Reis me achterna

Blog

Het is ochtend in het Avondland

Reis me achterna

Reis me achterna
Reis me achterna

Het tweede seizoen van ‘Het is ochtend in het Avondland’ zit erop. En toch is er is nog zoveel dat journalist en blogger Kris Janssens u over Cambodja zou willen vertellen.

© Kris Janssens

Dit land blijft boeien en verbazen. De schoonheid van eenvoud en de kracht van ontroering. Maar ik nodig je graag uit om het zelf te komen ontdekken.

© Kris Janssens

Het tweede seizoen van ‘Het is ochtend in het Avondland’ zit erop. En toch is er is nog zoveel dat journalist en blogger Kris Janssens u over Cambodja zou willen vertellen.

Het tweede seizoen Ochtend in het Avondland werd een tocht langs de sterren en de maan, treinstations, gaybars en corrupte fraudebestrijders.

Er kwamen tijgers op mijn pad, die veranderden in olifanten. En krokodillen die gered moesten worden door de McGyvers van het bos, waar ik dan weer een mateloze bewondering voor heb. Ik heb je de soundtrack van dit land laten horen: karaoke, vermengd met monnikengezang op een ontiegelijk vroeg uur. Maar ook onvervalste rock-’n-roll uit de tijd toen land dit nog de parel van Zuidoost-Azië was.

Ik zou je graag nog veel meer willen vertellen. Over vrouwenrechten, bijvoorbeeld. Hoe de klassieke patronen in stand gehouden worden. Vrouwen koken, doen de was en zorgen voor de kinderen. Mannen werken op het land, bespreken de wereldproblemen en zorgen voor een inkomen. Niet omdat er religieuze of andere regels zijn die dat zo willen. Maar meer uit een soort traditie.

Ik herinner mij mijn allereerste reportage, die ging over huiselijk geweld. Qua binnenkomer kan dat tellen. Het vervelende was dat ik nog niks van de taal begreep en de verhalen dus enkel fragmentarisch tot bij mij konden komen via een tolk. Dat was bovendien een student, die als twintigjarige geen persoonlijke vragen durfde te stellen aan iemand die ouder is dan hijzelf. Een typisch staaltje van de Cambodjaanse beleefdheidscultuur waar ik bij de voorbereiding totaal geen rekening mee gehouden had.

In haar tuintje vertelt één van de vrouwen dat ze, zo begrijp ik uit de verhalen, door haar man geslagen werd als hij dronken thuis kwam. Maar in de praatgroep heeft ze geleerd om van zich af te bijten en nu houdt hij zijn handen thuis.

Het gesprek wordt goedkeurend gevolgd door de therapeute van de groep en door een sjofele man, die van een afstand staat mee te luisteren.

Hoe deze zachtaardige Cambodjanen elkaar zoveel brutaal geweld hebben kunnen aandoen, is voor mij nog altijd onbegrijpelijk.

Door het trage mechanisme van de vertaalcarrousel, duurt het even voor ik besef dat hij de balorige echtgenoot uit het verhaal is. Met een schuldbewuste grijns op zijn gezicht knikt hij bevestigend bij elk detail uit zijn recente verleden als agressieveling.

Ik zou je ook willen bijpraten over hoe kinderarbeid hier alom tegenwoordig is. Niet als probleem, maar meer als een oplossing. Of toch een deel van het maatschappijmodel. Tijdens de eerste vijf levensjaren moet je vooral investeren in zo’n kind en er eten instoppen. Maar zodra het iets kan vasthouden, ik noem maar wat: een schop of een bijl, kan het meehelpen op het land.

© Kris JanssensEn eens de beentjes lang genoeg zijn, kan je kind met de brommer naar het volgende dorp om er boodschappen te doen. Wachten tot de leeftijd van 18, zodat hij of zij zelf beslissingen kan nemen, lijkt een eeuwigheid. Dat concept krijg je niet uitgelegd.

Ik wil het nog hebben over de Cambodjaanse keuken, die niet bijzonder gevarieerd is, maar wel duidelijk verschilt van de Thaise of de Vietnamese. Er zijn de typische eetkraampjes op straat met “mahope srap”, de snelle hap, uitgestalde kant en klare gerechten voor minder dan geen geld. Wat was er leuker, als kind, dan in moeders kookpotten te kijken. Dat kan hier dus ook.

Het varken is een populair dier. Goedkoop om te houden, want het is een alleseter. En als je het slacht, kan je het he-le-maal oppeuzelen. Van de poten en de oren, over de darmen en het bloed, tot de huid en de snuit. Maar je vindt hier ook kip en rund en vis. Als de éne pot je niet bevalt, staan er nog minstens tien andere.

Over die loodzware geschiedenis van de Rode Khmer, zou ik het ook nog moeten hebben. Dat bloedig regime dat in de jaren 70 een kwart van de bevolking heeft uitgemoord. Begonnen als maoïstische boerenstaat en geëindigd als schrikbewind, dat elke vermeende verrader liet liquideren. Hoe deze zachtaardige Cambodjanen elkaar zoveel brutaal geweld hebben kunnen aandoen, is voor mij nog altijd onbegrijpelijk.

© Kris Janssens

Het genocidemuseum in Phnom Penh. Hoe deze zachtaardige Cambodjanen elkaar zoveel brutaal geweld hebben kunnen aandoen, is voor mij nog altijd onbegrijpelijk.

© Kris Janssens

Het onderwijssysteem lag jarenlang stil, kunstenaars waren kop van Jut. De cultuur van een volk weggeknipt om later weer heel voorzichtig te worden hersteld. Het tekent dit land tot op de dag van vandaag, want de schuldigen zijn nooit gestraft — op twee bejaarde kampleiders na. Als je maar ver genoeg graaft, vind je in elke familie wel een vete die teruggaat tot die donkere periode.

Over hoe je overal in de stad elektriciteitspalen ziet met grote warrige knopen van kriskras door elkaar lopende kabels. Het is een treffend symbool van de Cambodjaanse chaos. Het gevoel dat je hebt als je op zoek gaat naar de oorsprong van een verwarring, maar onderweg de draad kwijt raakt. Vaak zie je dan een technicus, met flipflops of op blote voeten, in zo’n paal kruipen om er gauw nog wat snoeren bij te trekken.

Dit land blijft boeien en verbazen. De schoonheid van eenvoud en de kracht van ontroering. Maar ik nodig je graag uit om het zelf te komen ontdekken. Ik leid je met plezier door mijn nieuwe thuisland. Welcome to the kingdom of wonder!

Deze blog werd eerder als podcast gepubliceerd op kris-janssens.com