“‘Mr. Cab Driver’
In het nemen van een taxi schuilt altijd een mogelijk avontuur. Soms ligt het aan de medepassagiers, soms is het de persoonlijkheid van de taxichauffeur die de reis onvergetelijk maakt.
Zo moest ik laatst vanuit de diplomatieke wijk in Rabat naar het station. Ik hield een petit taxi staande waar al iemand inzat, maar de dame in kwestie moest dezelfde richting uit, en ik nam plaats in de zetel naast de chauffeur. In de petits taxis – meestal Peugeots – mogen maximaal drie passagiers, terwijl in grands taxis – oude Mercedessen wiens kilometerstand de afstand tussen de aarde en de maan benadert – maar liefst zes passagiers kunnen.
Deze keer was het niet mijn medepassagier die de taxirit memorabel maakte, maar het kleurrijke gedrag van de chauffeur. Er was vooreerst zijn grappige manier van spreken. Als een spraakwaterval vloeiden de woorden uit zijn mond, zonder zich aan enig moment van stilte of pauze te wagen, alsof hij vreesde dat opgehouden woorden zich in zijn stembanden zouden ophopen tot een dijkbreuk onafwendbaar zou zijn. Er was daarnaast ook zijn gesticulatie die erg smakelijk was. Met veel gebaren verklaarde hij hoe prachtig de landen in Zuidelijk Afrika die hij bezocht had wel waren, en hoe magnifiek ze zijn in vergelijking met Rabat. Zijn linkerarm maakte bij dat gegesticuleer maximaal gebruik van het openstaande raampje en er mag van geluk gesproken worden dat geen andere auto de taxi onderhand voorbij scheerde.
Het armdansen van de chauffeur minimaliseerde het contact tussen zijn handen en het stuur, maar daar het verkeer slenterde in de avondfiles en gezien ik een overdreven gerustheid koester tegenover mensen met een rijbewijs, baarde mij dat weinig zorgen.
Een eindje voor het station hield de taxichauffeur halt. De dame op de achterbank bedankte hem in het Frans, stopte een briefje van vijftig dirham in zijn hand, en opende de deur. De chauffeur bracht het briefje tot dicht bij zijn gezicht, naar ik vermoedde om de echtheid ervan te verifiëren, stopte het in zijn geldbeugel, en gaf de vrouw een paar muntstukken terug, waarna ze uitstapte en de deur achter zich dichtwierp.
Op dezelfde cadans van armen en woorden zetten we onze tocht verder naar het station. Er volgde een opsomming van welke Zwart-Afrikaanse landen de chauffeur had bezocht en mijn vraag of zijn bezoeken om professionele redenen waren geweest onderbrak zijn woordenstroom niet.
Het was pas toen we al aan het station aangekomen waren dat ik mij vragen begon te stellen bij de rijbekwaamheid van de bestuurder. We stopten en ik nam een billet van 20 dirham uit mijn zakken dat ik hem overhandigde, in de verwachting dat hij het in een vlotte beweging in zijn geldbeugel zou steken, aangezien de teller een bedrag aankondigde dat erg dicht bij de waarde van het bankbriefje lag. Niets daarvan echter, want de chauffeur nam het billet ter hand en bracht het opnieuw tot dicht bij zijn oog. Pas nu realiseerde ik mij dat de chauffeur niet de echtheid van de biljetten controleerde, want daar bestond heus geen twijfel over, maar dat hij moeite had om de getallen erop te zien. De taxichauffeur, waar ik zowat de halve stad mee doorkruist had, kon nog niet eens de waarde van een geldbriefje lezen vanop een meter afstand!
Ik stapte uit, ging de stationshal binnen van Rabat Agdal, wandelde in de richting van het loket en hoopte dat de bestuurder van de trein die ik dadelijk zou nemen wel een oogtest had afgelegd alvorens zijn carrière bij de spoorwegen te beginnen.