwerkelijke neonlicht dat de nachten zo ongrijpbaar maakt. Wanneer kunststudent Paula (Natasha Jaramillo) in een discotheek Jesús ontmoet — de moordenaar van haar vader —, is het dan ook de fysieke weerzin waarmee haar lichaam reageert die haar dwingt de achtervolging in te zetten.

Matar a Jesús (Killing Jesus) is een meditatie contre l’oubli, expliciet verwijzend naar de Zuid-Amerikaanse traditie van kunstenaars die het op zich hebben genomen een collectief geheugen bij elkaar te schrapen. Voor de plaatselijke politie vormt de moord op Paula’s vader niet meer dan een zoveelste statistisch gegeven, het brandpunt waarin de van staatswege geordonneerde vergetelheid en het recht van het volk om te blijven bevragen, samenkomen. Regisseur Laura Mora Ortega plaatst de camera binnen deze dialectiek door nagenoeg de hele speelduur op de huid van Paula te zoeken naar de fysieke sporen van haar herinneringen en slechts afstand te nemen wanneer ze de futiliteit van het menselijke bedrijf af wil zetten tegen de in het zonlicht badende onmetelijkheid van het Colombiaanse hinterland.

© Matar a Jesus

© Matar a Jesus​

Moordenaar Jesús (Giovanny Rodriguez) lijkt zich daarentegen neergelegd te hebben bij de kroniek van zijn aangekondigde verdwijning. Hoe meer je weet, hoe minder je leeft, zegt hij, en dansen als een idioot doet hij. Gespeeld door een Zuid-Amerikaanse variant van Channing Tatum, weet Jesús zijn adagium dusdanig te incarneren dat je hoopt dat Paula in zijn armen de vergetelheid zal vinden.

In het mooiste beeld uit de hele film lijkt dit ook even te lukken, wanneer de straten te klein geworden zijn voor de hordes uitgelaten voetbalsupporters na de overwinning van hun club en onze twee star-crossed lovers beschermd door het rumoer eindelijk in elkaars armen durven vallen. Hier lijkt het gewicht van het verleden even van ze af te vallen en wordt het heden uitgerekt tot een klein soort eeuwigheid dat men in het Frans ook wel la petite mort noemt.

Eilaas, het verleden laat zich niet vergeten, de doden eisen hun rechten op.

Wanneer wordt een moord verwekt en wanneer krijgt deze een gezicht?

De moordenaar van je vader doden lijkt kinderspel, maar opgroeien betekent voor Paula net leren erkennen dat ze met die moordenaar ook een zoon en vriend en — zou het kunnen? — geliefde dient weg te vagen. Zalig zij de armen van geest, dixit Jesús’ naamgenoot, want het zijn alleen kinderen die rechtstreeks naar de hemel gaan. Wanneer je daarentegen krampachtig aan je kinderlijke onschuld probeert vast te houden, stel je jezelf lafhartig in gebreke.

Onwetendheid is vaak slechts een excuus voor zij die niet ten volle durven leven.

In Matar a Jesús krijgt de onschuld de rekening gepresenteerd. Paula maakt een overgangsritueel door waarbij de complexiteit van het leven zich laat openbaren als de puinhoop na een feest wanneer de neonlichten uitgaan en het zonlicht ons de rouwranden onder onze nagels toont. Dit is het moment waarop de levenden zich rekenschap van de doden moeten geven en eventueel hun eigen rechten kunnen opeisen.

In de laatste seconden wordt het gewicht van deze afweging echter zo flagrant overboord gegooid, dat de film zich te licht toont om de overkant van de nacht te halen.

Michaël Van Remoortere