“‘Colombia opnieuw aan de onderhandelingstafel tussen genocide en vrede’
Het is zover. Deze week zijn de vredesgesprekken tussen het ELN, die andere guerrillabeweging, en de Colombiaanse regering op gang getrapt in het Ecuadoraanse Quito. Na meer dan een halve eeuw oorlog en 220.000 doden krijgen de Colombianen steeds meer uitzicht op het einde van het langst durende conflict op Latijns-Amerikaanse bodem.
Het ELN zet zo zijn eerste stappen op de slappe koord waarop de regering en FARC-EP elkaar in evenwicht houden. Andermaal steunt het hele proces op de cruciale deal waarbij de militaire dienst wordt ingeruild voor het politieke metier. ELN guerrilleros krijgen zo een plaatsje in de maatschappij, terwijl hun ideeën weerklank krijgen in het politiek halfrond. In ruil krijgt pax Colombia steeds meer vorm.
De organisatie ‘El Movimiento Presos Políticos Camillo Torres Restrepo’ beschermt de rechten van enkele politiek gevangenen van het ELN in de Bellavista gevangenis.
© Bart Carlier
De laatste mars
Ondertussen vangen FARC milities hun laatste tocht aan. Tussen hoop en vrees maken ze de komende zes maanden hun wederoptreden in de maatschappij. Wordt hun veiligheid en integriteit gegarandeerd? Het zal erom spannen. De afgelopen maanden geven ons alvast een bitter voorsmaakje van wat nog komen zal. Volgens de Stichting voor Vrede en Verzoening staat Colombia op de rand van een nieuwe genocide die doet denken aan de uitroeiing van de Unión Patriótica, de politieke arm van het ELN, de FARC-EP en andere linkse bewegingen uit de jaren ‘80 en ‘90.
Volgens de Stichting voor Vrede en Verzoening staat Colombia op de rand van een nieuwe genocide.
Sinds de ondertekening van het vredesakkoord met de FARC-EP kleuren de cijfers niet rood, maar bloedrood. In 2016 werden er maar liefst 92 sociale leiders vermoord waaronder 14 leden van de linkse politieke beweging Marcha Patriótica. De afgelopen vijf jaar verloor deze beweging al meer dan 110 leden.
De vergelijking gaat echter niet helemaal op. Terwijl destijds angst en intolerantie regeerden, waait er vandaag een pacifistisch wind doorheen het land. Maar een halve eeuw oorlog slaat diepe wonden. Zo is de gelatenheid bij de vele onschuldige slachtoffers soms stuitend.
Sociale leiders en mensenrechtenactivisten vallen als vliegen. Geen haan die kraait. Paramilitaire groepen en criminele bendes vullen ongestoord de leegte die de FARC-EP achterlaat, maar een sterke reactie van de regering blijft uit.
Garantie op leven, het is niet alleen een vereiste voor het welslagen van het vredesakkoord met de FARC-EP maar ook een voorwaarde voor succesvolle onderhandelingen met het ELN. De beklonken deal in Havana met de FARC-EP, zonder twijfel een historische stap naar vrede, zal anders de historische cirkel van bloedvergieten in Colombia niet kunnen doorbreken.
“In de Bellavista gevangenis in Medellín ontmoet ik enkele ex-commandanten van het ELN”.
© Bart Carlier
Het tweede couplet
In mijn zoektocht naar de hoofdrolspelers van het tweede luik in dit historische vredesstuk, beland ik in de Bellavista gevangenis van Medellín. Ik ontmoet er enkele politiek gevangenen en ex-guerrillaleden van het ELN.
Bij wijze van voorbereiding noteer ik de dag voordien de volgende stand van zaken: het ELN kan momenteel rekenen op zo’n 2000 à 2500 strijdkrachten en is nog steeds actief aanwezig in zo’n 99 Colombiaanse gemeentes. Ik kribbel nog wat relevante geschiedenis bijeen en schrijf dat deze rebellenbeweging, net als de FARC, in 1964 werd opgericht.
Beide organisaties zijn dan wel leeftijdsgenoten, hun geografische en ideologische wortels liggen uit elkaar. Terwijl het vuur van de FARC werd aangestoken door enkele revolterende boeren, was het ELN het geesteskind van enkele intellectuelen, studenten en vakbondslieden geïnspireerd door de marxistische ideologie en de Cubaanse revolutie.
De wortels van de FARC liggen in het afgelegen rurale gebied van Marquetalia, die van het ELN in San Vincente de Chucurí, oostelijke Andes en niet toevallig op minder dan 100 km van de stad Barrancabermeja, het zwart-rode hart van Colombia door zijn olieproductie én zijn sterke syndicale beweging.
