Roch, “shithole” of “solution”?

Blog

Roch Kabore,de onzichtbare president van Burkina Faso

Roch, “shithole” of “solution”?

Roch, “shithole” of “solution”?
Roch, “shithole” of “solution”?

Toekomst maken, vraagt tijd. Dat schreef ik in november vorig jaar. Twee maanden later zoek ik nog altijd. Naar de vorm van die toekomst. Naar een vorm van rust ook, ondanks alle onbeantwoorde vragen. Naar hoe ik alles wat ik me de voorbije vijf jaar eigen maakte naar waarde kan schatten. Naar de moed om de weg die ik me baande achter me te laten, of juist niet.

© Arne Gillis

Grote vreugde eind november 2015, bij de verkiezing van Roch, ‘la solution’ (©Arne Gillis)

© Arne Gillis​

Toekomst maken, vraagt tijd. Dat schreef ik in november vorig jaar. Twee maanden later zoek ik nog altijd. Naar de vorm van die toekomst. Naar een vorm van rust ook, ondanks alle onbeantwoorde vragen. Naar hoe ik alles wat ik me de voorbije vijf jaar eigen maakte naar waarde kan schatten. Naar de moed om de weg die ik me baande achter me te laten, of juist niet.

Enkele dagen geleden kreeg ik telefoon van de kabinetschef van de Minister van Cultuur van Burkina Faso. Of ik een half uurtje kon vrij maken om met de minister van gedachten te wisselen? Dat kon ik, natuurlijk. Hij gaf me mee hoe jammer hij het vond, dat ik met Le Foyer was gestopt, en probeerde te begrijpen waarom. Hij dacht vooral aan de terrorismedreiging, ik maakte hem duidelijk dat de vertrouwensbreuk door opeenvolgende diefstallen en inbraken veel zwaarder heeft gewogen.

Het was een fijne babbel met een minzame man, over grote uitdagingen en kleine menselijke onvolkomenheden. Die babbel kwam rijkelijk laat natuurlijk. De erkenning (‘u heeft een enorme bijdrage geleverd aan het culturele leven van onze stad’) doet niettemin goed. Ik heb mezelf de voorbije maanden vaak getroost met het oude liedje van Bram Vermeulen: ‘Ik heb een steen verlegd, in een rivier op aarde. Het water gaat er anders dan voorheen.’

Sporen

Het is belangrijk, om sporen achter te laten. Het doet deugd, om daar nieuwe en creatieve dingen uit te zien groeien. De meubels en materialen uit Le Foyer die ik uiteindelijk allemaal moest verkopen, leiden nu een ander leven, op verschillende plaatsen in en om Ouagadougou. Segtaaba (Moore voor “ontmoeting”) is het kleine nieuwe restaurantje van Michel, mijn barman uit Le Foyer.

Drie van de zes jobs uit Le Foyer zijn op die manier gered. Vier jaar samenwerken heeft Michel de moed gegeven om in zijn eentje de sprong te wagen. Ik probeer discreet aan zijn zijde te staan, blij om zijn durf en motivatie, en met een hoofd vol ideeën om de ruimte rond zijn eethuisje creatief in te vullen.

Het grootste vraagteken staat nu eigenlijk bij mezelf. De job vinden die past bij mijn profiel van eigenzinnige duizendpoot vraagt geduld. De kriebels om zelf weer wat uit de grond te stampen, zijn soms groot. Maar zelfs dat zou niet makkelijk zijn. Er zijn budgettaire grenzen, en er is de context van dit land dat akelig lang blijft balanceren op het randje van de onbeslistheid. Soms denk ik dat de vraag niet is of een ontploffing er komt of niet, maar eerder of die er volgende week komt of toch pas volgend jaar.

Onvrede

De twee eerste jaren van de regering Roch Kabore hebben een aaneenschakeling van (langdurige) stakingen met zich mee gebracht, in zowat alle publieke domeinen. Er is vanuit de regering nooit een duidelijke strategie uitgetekend om met al die sociale onvrede om te gaan. De kloof tussen de (slecht betaalde maar meestal toch betaalde) ambtenaren en de grote groep burgers die via de informele economie één maaltijd per dag op tafel probeert te krijgen, is alleen maar dieper geworden.

De president bleef onzichtbaar en liet zijn ministers de crisissen ‘cas par cas’ regelen. Magistraten, belastingagenten, politiemannen en -vrouwen hebben op die manier gedeeltelijk hun slag thuis gehaald. Het onderwijzend personeel, dat al sinds het begin van het schooljaar met de regelmaat van de klok het werk heeft neergelegd - met alle gevolgen van dien - kreeg tot nog toe nul op het rekest.

