“‘Onderweg in Patagonië’
Het is zomervakantie hier in het zuiden van Zuid-Amerika. De Argentijnen die ik onderweg tegenkom ontvluchten Buenos Aires om elk op hun manier door deze verlatenheid te reizen: voor korte of langere tijd, alleen, in groep, met de trein, al liftend of met lokale bussen die werkelijk overal stoppen... En toch vragen ze zich allemaal af wat ík hier in godsnaam kom zoeken.
Onderweg zijn. Traag schuift het landschap voorbij in het verlaten Patagonië. Ik ben op weg naar het einde van de wereld. En toch, achter elke bocht, achter elke heuvel, even met met de ogen knipperen en er is weer wat veranderd. Uitgestrekte vlaktes met nauwelijks enige begroeiing, enkele ministruikjes die nu eens grijs-zwart zijn, en dan weer groen. En dan plots een boom in die grootse vlakte, een heuvel, een verdwaalde rots. Een paar schapen, een verloren guanaco, een koe die de ruige wind trotseert… Plots, want ik vraag me elke keer af waar dat zo ineens vandaan komt? En parallel met de weg loopt die eindeloze rij van paaltjes om het landschap eerlijk op te delen
Aan een tankstation in de middle of nowhere, stappen twee jongeren met skateboard af en ik vraag me af waar ze in godsnaam naar toe gaan. Ik denk dat zelfs god zich dat afvraagt. En na enkele honderden kilometers doemt er plots een huis op, een paar huizen, een dorp. Weer honderden kilometers verder kruist een weg de onze en verdwijnt weer in het niets. Midden op dat kruispunt staat een bord “internet”. Wifi? Een auto staat te wachten en pikt enkele muzikanten op. Maar waar zouden ze naar toe gaan? En zo gaat het door, honderden en honderden kilometers lang. Om precies te zijn, zo’n 1800 kilometer vanuit Bariloche naar El Calafate. Mijn bestemming, Puerto Natales in Chili, ligt nog eens 5 uur zuidelijker Die afstand kan zelfs Google Maps niet berekenen. Maar afstand en tijd is hier relatief.
Tijd lijkt stil te staan. De tijd is enkel zichtbaar in de kleuren van het landschap. Kleuren die je voelt tintelen. De zachtblauwe lucht. De witte wolkenformaties, soms ook grijs. De zwarte struiken op de gele verdorde grond. De grijze gruizelstenen. De roodbruine heuvels. De groene glooiingen. De zwarte schaduwen. Af en toe helder blauw water dat dit alles doorbreekt. Ook wel eens blauw-wit water afkomstig van de gletsjers. Wanneer de zon daalt en haar laatste stralen werpt over deze immense verlatenheid, vermindert de intensiteit en worden de kleuren zachter. En dan is er alleen nog het licht van de maan – het is volle maan vandaag! De tinten worden donker en eindelijk komt het landschap tot rust en kan ik mijn ogen sluiten…