Jezus, Marx en Che Guevarra
In 1965 vervoegde grondlegger van de bevrijdingstheologie en ex-Leuvenstudent, Camilo Torres Restrepo, de rangen van het ELN. Sindsdien bestaat de ideologie van de beweging uit een symbiose van de bevrijdingstheologie en linkse revolutionaire ideeën. Een onderonsje tussen Jezus, Marx en Che Guevarra, zeg maar.
Enkele weken na zijn toetreding tot het ELN werd de immer charismatische Restrepo al vermoord. Hij werd op slag een symbool van de guerrillabeweging en trok heel wat nieuwe leden aan.
“ELN guerrilleros krijgen een plaatsje in de maatschappij, in ruil krijgt pax Colombia steeds meer vorm.”
© Bart Carlier
Een persoonlijk vredesgesprekje
Daar zit ik dan, te midden van enkele ex-commandanten van het ELN op penitentiaire rust. Hun bivakverhalen doen me denken aan mijn eigen jeugdbewegingsverleden maar de slachtoffers nemen me telkens bij de kraag en zetten me terug op de stoel waar ik met ingehouden adem zit te luisteren.
Het moet gezegd, dit hoogst persoonlijk vredesgesprekje tussen mezelf en deze ex-commandanten ontbreekt alle vormen van formaliteit of protocol. Dat heet dan een informeel contact. Ik ben hartelijk ontvangen en er hangt een ontspannen sfeer. Wanneer duidelijk wordt dat ik er ook voor de vrede aan het juiste adres ben, verklaar ik deze vredesonderhandelingen a priori geslaagd.
Ik maak snel kennis met Juan Carlos Cuellar, ex-commandant van het zuidwestelijke front in het departement Nariño, voormalig lid van de nationale raad en gevangengenomen in 2004. Sindsdien heeft hij zich in alle stilte toegewijd aan het vredesproces. Hij is ook de architect van de huidige vredesgesprekken in Quito. Vanuit zijn cel van 1.5m op 2m bedacht de man niet alleen de agenda die vandaag op tafel ligt, hij is ook officieel aangesteld om mee te onderhandelen vanuit de Buenavista gevangenis.
Het eerste thema springt meteen in het oog: burgerparticipatie voor de vrede.
Wat het ELN betreft wordt het vredesgesprek een nationale dialoog. De gemeenschap beslist mee wat er op het bord van elke onderhandelaar wordt geserveerd.
Ook de twee volgende thema’s zijn opmerkelijk: democratie en transformaties voor de vrede. Ook hier zullen de onderhandelaars hun oor te luister leggen bij het volk. Wat zijn hun sociale noden en hoe kunnen ze op een participatieve manier de armoede, corruptie en het platteland aanpakken?
Gaan deze jongeren een toekomst zonder oorlog tegemoet?
© Bart Carlier
Een vliegende start
Door het eerder afgesloten FARC-akkoord lijken de vredesonderhandelingen met het ELN een vliegende start te nemen. Drie fundamentele deelakkoorden kunnen zomaar overgenomen worden: slachtoffers, het bilateraal staakt-het-vuren en einde van het conflict én de politieke participatie van de rebellenbeweging. Toch zijn er ook nog heel wat obstakels.
Door het eerder afgesloten FARC-akkoord lijken de vredesonderhandelingen met het ELN een vliegende start te nemen. Toch zijn er ook nog heel wat obstakels.
Zo is er de gefragmenteerde structuur van het ELN, in essentie een politieke organisatie die in zijn zoektocht naar de macht de wapens heeft opgenomen.
De groep heeft dan een minder sterke militaire structuur dan de FARC-EP die in essentie een echte militaire guerrillabeweging is. Een strakke en verticaal afgelijnde militaire structuur stroomlijnt de communicatie, zowel intern als extern. Een beslissing of order vanuit het Nationaal Secretariaat van de FARC-EP daalt af, passeert de verschillende rangen en bereikt snel het oor van de rebel, laagste in rang.
Voor het ELN ligt dat enigszins anders.
De grote onafhankelijkheid van de verschillende fronten binnen de groep maakt het moeilijk om de rangen gesloten te houden. Toch zal het cruciaal zijn voor de huidige onderhandelingen dat ook alle fronten van het ELN voluit voor de vrede gaan. Het vredesproces duldt amper dissidentie.
“Weven geeft rust en doodt de tijd”, aldus Jairo.
© Bart Carlier
Gegokt en verloren
Daarnaast kiezen in mei 2018 de Colombianen een nieuwe president. Het is nog maar de vraag of dit vredesproces een presidentswissel kan overleven. Er heerst ook sterke verdeeldheid over vrede met de guerrilla in Colombia. Het ‘neen’ tijdens het vredesreferendum zit nog vers in het geheugen. Colombia viel die dag in twee stukken. Verdeeldheid alom. Santos speelde daar onverantwoord hoog spel. Gegokt en verloren.
