“‘Peruaanse overheid zet in op bescherming van het Quechua’
Zo'n acht miljoen mensen spreken wereldwijd Quechua, drie miljoen daarvan wonen in Peru. Met elke nieuwe generatie daalt het aandeel Quechua-sprekenden echter aanzienlijk. De Peruaanse overheid startte vorige week een nieuw project om deze negatieve evolutie tegen te gaan.
Het zit er bijna op. Mijn tijd hier in Peru is voorbijgevlogen. Mijn werk voor Broederlijk Delen stuurde me meer dan eens naar de regio’s waar onze partners werken. Zo kwam ik vaak in contact met de inwoners van de kleine afgelegen gemeenschappen in heel Apurímac. Maar door een taalbarrière verliep dat contact liep niet altijd van een leien dakje.
De moedertaal van deze gemeenschappen is het Quechua. Nagenoeg iedereen spreekt naast Quechua ook Spaans, maar er zijn nog steeds Apurimeños die de tweede taal nauwelijks machtig zijn. Met de zeven woorden Quechua die ik begrijp was ik dus niet altijd de perfecte gesprekspartner.
Ik heb er vaak spijt van gehad dat ik niet meer moeite heb gedaan om Quechua te leren. Ik leg het nog altijd beter uit in het Nederlands dan in het Spaans, en hetzelfde geldt voor de Apurimeños en het Quechua. Je merkt dat ze veel opener zijn wanneer ze zich in hun moedertaal uitdrukken, en wanneer iemand mij te hulp sprong om te vertalen had ik wel vaker een ‘lost in translation’ moment.
Quechua, de verborgen taal?
Genarro, een van mijn vele impromptu tolken tijdens een bezoek aan een gemeenschap in Paruro.
© MO*/Hannes Knapen
Ik woon in Abancay, de hoofdstad van de regio Apurímac. Hier spreekt iedereen Spaans, en wordt er zowat overal Spaans gebruikt. Nergens zullen ze mij hier aanspreken in het Quechua, niet op de werkvloer, noch op de markt of op straat.
Maar na een tijdje merkte ik dat er toch heel wat mensen in Abancay wel degelijk Quechua spreken: collega’s die ik altijd Spaans heb horen praten met elkaar bleken even vloeiend in het Quechua, taxichauffeurs die mij lessen Quechua gaven tijdens onze korte ritten (die al snel vervielen in het aanleren van de vuile woordenschat), of verkoopsters op de markt die het fantastisch vonden wanneer ik hen begroette in het Quechua: “Allellanchu” – “Allellanmi”.
Eens ik doorhad dat een aanzienlijk deel van de Abancinos ook Quechua spreken, vroeg ik me af waarom de taal hier dan zo verborgen blijft?
Eens ik doorhad dat een aanzienlijk deel van de Abancinos ook Quechua spreken, vroeg ik me af waarom de taal hier dan zo verborgen blijft?
Dat is het gevolg van eeuwenlange discriminatie.
Het Quechua is de belangrijkste van de vele talen die nog overblijven van precolumbiaans Peru. Zo’n vijfhonderd jaar geleden landde samen met de komst van de Spanjaarden ook het Spaans op het continent.
In de daaropvolgende eeuwen werd het Spaans steeds belangrijker, niet alleen in Peru, maar in bijna heel Latijns-Amerika. Tegelijkertijd verminderde het belang van het Quechua, een lot dat het deelde met talloze andere inheemse talen. Vandaag zien Peruanen het Quechua als de taal van de arme gemeenschappen die hoog in de Andes wonen, zonder enig nut of potentieel. “Wie vooruit wil in de wereld praat Spaans” is het credo.
Discriminatie op alle niveaus
De discriminatie tegenover Quechua-hablantes neemt verschillende vormen aan. Wanneer Quechua-hablantes Spaans spreken doen ze dat met een sterk accent, net als Vlamingen die Frans praten of Walen die Nederlands praten. Getuigenissen tonen aan dat ze, wanneer zij in een grotere stad iemand op straat aanspreken (met accent), vaak met misprijzen worden bekeken en behandeld.
De discriminatie is deel van het systeem, en ook de overheid draagt schuld.
