“‘Onwezenlijke verhalen uit Zuid-Soedan en een gebrek aan internationale aandacht’
Stage lopen als humanitaire hulpverlener in Zuid-Soedanese vluchtelingensettlements zorgt ervoor dat het conflict in Zuid-Soedan en de situatie van meer dan een miljoen vluchtelingen geen ver-van-mijn-bed-show meer zijn. Toch blijven de verhalen die ik te horen krijg een onwerkelijk karakter hebben. Nu de VN vreest voor een genocide in Zuid-Soedan vraag ik me af wanneer de internationale gemeenschap meer aandacht aan het conflict zal besteden.
Oeganda heeft veel moois te bieden, maar kent ook een andere kant. Een kant die ik nu van dichtbij meemaak. Momenteel leven er bijna 600.000 Zuid-Soedanese vluchtelingen in meer dan twintig settlements. Elke vluchteling heeft zijn eigen verhaal.
Onwerkelijke verhalen
Veelal vertellen volwassenen en kinderen hoe ze moesten wegvluchten uit hun dorp omdat er geweerschoten klonken en mensen aangevallen werden. In die chaos raken mensen vaak (een deel van) hun geliefden, familie en vrienden kwijt. Blijven lopen is op dat moment het enige wat telt.
Niet-begeleide minderjarigen hebben geen idee of hun ouders nog leven en weten niet waar hun familie is. Voor hen zit er niks anders op dan bij een informeel pleeggezin te leven in een van de settlements. Iets dat velen onder hen lijken te aanvaarden, want ‘wat moeten ze anders doen?’.
Aanvaarden dat er niemand meer is die je kent en dat dierbaren gestorven zijn, lijkt een algemene tendens in vluchtelingen hun verhalen. Iets wat voor mij moeilijk te vatten valt. Ik groeide dan ook op zonder ooit met enige vorm van geweld in aanraking te komen. Wat ik, na het horen van zulke onwezenlijke verhalen, des te meer koester.
Soms zou ik naar Zuid-Soedan willen gaan. Om een beter begrip te krijgen van wat er gaande is. Om te zien hoe mensen er (over)leven. Om door de verlaten dorpen te wandelen. Om de onwerkelijkheid van verhalen van vluchtelingen beter een plaats te geven.
Etnisch karakter
Die onwerkelijke verhalen vinden hun oorsprong in de politieke strijd tussen president Salva Kiir en voormalig vicepresident Riek Machar. In 2013, twee jaar nadat Zuid-Soedan onafhankelijk werd van Soedan, leidde het ontslaan van Machar als vicepresident, op basis van de verdenking dat hij een staatsgreep voorbereidde, tot een burgeroorlog. Deze staat er om bekend een sterk etnisch karakter te hebben waarbij voornamelijk de Dinka (de stam waartoe Kiir behoort) tegenover de Nuer (waarvan Machar deel uitmaakt) staan.
De gevechten stopten tijdelijk toen beide partijen in augustus 2015 een vredesovereenkomst sloten. Helaas verbraken ze deze snel en resulteerde dit in hernieuwde conflicten, die hun hoogtepunt kenden in juli 2016.
Onschuldige burgers
Zowel rebellen als regeringssoldaten vallen burgers in hun dorpen aan in de hoop er de controle over te verwerven. Beide groepen beschuldigen burgers van het ondersteunen van de andere partij en schuwen daarbij geen (seksueel) geweld naar onschuldige burgers toe.
Zelf was ik van op afstand getuige van het geweld in Zuid-Soedan toen ik aan het werk was aan de grens tussen Zuid-Soedan en Oeganda waar mensen zich als vluchteling registreren. Donkere rookwolken stegen plots in de verte op.
Nadat mijn collega’s rond telefoneerden bleek dat rebellen een bus hadden beschoten. Minstens zes mensen overleefden de aanval niet. De onwerkelijkheid van het conflict kreeg voor mij op dat moment een realistischer karakter.
Rookwolken als gevolg van een aanval op een bus in Zuid-Soedan die te zien zijn vanaf de Oegandese grensstad Elegu waar mensen zich als vluchteling registreren
© Lore Bellaert
Vrees voor genocide
Ban Ki-moon, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, uitte begin november zijn bezorgdheid over de verhoogde haatspeeches en etnische provocaties van de afgelopen weken in Zuid-Soedan. Hij vreest dat deze tot massamoorden zullen leiden en acht dit een reëel risico.
De Mensenrechtencommissie van de VN stelt dat er reeds een proces van etnische zuivering in verschillende gebieden in Zuid-Soedan gaande is. Daarbij worden technieken zoals uithongering, groepsverkrachting en het in brand steken van huizen gebruikt. Men zou bewijs hebben dat de Zuid-Soedanese regering burgers in de omgeving van Central Equatoria aanvalt én zich voorbereidt op grootschalige aanvallen in de komende weken.
Adama Dieng, VN adviseur met betrekking tot de preventie van genocides, gaf aan dat er een potentiële genocide op komst is. President Salva Kiir ontkent echter de aantijgingen van de VN die stelt dat etnische zuivering op dit moment een punt bereikte waarbij een genocide een mogelijke volgende stap is in het conflict.
Verwachte hongersnood
Daarbovenop dreigt hongersnood voor de Zuid-Soedanezen. Door de aanhoudende conflicten, die zich verspreiden naar rurale gebieden waar men aangewezen is op landbouw, werd het onmogelijk om als boer nog gewassen te verbouwen.
Landbouwgrond ligt er dus verlaten bij omdat mensen genoodzaakt zijn te vluchten. Terwijl de rest van het land net van die landbouwopbrengst afhankelijk is voor voedsel. De organisatie CARE waarschuwt dat, als de regio onveilig blijft, meer dan een miljoen extra burgers het risico lopen honger te leiden, naast de vijf miljoen mensen die reeds geconfronteerd worden met een ernstig voedseltekort.
Waar blijft internationale aandacht?
Ik kan alleen maar hopen dat het conflict in Zuid-Soedan niet uitmondt in een genocide. Nog meer hoop ik dat Zuid-Soedan eindelijk eens wat meer internationale aandacht krijgt.
Het is niet omdat het een ver-van-onze-bed-show is en de situatie voor ons onwezenlijk kan lijken, dat we dat zo moeten houden. Het gaat om een realiteit die de internationale gemeenschap niet meer mag negeren. Dat wordt des te meer duidelijk nu de VN de term genocide in de mond neemt, in een poging druk op de internationale gemeenschap te zetten.