Over bevolkingspolitiek, voortplanting en vooroordeel
“‘Ongeboren en ongelijk’
'Nieuwkomers? Die maken we zelf!' Of dat is toch waar de Antwerpse afdeling van het Vlaams Belang alle kiezers toe wil aanzetten: meer kinderen krijgen, tenminste als ze autochtoon zijn. Een originele campagne, zo lijkt het, maar dit is lang geen unicum. Een politieke oproep tot (autochtone) voortplanting heeft een erg lange geschiedenis: discriminatie bestaat al van voor de geboorte.
Op 5 januari stelde de Antwerpse afdeling van Vlaams Belang haar nieuwe campagne voor. De partij trekt naar de kiezer met een beeld van een zwangere blanke vrouw, begeleid met de slogan ‘Nieuwkomers? Die maken we zelf!’.
In de woorden van lijsttrekker Filip Dewinter is de bedoeling om de ‘islamisering’ van Antwerpen tegen te gaan door fiscale voordelen te bieden aan ‘Vlaamse gezinnen’ die zich in de stad willen vestigen. Meer algemeen wil Vlaams Belang met de campagne Vlamingen aanmoedigen om meer kinderen te krijgen. ‘We zien bij gezinnen van niet-Europese origine dat ze gemiddeld 2,6 kinderen per gezin krijgen. Bij Belgische gezinnen gaat het slechts om 1,3 kinderen per gezin’.
Vernieuwend is de campagne niet. Vlaams Belang geeft zelf toe dat ze haar mosterd haalde bij de radicaal-rechtse partij Alternative für Deutschland (AfD), die in 2016 ‘Bio-Duitsers’ opriep om meer kinderen te krijgen. Ook Karel Dillen, oud-voorzitter van Vlaams Blok, spoorde in de jaren negentig Vlamingen aan om grote gezinnen te stichten als antwoord op de toegenomen migratie.
Eugenetica, positief en negatief
In de late negentiende eeuw sprak de Engelse wetenschapper Francis Galton voor het eerst de term ‘eugenetica’ uit. Het woord verwees, veelzeggend genoeg, naar het Griekse εὖ (goed) en γένος (ras). Naar analogie met dierenfokkerijen, beoogden eugenetici de erfelijke kenmerken van een bevolkingsgroep te verbeteren door selectie. Hun programma kende zowel een positieve als een negatieve pijler: terwijl sommige mensen moesten worden aangespoord om meer kinderen te krijgen, dienden anderen te worden ontmoedigd.
In 1903 waarschuwde Theodore Roosevelt voor ‘race suicide’, waarmee hij verwees naar de dalende vruchtbaarheid van blanke protestanten van Engelse komaf.
In 1903 waarschuwde Theodore Roosevelt voor ‘race suicide’, waarmee hij verwees naar de dalende vruchtbaarheid van blanke protestanten van Engelse komaf. Hun falen om het geboortecijfer van etnische minderheden bij te benen stond volgens de president gelijk aan de zelfmoord van de Amerikaanse natie.
In de vroege twintigste eeuw vreesden demografen en politici in heel Europa dat geboortebeperking net de voortplanting van de hogere klassen zou beïnvloeden, terwijl de ‘inferieure’ klassen steeds talrijker werden.
Filip Dewinter pleit voor een groei van de ‘Vlaamse bevolking’ als antwoord op de bevolkingstoename door migratie, die volgens hem ‘geen economische, sociale of culturele meerwaarde’ biedt.
Voortplanting en vooroordeel
Vooroordelen over voortplanting komen niet alleen voor in radicaal-rechtse milieus. In artikelen over abortus en anticonceptie worden vrouwen met een migratie-achtergrond vaak als (te) vruchtbaar voorgesteld. Vrouwen van lagere komaf zouden eerder kinderen krijgen. Carrièrevrouwen zouden dan weer (te) laat aan kinderen beginnen en er (te) weinig maken.
Vrouwen zijn blijkbaar als enige verantwoordelijk voor de productie van kinderen.
Toen einde 2017 bleek dat er minder geboortes waren dan in de jaren voordien, werden twee thema’s uitgelicht. Enerzijds brachten journalisten de dalende vruchtbaarheid in verband met het uitstel van vrouwen (en niet koppels) die pas na hun dertigste aan kinderen beginnen; anderzijds benadrukten ze dat België door migratie – ‘allochtone vrouwen krijgen meer kinderen dan Vlaamse vrouwen’ – toch een positieve vruchtbaarheidsindex kent.
Vrouwen zijn blijkbaar als enige verantwoordelijk voor de productie van kinderen. Vooral de allochtone vrouw geldt als babyfabriek.
Voortplanting en ongelijkheid
Deze vooroordelen zijn niet onschuldig. Sociologen spreken over ‘gestratificeerde reproductie’ om aan te geven dat niet iedereen dezelfde keuzes krijgt over het al dan niet stichten van een gezin. Machtsrelaties bepalen welke categorieën van mensen in staat worden gesteld om naar wens kinderen te maken en op te voeden (en welke niet).
Kansen zijn ongelijk verdeeld.
De non-profit The Walking Egg wijst sinds 2010 bijvoorbeeld op de ongelijke toegang tot vruchtbaarheidsbehandelingen zoals IVF. Terwijl de provisie van anticonceptie en veilige abortus een prioriteit is voor veel hulpverleners in derdewereldlanden, is onvruchtbaarheid en ongewilde kinderloosheid dat niet. Waarom geld besteden aan ‘dure’ vruchtbaarheidsbehandelingen in landen waar – zo denken we - al genoeg of zelfs te veel kinderen zijn?
Onvruchtbaarheid is geen yuppie probleem van Westerse carrièrevrouwen, maar treft naar schatting wereldwijd zo’n 180 miljoen koppels.
Deze argumenten houden volgens The Walking Egg geen steek. Het team van professor Willem Ombelet ontwikkelde in 2013, in Limburg, een IVF-behandeling voor nog geen 200 euro. Als we geloven in principes zoals vrije keuze en controle als het om vruchtbaarheid gaat, kunnen we dan iemand op basis van zijn of haar inkomen of woonplaats deze vrijheid ontzeggen?
Onvruchtbaarheid is geen yuppie probleem van Westerse carrièrevrouwen, maar treft naar schatting wereldwijd zo’n 180 miljoen koppels.
Het recht om te kiezen
Van de veralgemening van de kinderbijslag in de jaren dertig tot de terugbetaling van IVF in 2003: kinderen krijgen lijkt in België een recht geworden. Toch raken we dubbele standaarden niet kwijt: waar voor sommige groepen het probleem van anticonceptie prangend is, moeten anderen zich vooral meer voortplanten.
Als vruchtbaarheid een recht is, laat het dan een recht voor iedereen zijn
In 2016 stelde de Wereldgezondheidsorganisatie voor om de definitie van onvruchtbaarheid aan te passen. Alleenstaande mannen en vrouwen zouden kunnen gelden als ‘onvruchtbaar’ als ze geen kinderen hebben maar er wel willen. Op deze manier zouden, in elk land verbonden aan de organisatie, ook singles of homoseksuelen beroep kunnen doen op medische behandelingen. Een belangrijke verandering want, in de woorden van de bedenker van de definitie, ‘iedereen heeft het recht op reproductie’.
Als vruchtbaarheid een recht is, laat het dan een recht voor iedereen zijn – zonder dubbele standaarden en in twee richtingen.