Maar het gaat nog veel verder. De discriminatie is deel van het systeem, en ook de overheid draagt schuld. In de jaren zeventig werd het Quechua erkend als een van de officiële talen van Peru, maar dit had nauwelijks enig gevolg in de praktijk. Een officiële taal is niet automatisch een bestuurstaal.
Dat betekent dat de overheid geen enkele wet publiceert in het Quechua, geen enkele rechtbank de taal gebruikt in haar procedures, en je in het ziekenhuis niet automatisch dokters kan verwachten die Quechua verstaan , zelfs niet in regio’s als Apurímac waar meer dan zeventig procent van de bevolking opgroeide met de taal.
Maar het is langzaamaan aan het veranderen. Het ministerie van cultuur startte vorige week, in samenwerking met de regionale overheid van Apurímac, een nieuw programma waarbij ze in overleg met verschillende organisaties manieren zoekt om het gebruik van het Quechua te verspreiden in de regio. Tarpurisunchis en APRODEH, allebei partners van Broederlijk Delen, werken hieraan mee. Zij zetten zich al jaren in om het Quechua op allerhande manieren te promoten.
Initiatieven werpen hun vruchten af
Zo organiseerde APRODEH in augustus nog een poëziewedstrijd voor alle scholen in de regio, volledig in het Quechua. De jonge deelnemers vertelden moppen en kortverhalen en droegen gedichten voor, allemaal in het Quechua. Zo’n wedstrijden zijn belangrijk, want alsmaar minder jongeren verstaan de taal. Ouders die wel Quechua spreken zien er het nut niet van in om de taal door te geven aan hun kinderen. Bovendien willen ze hen beschermen voor de discriminatie die zij en hun ouders hebben ondergaan. Maar tweetaligheid is net een troef, zeker in een regio als Apurímac.
tweetaligheid is net een troef, zeker in een regio als Apurímac.
Maar de taal is dus aan het verdwijnen, en een taal verdwijnt nooit alleen. Met het verlies van het Quechua verdwijnt een hele cultuur. Het Quechua verhult een schat aan eeuwenoude kennis over leefwereld, tradities en manier van omgaan met de natuur. Samen met het Quechua dreigt ook een diversiteit aan wereldbeschouwingen te verdwijnen.
Een gedicht in het Náhuatl, een van de inheemse talen in Mexico, verwoordt het in deze video veel beter dan ik in deze video (Engelse vertaling onder de video).
“Pakasqa Allin Kawsay (het geheim van het goede leven)” geproduceerd en uitgegeven door Taprurisunchis.
© MO*/Hannes Knapen
Net daarom zet Tarpurisunchis zich in om de mensen te overtuigen van het grote belang van het Quechua. Ze maken talrijke materialen in de taal: van documentaires, reportages en radioprogramma’s tot gezelschapspellen en woordenboeken. Enkele weken geleden publiceerde Tarpurisunchis nog een prentenverhaal voor kinderen met tekst in het Quechua en het Spaans.
En die initiatieven werpen hun vruchten af. De regionale overheid heeft al enkele belangrijke beslissingen genomen. Zo zullen onder andere medewerkers van de gezondheidssector, de regionale rechtbank, het politiekorps en het onderwijs lessen Quechua krijgen. José Abilio van APRODEH is optimistisch ‘De ploeg die verantwoordelijk is voor het project bestaat uit jonge enthousiaste mensen. De afgevaardigde van het ministerie van cultuur in Lima komt zelf uit Apurímac. Ze heeft dus veel voeling met de zaak.’
Wegwijzers
Daarnaast worden dankzij dit programma alle wegwijzers in openbare gebouwen in de hele regio voortaan tweetalig: Spaans én Quechua. Op eerste gezicht lijkt het een kleine onbelangrijke maatregel, maar het zendt een sterke boodschap uit naar de Quechua-hablantes. Het toont dat de overheid eindelijk de moeite doet om hen aan te spreken in hun eigen taal.
Ook Javier van Tarpurisunchis is blij met het project: ‘Het verheugde me om te zien hoe de verschillende actoren in dit proces zoals leerkrachten, ambtenaren, en politici hun appreciatie uitdrukten voor de initiatieven waar we al meer dan tien jaar aan werken, en zich met volle overtuiging mee schaarden achter de zaak’