“‘Over brandhout, duurzame ontwikkeling, centen en heimwee ’
De 9e vergadering van het VN Bossenforum startte, na de klassieke openingstoespraken, meteen met een belangrijke discussie: de relatie tussen voeding, energie en kansen voor lokale ontwikkeling, vanuit het standpunt van vrouwen en jongeren.
Volgens statistieken van de Food and Agricultural Organisation dient meer dan de helft van alle gekapte hout ter wereld als brandhout. Wereldwijd zijn miljoenen vrouwen en kinderen dagelijks op zoek naar brandhout voor voeding en verwarming. Deze kostbare tijd is niet bruikbaar voor andere taken die sterker bijdragen aan de ontwikkeling. Voor water geldt hetzelfde, maar voor water is de internationale gemeenschap blijkbaar sneller bezorgd en organiseren ze sneller internationale acties.
De paneldiscussie leverde suggesties op uit verschillende delen van de wereld. Een belangrijke constante was de noodzaak om de lokale bevolking zelf verantwoordelijkheid te geven bij het beheer van de bronnen van brandhout zoals plaatselijke bossen en aanplantingen.
Coöperaties die de plattelandseconomie steunen kunnen beslissingsrecht krijgen over de productie en verdeling van brandhout en houtskool.
Ook de onduidelijkheid rond het eigendomsrecht van bomen en bossen, is in veel streken een rem op verdere lokale economische ontwikkeling. Ik vermoed dat we in deze sessie nog vaak zullen terugkomen op het uitklaren van landgebruiksrechten.
De Onder Secretaris Generaal van de VN, de heer Sha Zukang, was aanwezig tijdens de opening. Hij gaf een schets van de inzet van de vergadering. Hij is ook de uitvoerend secretaris-generaal voor een volgende belangrijke VN Conferentie: de Rio+20 Conferentie. En dat vraagt om meerdere redenen wat aandacht.
Twintig jaar na Rio
Rio+20 herdenkt de 20ste verjaardag van de grote VN Conferentie rond Milieu en Ontwikkeling (UNCED) in Rio de Janeiro in 1992. Deze conferentie zette het idee van duurzame ontwikkeling op de hoogste politieke agenda. Duurzame ontwikkeling streeft naar een maatschappelijke groei zonder de kansen van de toekomstige generaties op verdere ontwikkeling in gevaar te brengen. Die conferentie leverde heel belangrijke resultaten op zoals een leidraad die model staat voor duurzame ontwikkeling. Die leidraad staat bekend als Agenda 21, een dik boek met 40 hoofdstukken, opgedeeld in 4 delen.
Het eerste deel behandelt de sociaal-economische dimensie zoals strijd tegen armoede, bevolkingsevolutie en consumptiepatronen.
Het tweede deel gaat over het beheer en behoud van hulpbronnen voor ontwikkeling. Hier vind je hoofdstuk 11 namelijk ‘strijd tegen ontbossing’. Maar ook biodiversiteit komt aan bod naast tal van andere thema’s zoals water, lucht en atmosfeer, landbouw, landgebruik, afval…
Deel drie gaat over het versterken van de rol van ‘maatschappelijke groepen’ in de maatschappelijke en politieke besluitvorming rond duurzame ontwikkeling. Sindsdien spreekt nagenoeg elke VN vergadering over ‘stakeholders’ en volgens Agenda 21 zijn dat er negen :
vrouwen
kinderen en jongeren
inheemse bevolkingsgroepen en hun gemeenschappen
niet-gouvernementele organisaties
lokale overheden
werknemers en vakbonden
zakenwereld en industrie
wetenschappelijke en technologische gemeenschap
landbouwers.
Deel vier van Agenda 21 behandelt de ‘means of implementation’. Dit zijn de noodzakelijke middelen om duurzame ontwikkeling te kunnen realiseren. Agenda 21 legde er acht vast:
financiële middelen en mechanismen
overdracht van milieuvriendelijke technologie en samenwerking voor capaciteitsopbouw
wetenschap voor duurzame ontwikkeling
bevorderen van educatie en publieke bewustwording en opleiding
nationale mechanismen en internationale samenwerking
internationale institutionele regeling
internationale wettelijke instrumenten en mechanismen
informatie voor besluitvorming.
Bossenverdrag en financieringsvraagstuk
Agenda 21 was baanbrekend en goot een complexe uitdaging in een overzichtelijk schema. Sindsdien is er één en ander bijgesteld. Maar vele andere internationale processen zijn terug te brengen tot het naleven van deze Agenda. Ook tijdens deze vergadering van het VN Bossenforum staat het thema van ‘means of implementation’ op de agenda. Jammer genoeg beperkt tot het financieringsvraagstuk. Ook de multistakeholder dialoog van woensdag, is terug te brengen tot de idee om de maatschappelijk belangrijke groepen bij de besluitvorming te betrekken. En dat is niet evident voor de VN in New York waar verschillende landen soms uiteenlopende invullingen geven aan belangrijke principes zoals transparantie en participatie.