Waanzinnig dat hij zijn sterke prestatie van het vredesakkoord politiek wou uitspelen. Een vredesakkoord moet de facto een nationaal pact zijn waarbij alle partijen betrokken zijn en is daarom totaal niet geschikt voor het politieke spel tussen meerderheid en oppositie.
Met het referendum gaf Santos de Colombianen pas op de valreep een stem. Het moest verbergen wat het proces al die tijd had verzuimd: een duurzaam draagvlak creëren voor de vrede. Dat bleek onmogelijk. Het kalf was al verdronken. Geen kat die wist waarover het ging. Slechts weinigen kenden de inhoud van het akkoord, een document van meer dan 300 pagina’s.
Die onwetendheid maakte het populisten als Álvaro Úribe gemakkelijk om met halve waarheden en grove leugens de inhoud van het akkoord te misvormen.
Meer inspraak en consultatie van het volk tijdens het vredesproces zijn van cruciaal belang.
Ook het ELN draagt een loodzware verantwoordelijkheid. Nemen zij formeel afstand van hun ontvoeringspolitiek dat door de Colombiaanse publieke opinie onaanvaardbaar wordt geacht? Kunnen ze de rangen sluiten en zich houden aan het staakt-het-vuren? Zullen ze hun ideologie en discours kunnen matigen?
Indien dit niet het geval is, zal de verdeeldheid alleen maar toenemen en dat is koren op de molen van de clan Úribe.
Garantie op leven, een absolute vereiste voor het welslagen van de vrede met de FARC-EP en het ELN.
© Bart Carlier
Het Bolsjewieks front van Libanó
Ondanks de straffe kop van Juan Carlos, wekt vooral Don Jairo mijn nieuwsgierigheid. Er rust een fijn brilmontuurtje op zijn neus. Jairo is ex-commandant van het Bolsjewieks front van Libanó uit het departement Tolima, centraal Colombia. Zijn passioneel filosofisch discours maakt van hem de ideale gesprekspartner en voor ik het goed en wel doorheb ben ik getuige van Jairo’s eerste echte militaire actie als ELN guerrillero.
13 mei, 1993. Bogotá. Hij en zijn vrouw namen afscheid, beide met tranen in de ogen. Zij zou hem later achterna komen. Hij had zijn nieuwe bestemming zelf mogen kiezen en zou vertrekken voor hun zoontje wakker werd. Zijn nieuwe bestemming: regio Noord-Tolima, centraal Colombia. In deze koffieregio werden tentenkampen geruild voor de gastvrijheid van de boeren en werden maniok en bonen dagelijkse kost.
Snel na zijn aankomst stond Don Jairo mee aan de wieg van een nieuwe afdeling van het ELN: het Bolsjewieks front van Líbano.
Ik onderbreek Jairo en vraag verwonderd of hij echt zelf zijn bestemming mocht kiezen. Hij knikt. ‘Ik had de keuze: de jungle, Bogotá of Tolima.’
Alle ELN-leden hebben een stem in het beleid. Terwijl men bij de FARC ‘orders’ gaf, geeft men bij het ELN ‘instructies’. Maar niet alleen leden, ook de verschillende fronten van het ELN genieten verregaande autonomie. Deze visie en structuur zullen ongetwijfeld weerklank krijgen in de komende onderhandelingen. Getuige daarvan de inspraak die de gemeenschap zal krijgen.
Don Jairo zou zijn leven geven aan zijn naasten. Eerst als priester, later als guerrillero.
© Bart Carlier
Om niet gepakt te worden door politie of leger marcheerden ze enkel ‘s nachts. Dat was Jairo niet gewoon. ‘Echte calvarietochten op de flanken van de Centrale Andes waren het’, zegt hij me. ‘We waren op weg met een kleine delegatie van het Bolsjewieks front onder leiding van Cesar. Hoewel de nachten koud waren, was de gastvrijheid van de boeren hartverwarmend.’
Al snel ontwikkelde Jairo een intense band met de boeren in de regio.
Indien de koffieboeren hun leningen niet tijdig konden terugbetalen aan de bank, werden hun koffieplantages vernield.
‘Pas wanneer we aankwamen in de gemeente Santa Isabel werd het doel van de tocht duidelijk.’ Het harde leven van de koffieboeren werd er pijnlijk zichtbaar. Na 5 gemeen harde crisisjaren in de koffiesector met erg lage prijzen, hadden vele boeren zich in de schulden gewerkt bij de Banco Cafetero (nu Caja Rural). Indien de koffieboeren hun leningen niet tijdig konden terugbetalen aan de bank, werden hun koffieplantages vernield.
