“‘Nicaragua in tijden van ebola, dengue en chikungunya’
Ook Nicaragua is in de ban van ebola. Op de internationale luchthaven Augusto César Sandino worden alle passagiers die er zojuist zijn geland, gescand met een warmtecamera. Maar de regering hier maakt zich meer zorgen over dengue en chikungunya, een ziekte die zoals malaria en dengue door muggen wordt overgebracht. Midden in het regenseizoen broeden hier overal muggen. Griep en virussen heersen in de stad en op het platteland. De overheid zet de grote middelen in om de ziektes te bestrijden, vooral ook op het vlak van preventie en informatie.
Het grondpersoneel en de douanebeambten op de nationale luchthaven hebben allemaal een mondkapje voor en plastic handschoenen aan. Al is er – zoals overal ter wereld – altijd wel één die het mondkapje losjes rond zijn nek heeft hangen. Meestal een man. Door de dagelijkse stroom onheilsberichten, zijn ebola en chikungunya hier het gesprek van de dag. Maar paniek lijkt er niet te zijn. Er wordt rustig de tijd genomen voor de controles. Reizigers ondergaan het gelaten. Het is hier bovendien drukkend heet in Managua, tussen de buien door.
De Nicaraguaanse beambten maken geen enkel onderscheid: iedereen die het land binnenkomt kan ebola binnenbrengen. Of chikungunya.
Twee boomlange zwarte Nicaraguanen – ze spreken het creoolse Engels uit Bluefields, aan de Caraïbische oostkust van Nicaragua – nemen voor de grap een selfie voor een grote poster met informatie over ebola. Medepassagiers denken misschien dat ze zojuist zijn gearriveerd uit Conakry of Monrovia. Maar de Nicaraguaanse beambten maken geen enkel onderscheid: iedereen die het land binnenkomt – blank of zwart, Nicaraguaan of ‘gringo’ – kan ebola binnenbrengen. Of chikungunya. Dat is een virusziekte die dodelijk kan zijn en die sinds begin dit jaar regelmatig in de regio opduikt. Eerst was er een uitbraak in de Dominicaanse republiek en momenteel heerst er een ware epidemie in El Salvador. Daar zijn inmiddels tienduizenden gevallen van chikungunya. Hier in Nicaragua staat de teller op 71. Zoals voor malaria en dengue, bestaat er voor chikungunya geen vaccin. De ziekte wordt op de mens overgebracht door dezelfde muggen die ook dengue verspreiden.
Net als elders in de wereld kun je je afvragen hoe effectief de controles zijn. Chikungunya heeft een incubatietijd van 2 tot 10 dagen: iemand die het land binnenkomt en geen enkel teken van de ziekte vertoont, kan wel degelijk al besmet zijn. Het grote gevaar blijft echter dengue, wat bij ons de griezelige naam knokkelkoorts heeft. Sinds het begin van het jaar zijn er hier 1574 bevestigde besmettingen. De mug die de ziekte overbrengt, steekt ook overdag.
Stilstaand open water
Doordat er hier in mijn wijk tussen 6 uur ‘s morgens en 5 uur ‘s avonds geen water uit de kraan komt, moet iedereen water opslaan in tanks, emmers en pannen. Wanneer die niet goed zijn afgedekt, zijn ze de gedroomde plek voor de muggen om hun eitjes te leggen. Stilstaand open water is dus taboe. Nu – op het hoogtepunt van het regenseizoen – staan er ook regelmatig plassen water (en modder) in straten en tuinen. Ook daar maken de muggen gretig gebruik van.
Medewerkers van het Ministerie van Volksgezondheid – het MINSA – gaat stad en land af om bij de mensen thuis de situatie te bekijken. Ze geven tips, soms met lichte dwang. Om ongebruikt water te verversen. Of afval en rommel op te ruimen. In het huis waar ik woon gaven ze de raad om de struiken in de tuin flink uit te dunnen. En natuurlijk zou iedereen moeten slapen onder een muskietennet, wat niet altijd gebeurt: die hangen ze hier voornamelijk op voor kleine kinderen en gringo’s. Die muskietennetten helpen ook niet tegen de muggen die overdag steken.
In wasbakken en watertanks worden korrels ‘abate’ gegooid: een chemisch product van BASF dat de insectenlarven in het water doodt. Wat het precies is, weten de meeste mensen niet. Maar iedereen laat het netjes in zijn water droppen.
Fumigar
Hetzelfde geldt voor een andere preventieve maatregel: medewerkers van het MINSA komen de huizen en tuinen regelmatig ontsmetten. ‘Fumigar’, heet dat hier. Het verdrijft de muggen en ook eventuele kakkerlakken en schorpioenen worden uit hun holen gerookt.