Duizenden leerlingen staan intussen al maanden lang vaker wel dan niet voor een gesloten schooldeur.

Daar zal wellicht niet snel verandering in komen. Paul Kaba Thiéba, eerste minister van Burkina Faso, eveneens schitterend in onzichtbaarheid, liet deze week verstaan dat de grenzen van de strategie ‘cas par cas’ zijn bereikt: de loonmassa slorpt nu al meer dan de helft van het nationaal budget op. Over een alternatieve strategie is nog met geen woord gerept. Duizenden leerlingen staan intussen al maanden lang vaker wel dan niet voor een gesloten schooldeur.

Prioriteiten

De regering lijkt andere prioriteiten te hebben. Sinds eind vorig jaar gaat alle aandacht naar de vermeende ‘poging tot destabilisatie’ vanwege Auguste Denise Barry. Barry is kolonel, hij was minister van veiligheid onder de Transitie, en hij staat bekend als een kameraad van Yacouba Isaac Zida (premier onder de Transitie en sinds het aantreden van Roch Kabore in ‘ballingschap’ in Canada). Hij wordt beschuldigd van het beramen van een complot tegen het huidige bewind.

Hij zou van plan zijn geweest om in de oudejaarsnacht onrust te zaaien in Ouagadougou, met de hulp van bevriende militairen president Roch Kabore uit te schakelen, en oud-president Blaise Compaore uit Ivoorkust terug te halen om hem te berechten en te veroordelen. Hij zit daarvoor, samen met een aantal andere verdachten (een tuinman, een winkelier en een elektricien… neen, geen grap!), in de militaire gevangenis.

Alles wat ik in de Foyer opbouwde, moest ik ook weer afbouwen…

Angst voor 2020

Na de lastercampagne tegen Zida in de begindagen van de regering Kabore, ruikt ook dit vooral naar een politieke en persoonlijke afrekening. Auguste Denise Barry richtte na de Transitie het “Centre d’études stratégiques en défense et sécurité” op. Hij kondigde voor 2018 een rapport aan over de aanpak van het terrorisme in Burkina Faso.

Dat rapport zou een duidelijk ‘j’accuse’ worden, niet alleen over de tekortkomingen van het regime Compaore en de Transitie, maar ook over die van de huidige regering. 2020, het jaar van de volgende presidentsverkiezingen, boezemt wellicht angst in. De terugkeer van de nog altijd populaire oud-premier Zida moet absoluut vermeden worden. Het gras wegmaaien voor de voeten van zijn in Burkina Faso gebleven compagnons, is in die zin een logische keuze.

Politiek correct

De voorbije maanden kreeg ik wel wat tijd om na te denken, en om de honderden commentaren onder online artikels te lezen ook. Het deed me stilstaan bij wat ik voor het gemak maar het ‘politiek correcte discours’ over Afrika zal noemen. De Franse president Macron werd na zijn bezoek aan Ouagadougou eind november door de Europese linkerzijde flink bekritiseerd om zijn ‘in humor verpakte neerbuigendheid’ tegenover president Kabore.

In Burkina Faso klonk de kritiek op de hypocrisie van de veiligheidsmaatregelen, de sluiting van de scholen om de stakingspiketten te camoufleren, en de orkestratie van de dialoog met Macron (de studenten die hem vragen mochten stellen werden uitvoerig gescreend; het resultaat was dat de Franse gast vooral geen mondige jonge universitairen te horen kreeg) veel luider.

Dat Roch Kabore door zijn collega met een kwinkslag op zijn plaats werd gezet, kon hier trouwens op heel wat bijval rekenen. Dat is net zo goed zo voor Trump en zijn “shithole countries”: ‘Hij is gek. Maar hij zegt wat iedereen denkt. Onze leiders zijn zelfzuchtig en vooruitgang of ontwikkeling zijn absoluut niet hun zorg. Wij burgers zijn daardoor materialistisch, kortzichtig en jaloers geworden. Mochten wij hier ook maar een glimp toekomst zien, zou niemand ooit de oversteek wagen.’

Politieke correctheid helpt de wereld wellicht niet zoveel vooruit. Maar ook een oprechte dialoog, en zelfs het zoeken van een eigen “Afrikaanse” weg, is onmogelijk zolang het gewicht van de historische schuld en de angst voor het verlies van (onterecht verworven) privileges de forcing blijven voeren. Het tegengewicht kan alleen komen van mondige, dappere en solidaire burgers. Die zullen uit een kwaliteitsvol en visionair onderwijs moeten komen. In dat opzicht is de man die eind 2015 campagne voerde met de slogan “Roch, la solution” dus niet echt goed bezig.