De Conferentie in Rio gaf ook het startschot voor het klimaatverdrag, het verdrag voor biodiversiteit en het verdrag rond het bestrijden van woestijnvorming. Wat er niet kwam, was een Bossenverdrag, maar dat weten jullie al. De mogelijke krachtlijnen van een dergelijk verdrag werden gedurende talloze uren van intense onderhandelingen omgezet in een Bossenverklaring, of ook wel de ‘Bossen Principes’ genoemd.
Binnen de VN bestaat een aparte commissie die de uitvoering van Agenda 21 opvolgt. Deze Commissie voor Duurzame Ontwikkeling bekeek ook hoofdstuk 11 ‘strijd tegen ontbossing’ en kwam toen tot de vaststelling dat er veel meer internationale aandacht nodig was voor deze problematiek. Ze gaf het startschot voor een apart internationaal proces dat, naast de Agenda 21 en de Bossenverklaring, een uitgebreide set aan 270 bijkomende actievoorstellen opleverde. Deze staan bekend als de IPF/IFF-actievoorstellen en vormen de uiteindelijke werkbasis voor het VN Bossenforum.
Nieuwe middelen versus goed bestuur
Nog steeds leeft de idee dat een internationaal bindend instrument rond bossen noodzakelijk is. Daarom zochten enkele landen, waaronder de Europese Unie, of er internationale bereidheid was om onderhandelingen hierover op te zetten. De ontwikkelingslanden wezen dit voorstel steeds af door te wijzen op het schrijnend gebrek aan ‘means of implementation’, in het bijzonder ‘voldoende nieuwe financiële middelen’. ‘New and additional financial resources’ is een begrip dat opduikt in vele internationale onderhandelingen in de VN. Sindsdien is de vraag vanuit de ontwikkelingslanden nog aangedikt, met bijkomende adjectieven zoals ‘timely’, ‘predictable’ en ‘sustainable’, waarmee deze groep van landen aangeeft dat de ontwikkelde landen op een tijdige, voorspelbare en duurzame wijze bijkomende middelen moeten ter beschikking stellen om duurzame ontwikkeling te kunnen realiseren. Dit werd maandag tijdens de openingstoespraak door Argentinië als vertegenwoordigers van de groep van ontwikkelingslanden (G77) nog eens heel duidelijk gesteld. Voor duurzaam bosbeheer moet minstens het dubbele van de beschikbare middelen worden vrijgemaakt. De rijke en geïndustrialiseerde landen stellen daartegenover de eis om bestaande middelen efficiënt in te zetten en goed bestuur. Deze ‘stellingenoorlog’ woedt in vele internationale processen, dus ook in het bossenproces. Dit lijkt allemaal af te stevenen op een mega-deal zoals: “akkoord voor een Bossenconventie, in ruil voor een apart Bossenfonds dat de vraag naar nieuwe middelen moet kunnen realiseren”.
Bossenforum op naar Rio+20
Na deze lange uitwijding, terug naar Rio+20. Wel, dan zal de VN opnieuw het concept duurzame ontwikkeling en de realisaties sinds 1992 tegen het licht houden. Tegelijk gaat de internationale gemeenschap na waar de belangrijkste hiaten liggen en benoemt ze nieuwe uitdagingen. De voorbereidingen zijn goed. Er zijn twee belangrijke thema’s:
een groene economie in de context van strijd tegen armoede en het bevorderen van duurzame ontwikkeling
het institutioneel kader voor duurzame ontwikkeling.
Omdat het bossenproces duidelijk afstamt van de Commissie voor Duurzame Ontwikkeling, en omdat natuur en bos een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het vergroenen van de economie, is dit Bossenforum een uitgelezen kans om vanuit het bos insteek te geven aan de voorbereiding van deze nieuwe VN-conferentie. En dat is een volgende grote uitdaging voor het Bossenforum.
Het zal me benieuwen hoe het forum erin zal lukken dit rond te krijgen. Het forum heeft de naam moeizaam te onderhandelen, wat vaak resulteert in urenlange discussie en onderhandelingen. M’n triest record staat zo op zevenentwintig en een half uur ononderbroken doorgaan. Dat was in 2001, Bossenforum 1. Toen zaten we samen met Zweden in de toenmalige EU-troïka waardoor wij samen met Zweden en de Europese Commissie de laatste vertegenwoordigers waren vanuit de Europese Unie om in een klein kamertje de laatste hand te leggen aan het eerste meerjarenwerkplan van het Bossenforum of United Nations Forum on Forests (UNFF). Remember, Ulf en Stefan, we swore we would never forget this! And now, where are thow, I still here alone….
Het forum zal een ministeriële verklaring voorbereiden om die insteek vorm te geven. Dit ontwerp gaat dan naar het ‘high level segment’ van het Bossenforum, volgende week donderdag. Dus naast het officieel openen van het Internationaal Jaar van het Bos, zullen de ministers en andere hoge vertegenwoordigers nog belangrijke taken te vervullen krijgen in het barkoude New York.
Het was vandaag 6° F, dus omgerekend ongeveer -14° C. Maar daar was binnen niets van te merken….
Carl De Schepper werkt bij het Agentschap voor Natuur en Bos