Het was een gangbare politiek in het dorp, maar het Bolsjewieks front zou daar snel komaf mee maken. Ze verspreidden eerst een communiqué. Personen die zich voortaan nog schuldig maakten aan deze onheuse praktijken zouden voortaan een militair doelwit worden.
Aangezien het front in het dorp nog geen militaire actie had ondernomen werd het communiqué niet serieus genomen. De Banco Cafetero ging gewoon door met zijn destructieve politiek.
‘Wanneer we te horen kregen dat er een delegatie van de bank op weg was naar een boerderij, haalde Cesar iedereen bij elkaar. Het duurde zo’n 45 minuten voor we de finca (boerderij) bereikten. Net toen we even konden ademhalen hoorden we stemmen. Cesar analyseerde de situatie en stond recht. Hij ging eerst, gewapend met een M-16. Twee andere guerrillero’s volgden. Ik en een andere guerrillero bleven zitten en hielden de wacht.’
“Meer inspraak en consultatie van het volk tijdens het vredesproces is van cruciaal belang.”
© Bart Carlier
De pedagogie van de onderdrukte
Er werd geschoten en Jairo hoorde Cesar roepen: ‘iedereen naar buiten met de handen in de lucht! Naar buiten of we gooien een granaat!’ Jairo ging nu ook naar het binnenplein. 20 mensen zaten op de grond, allen met de handen in de lucht. Een jongeman bloedde hevig aan zijn arm, een andere was gewond aan de schouder. Het bleken de rechter en de bankier van de Banco Cafetero te zijn. Twee politiemannen, die tijdens de actie het vuur openden, konden ontsnappen.
Jairo nam het woord en legde de boeren uit dat ze voortaan aan hetzelfde zeel zouden trekken. Want ook zij waren tegenstanders van de banken die hen het land ontnamen.
Jairo gaat verder: ‘Mijn oog viel op de grote pot op het vuur, maar de geur van die heerlijke soep maakte me ziedend. Ik vroeg hen of ze het normaal vonden dat ze die bandieten nog zouden belonen ook? Dergelijke geste deden ze zelfs niet voor hun medeboeren!’
Jairo deelt Paulo Freire’s mening over de onderdrukte. ‘Die is er zo erg aan toe, dat hij van zijn onderdrukker begint te houden!’, roept Jairo nu.
Het gevoel van verontwaardiging, een onmisbaar instrument in de strijd om een waardig leven.
© Bart Carlier
Er valt een stilte. We lijken voorlopig uitgepraat. Ietwat opzichtig zet ik me recht op de stoel en kondig zo het afscheid aan. Een voldaan knikje zet deze intentie kracht bij. Jairo veert gelijk op. Hij lijkt verrast en hapert bij het knipperen van de ogen. Een moment van twijfel. Dan toch.
Jairo roept de bewaker en we kijken nog een laatste keer in elkaars ogen. Voor het eerst die dag valt me op hoe de ovalen omlijsting van zijn bril, zijn ogen nauwelijks overschrijdt. De cipier schuift de stalen deur open, laat me door en slaat hem terug dicht. Ik kijk nog een laatste keer over mijn schouder, zeg nog eens dag maar de tralies verhinderen oogcontact. In niets lijkt hij nu nog op de passionele ex-guerrillero van het ELN die me zonet wat van zijn leven als guerrillero prijs gaf.
Oprechte verontwaardiging
Colombiaans schrijver en diplomaat Santiago Gamboa merkt terecht op dat ‘vrede een zekere vorm van passiviteit vereist’. In de gevangenis van Bellavista was ik daarvan getuige geweest. Het discours verzacht. Zowel de wapens van de guerrilla als van de Colombiaanse overheid zwijgen. Ook de ideologie wordt grotendeels verbannen. Wat rest is een afkooksel.
Alleen dan, in tijden van vrede, kan de Colombiaan op zoek gaan naar het gevoel van oprechte verontwaardiging, een onmisbaar instrument in de strijd om een echt waardig leven.
Ik vraag me af of deze passiviteit wel wenselijk is en al snel vind ik een antwoord in de contradictie van de gewapende strijd. Passie, ideologie en wapens blijken contraproductief en veroorzaken sterke collectieve gelatenheid. De onverschilligheid in het land bij onschuldige slachtoffers is groot en tragisch. Conflict verlamt.
Nu, vrede in eerste instantie ook. Maar niet voor lang. Wanneer slachtoffers erkend worden en trauma’s verwerkt worden, wanneer men vrijuit kan praten en vriend en vijand in elkaars ogen kunnen kijken.
Alleen dan, in tijden van vrede, kan de Colombiaan op zoek gaan naar het gevoel van verontwaardiging, een onmisbaar instrument in de strijd om een waardig leven.