Praten over de groene muur

Blog

Praten over de groene muur

Praten over de groene muur
Praten over de groene muur

Het VN Bossenforum sneed vandaag het centrale thema aan: sociaal-culturele aspecten van duurzaam bosbeheer. Dit gebeurde op klassieke wijze zoals dat wel vaker gaat in VN vergaderingen.

Eerst stelt het secretariaat de achterliggende rapporten voor. Daarop legt het forum de prioriteiten vast waarover ze zullen debatteren. Dan volgen enkele toelichtingen en tenslotte start de eerste algemene discussie. En daar verwacht je dan dat de vertoning echt begint. Interactie, scherpe standpunten, verfrissende inzichten…

Maar vandaag weinig van dit alles. Eerder een makke bedoening, bij wijlen behoorlijk saai door gebrek aan creativiteit en spontaniteit. Misschien ligt het aan de breedte van het thema? Of is het eerder te zoeken bij het karakter en de opzet van dit soort vergaderingen. Hoe krijg je met bijna 200 landen en zo’n 300 deelnemers in één ruimte het vuur aan de lont?

De Europese Unie is hierin niet de beste leerling van de groep. We hebben met de 27 lidstaten en de Europese Commissie doorgaans zelf al een marathon gelopen voor we aan de start komen van de echte marathon. Elk woord is gewogen, elke gedachte driemaal ondersteboven gehaald voor een vermoeide collega het voorleest, vaak zonder fut en animo in de voordracht. Dit komt de hele ambiance op zo’n vergadering niet ten goede. Maar impact heeft het wel. De EU treedt op als ijsbreker. Andere geïndustrialiseerde landen ijken zich op het standpunt van de Unie.

Vergadermechaniek

Ook de mechaniek achter zo’n vergadering ligt blijkbaar vast in onbepaalde regels of (te?) lang uitstaande gewoonten. Eerst krijgen de groepen het woord. De VN werkt klassiek met regionale groepen, pas recenter ook met thematische groepen. De G77 is de groep van de ontwikkelingslanden. Afrika treedt meer en meer op als aparte groep. ASEAN is een economisch samenwerkingsverband in Azië. Per groep neemt één land de interne coördinatie op zich en treedt op als woordvoerder. Voor de EU is dat het land dat voorzitter is van de Raad, maar recent is dat steeds meer de nieuwe professionele dienst voor externe relaties.

Thematische groepen zijn er in overvloed: de minste ontwikkelde landen, de kleine eiland- en ontwikkelingslanden, landen met beperkte bosoppervlakte, zeer biodiverse landen, landen met een economie in omschakeling…. Na de groepen komen de individuele landen. Dan de internationale instellingen en als laatste met de minste tijd, maar vaak de interessantste en opmerkelijkste bijdragen, de maatschappelijk groepen zoals NGO’s, wetenschap en industrie.

De EU werkt tot op het eind als groep. EU-lidstaten nemen zelden afzonderlijk het woord. Maar als het gebeurt, is dat doorgaans om bepaald elementen uit het EU-standpunt verder te duiden of om punten van louter nationaal belang te illustreren. Maar de boodschap mag nooit openlijk tegen het standpunt van de groep ingaan. Andere groepen nemen het niet zo nauw met deze zelfdiscipline.

Dit alles resulteert in een soort van ‘automatische piloot modus’ waarbij iedereen in de eerste discussieronde enkel focust op de eigen positie, en er dus zelden een discussie plaatsvindt. Interactie is pas voor de onderhandelingsfase, eens de hele vergadering zich samen buigt over de gezamenlijke engagementen. Die fase is pas voor volgende week gepland.

Maar al bij al viel het best wel mee. Er waren misschien geen spetterende betogen of het was niet likkebaardend luisteren naar argumenten uit ver van elkaar liggende standpunten. Het VN Bossenforum was heel eensgezind, wat niet zo vaak voorkomt.

Bosbouw gaat over mensen

Het is hoog tijd om in het debat rond bossen de focus terug op de mens te leggen. Ik herinner mij een citaat van een Angelsaksisch onderzoeker in de bosbouw: ‘Forestry is not about trees, it is about men’. Geheel terecht.

De laatste jaren trokken biodiversiteit en koolstof de meeste aandacht. Begrijp me niet verkeerd, dit zijn cruciale thema’s. Maar de menselijke dimensie leert ons dat beleid moet aansluiten bij het publiek. Dat publiek heeft zelf de sleutels in handen om de milieuproblemen op te lossen. Mensen gaan zich pas bewust opstellen als ze de waarde en het nut van wat van hen gevraagd wordt, zelf hoog naar waarde schatten.

Dit brengt ons bij beleidsmodellen zoals participatie, medebeheer, decentralisatie van bestuur, verantwoord beheer. Mechanismen moeten gemeenschappen betrekken bij besluitvorming rond bossen. Eigendomsrechten moeten uitgeklaard worden en betrokken actoren moeten ook op langere termijn uitzicht hebben op de eerlijke verdeling van de opbrengsten van verantwoordelijk beheer voor ze zelf garant kunnen staan voor duurzaam beheer.

Dit lijkt allemaal heel evident, maar in vele landen is dit niet vanzelfsprekend. Ook in Vlaanderen hebben we zo onze thema’s waar overheidsoptreden botst met belangen van de betrokken maatschappelijke groepen.

Groene muur

Praten helpt, zegt een bank in haar advertentie. En dat is zeker zo. Maar er zijn geen algemene recepten om de complexe problemen uit onze complexe maatschappij aan te pakken. Maar we kunnen wel van elkaar leren als we een open geest tonen en verder kijken dan onze neus lang is. En misschien ook opnieuw begeestering en jeugdig enthousiasme tonen. Zoals de ontwapenende presentatie van Afrikaanse collega’s.

Zij stelden hun project zelf voor als ‘un projet fou: la grande muraille verte’. Een groene muur van 15 km breed en 7.000 km lang. Een transnationale uitdaging voor verschillende landen, steden en lokale gemeenschappen van Dakar tot Djibouti. ‘Maar haalbaar, omdat de mensen er zelf in geloven’, zei Matar Cissé uit Senegal vooraleer hij de sneeuwzwangere avond van New York indook…

Carl De Schepper werkt bij het Agentschap voor Natuur en Bos