Fumigar is een heel evenement. Een colonne jonge mannen zwermt door de wijk met grote blazers. Een soort kerosine-bazookas. De motoren van de apparaten maken een hels lawaai. De mannen – die ik voor het gemak maar ‘fumigasten’ zal noemen – dragen enkel een mondkapje. Hun neus en oren zijn onbedekt. Één van hen – een klein en tenger manneke – bezwijkt bijna onder het gewicht van zijn ‘wapen’. Die bestaan in verschillende types: sommige trek je op gang alsof het een motorzaag is. Aan de achterzijde hangt een kerosinetank. Er lijkt enkel een beetje lucht met een geurtje uit te komen. Een benzinegeurtje dat overigens lang blijft hangen.
De bewoner zet alle ramen en deuren open en maakt zich uit de voeten. Op de weg naar buiten wordt oma nog in de rolstoel meegevoerd.
Het kan gebeuren dat ze de bewoner van het huis vragen de rookblazer op gang te trekken, wanneer de fumigast in kwestie wat is achtergebleven op de groep en er geen collega meer in de buurt is om voor hem aan het koortje te trekken. De bewoner zet alle ramen en deuren open en maakt zich uit de voeten. Op de weg naar buiten wordt oma nog in de rolstoel meegevoerd. Over de vraag of de hond, de kat en de papegaai ook mee naar buiten moeten, verschillen de meningen. Sommigen dekken de vogelkooi af met een doek. Anderen nemen de wijk met hun groene gaai op de schouder. Honden – hier zelden gehouden als gezelschapsdier maar eerder als waakhond – worden aan de ketting gelegd, zodat ze de fumigasten niet naar de keel zouden vliegen.
De laatste dagen worden de woningen hier dagelijks ‘gefumigeerd’. Tijdens het ritueel verzamelen de buren zich op straat voor hun huizen. De ideale manier voor mij om mijn vele buren hier een beetje beter te leren kennen. De sfeer is gezellig en uitgelaten.
Ondertussen worden onze huizen bestookt met een ander type rookblazer. Met een enorme ijzeren uitlaatpijp zien ze er vervaarlijk uit. De kerosinetank is niet zichtbaar, maar ze zijn in staat om enorm veel rook te produceren. Witte pluimen stijgen op uit alle hoeken en gaten van de huizen en dwalen door de straten. De wijk hult zich razendsnel in een dikke mist. De bewoners op straat weten met zekerheid: als ze hier dagelijks komen spuiten, zijn er mensen met dengue en/of chikungunya in de wijk. Wanneer ze – zoals vandaag – zelfs ‘s avonds om 7 uur nog eens passeren, weet één van de buren met stelligheid te zeggen: er is hier in de wijk vast iemand overleden aan dengue.
Geruchtenmolen
Iedereen vertelt je hier ook in welk huis er een zieke zou zijn. Hebben ze gehoord. Ze wijzen je dan wel allemaal een ander huis of een andere persoon aan. Ook geruchten gaan hier als een lopend virus door de wijk. De fumigasten draaien ondertussen overuren. Nadat de colonne onze wijk heeft doorkruist, wordt ze nog gevolgd door een wagen met een superkanon in de achterbak die de straat en de bomen nog eens uitrookt.
Met de dwalende rookpluimen, blaffende honden, de mannen met hun rookbazookas en de lichte chaos op straat, leek het even een scène uit een film, inclusief massafiguratie.
Medewerkers van verschillende gezondheidscentra gaan overdag de huizen langs om navraag te doen naar eventuele zieken. Heeft iemand hoofdpijn, koorts of andere symptomen? Er wordt geen risico genomen en wie zich enigszins niet lekker voelt, mag mee voor een bloedonderzoek. Een Italiaan die bij ons in huis woont, kwam ziek terug uit de noordelijke provincie Chinandega. Hij mocht, samen met de moeder des huizes, een nachtje mee ter observatie in de kliniek Francisco Buitrago. Ze werden de volgende dag met een ambulance weer thuis afgeleverd. Dengue of chikungunya hebben ze niet, maar de ambulance arriveerde precies in de drukte van het dagelijkse fumigar-ritueel. Met de dwalende rookpluimen, blaffende honden, de mannen met hun rookbazookas en de lichte chaos op straat, leek het even een scène uit een film, inclusief massafiguratie.
Nu maar hopen dat presidentsvrouw Rosario Murillo in haar dagelijkse toespraak op Radio Ya – waarin ze uitgebreide informatie geeft over de stand van zaken rond dengue en chikungunya in Nicaragua – even wil melden dat ons huis in de wijk Larreynaga NIET besmet is.
Voor een arm land als Nicaragua, is de inzet van middelen en medewerkers indrukwekkend. Verplegers van het wijkgezondheidscentrum komen eventuele zieken dagelijks bezoeken om te kijken hoe het met hen gaat. Bij vermoedens van dengue of chikungunya worden herhaalde bloedstalen afgenomen. Dengue is er hier in Nicaragua altijd al geweest. Maar een dergelijke inzet van middelen en mensen – vooral ook in de armere wijken, waar mensen dichter op elkaar wonen en ook de muggen vrijer spel hebben – heb ik hier nog niet eerder gezien. Het is dan ook opvallend dat de regering op dit vlak weinig kritiek krijgt, ook niet van de binnen- en buitenlandse criticasters die normaal gezien op alles wat de FSLN-regering doet, kritiek hebben.